Bert Wiersema: Mayday mayday!
Langzaam glijdt de ballon over Ureterp. Onder mij zie ik de basisschool waar ik achttien jaar gewerkt heb. De grote zandbak, de speeltoestellen. Dan ons huis. De nieuwe bewoners hebben de tuin veranderd. In het zesde deeltje van Chris en Jorieke blijft er een parachutist bij hen thuis aan de schoorsteen hangen. Die moet ongeveer hetzelfde uitzicht gehad hebben als ik nu. Als hij echt bestaan had natuurlijk.
Wat opvalt is het geblaf van honden dat uit het dorp opstijgt. „Is dat altijd zo?” vraag ik aan de piloot. „Altijd”, beaamt de man. Er volgt een hele uitleg over geluid. Vanuit de ballon kun je zo hard naar beneden schreeuwen als je wilt. Het is niet te verstaan. Maar in de ballon hoor je geluiden van beneden verbazend goed. Honden moeten niets van ballonnen hebben en slaan aan. Dat kun je daarboven heel goed horen. Als we over het dorp gevlogen zijn komen de honden tot bedaren. Ik heb me nu al voorgenomen dat deze ballonreis in een boek terugkomt. Dat zal zijn in een boekje uit de serie ”Detectivebureau Iris en Ko”. Iris en Koos moeten met een ballon mee. Maar daar kan het niet bij blijven. Er moet wel iets gebeuren natuurlijk. En gek of niet, soms worden de onderwerpen je zo in de schoot geworpen. Willem stoot mij aan. Hij wijst op een bejaarde man die met ons meereist in het bakje aan de andere kant van de mand. Voor de reis had de man praatjes voor tien, maar dat was blijkbaar om zijn angst te overschreeuwen. Nu is hij stil en ziet hij wit om de neus. Hij pakt zich vast aan de rand en zakt langzaam in elkaar. We staan er te ver van af om te zien wat er gebeurt. De piloot krijgt het ook in de gaten. Hij vraagt aan de vrouw of er wat aan de hand is. „Mijn man zit op de bodem van de mand, hij zegt dat het wel gaat, maar ik ken hem langer dan vandaag”, antwoordt ze. Of hij moet landen? De vrouw knikt. Je ziet mensen op hun horloge kijken. We zijn nog lang niet het beloofde uur in de lucht. Maar de piloot is verstandig. Hij gaat landen. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. We hangen precies boven een bos.