„Oecumene leert sociaal Evangelie”
GRAND RAPIDS – De oecumenische beweging komt steeds meer in het vaarwater van een maatschappelijk Evangelie. Wat dat betreft is er weinig geleerd van de eenzijdigheid van de bevrijdingstheologie, zeggen Jordan Ballor en dr. Stephen J. Grabill, beiden verbonden aan het Acton Institute in Grand Rapids.
Het Acton Institute, een conservatieve denktank die zich toelegt op het bevorderen van religie en vrijheid in de samenleving, bestaat twintig jaar. Het instituut werd in 1990 opgericht om twee beginselen met elkaar te verbinden: de vrije markt en christelijke theologie, zegt onderzoeker dr. Stephen J. Grabill. „De oprichters stuitten op het probleem dat theologen en kerkleiders over economie en vrije markt dingen leerden die niet getuigden van kennis van zaken. Er was behoefte aan een consistente visie op economie, kerk en theologie. Theologische en sociale ethiek moesten op een evenwichtige manier met elkaar verbonden worden.”
Het Acton Institute ontwikkelde zich tot een gerenommeerde instelling die ook buiten Amerika afdelingen heeft. Op het hoofdkantoor in Grand Rapids zijn ruim dertig mensen fulltime werkzaam, die allen betaald worden uit giften van particulieren en instellingen.
De denktank wil joods-christelijke waarden verbinden met principes van de vrije markt. Acton gaat ervan uit dat de mens een inherente waardigheid bezit, geschapen is naar Gods beeld, maar gevallen door de zonde. Het instituut vindt dat de staat het gemeenschappelijk welzijn moet nastreven en het vrije economische beginsel moet waarderen, aangezien dit het beste armoede kan tegengaan en de voorwaarden schept voor volwaardig mens-zijn, waarbij individu, vrijheid en religie elkaar versterken.
Deze zomer schreef Actononderzoeker Jordan Ballor het boek ”Ecumenical Babel” (Oecumenisch Babel). Daarin verwijt hij de oecumenische beweging een eenzijdig economistisch denken, dat trekken vertoont van een neomarxistische bevrijdingstheologie. Hij schreef zijn publicatie met het oog op organisaties als de Wereldraad van Kerken, de World Communion of Reformed Churches (WCRC) en de Lutherse Wereldfederatie (LWF). De laatste twee organisaties vergaderden dit jaar: de WCRC vorige maand in Grand Rapids, de LWF dezer dagen.
Ballor toont zich vooral kritisch ten opzichte van de Accra Confessie van de World Alliance of Reformed Churches (WARC, vorige maand opgegaan in de WCRC) uit 2004, waarin sprake is van felle kritiek op de neoliberale markteconomie. Tijdens de vergadering van de WCRC was zijn boek gratis verkrijgbaar – maar het trok er nauwelijks aandacht.
Beide Actonmedewerkers zijn bezorgd over de koers van de oecumenische beweging. Zij wijzen op de gevaren van ideologisering, een sociaal evangelie (”social gospel”) en een verwarring van kerk c.q. theologie en economie. Daarnaast constateren zij een toenemende invloed van dit sociale denken op de evangelischen wereldwijd, wat volgens Grabill ook te zien is tijdens het Lausannecongres in oktober in Kaapstad. „We zien bij de World Evangelical Alliance een steeds sterkere oriëntatie op de Wereldraad in Genève, die zorgelijk is.”
Naar Ballors mening volgen de kerken die oecumenisch gerelateerd zijn hiermee gewoon de agenda van de Verenigde Naties en hun Millenniumdoeleinden. „De kerk wordt verward met een sociale instelling. Natuurlijk heeft de kerk een profetische rol, maar oecumenische organisaties als de Wereldraad tiranniseren het individuele geweten. Namens wie spreekt de kerk als er vanuit Genève voortdurend verklaringen over allerlei wereldproblemen komen? Het is een ideologie die neomarxistische trekken aanneemt. Vroeger was Rusland het rijk van het kwaad, nu zijn dat Amerika, als het neoliberale rijk, en de globalisering. Het is zwart of wit. Er is sprake van slogans die voortdurend herhaald worden. Er wordt steeds gesproken over eenheid, maar waar is de eenheid in termen van waarheid?”
Grabill: „De oecumene spreekt over allerlei maatschappelijke en economische zaken die voorzichtig en terughoudend benaderd moeten worden en debat vragen. Nu wordt alle kritiek neergesabeld. Het is ja of nee tegen de Accra Confessie. Wat ons vooral opvalt, is de economische onkunde. De kerk weet weinig van financiële en economische kwesties. Onderzoek onder derdewereldlanden toont aan dat zij de vrije markt het beste middel vinden om bevrijd te worden van armoede.”
Ook de evangelischen laten zich volgens de twee meeslepen in allerlei sociale programma’s. Zo staan de Actonmedewerkers kritisch tegenover de wereldwijde Micha Campagne, die zich keert tegen armoede. Ballor: „Ook daar wordt in feite een seculier programma geadopteerd en laat de kerk zich verleiden tot het nastreven van seculiere doeleinden. Het is altijd de regering die opgeroepen wordt tot actie. Maar kan de kerk dat als instituut doen? Kerkleden hebben hun eigen verantwoordelijkheid. De kerk heeft een sociale taak, maar die is secundair. De kerk moet zich bezighouden met haar eigenlijke opdracht. De kerk is geroepen om vooral via het diaconaat de armoede tegen te gaan.”
Acton staat voor het bevorderen van religie en vrijheid in de samenleving, ook in Amerika. Ballor: „Je mag in Amerika over religie spreken, maar religieuze argumentatie telt steeds minder in het publieke debat.” Grabill: „De kerk lijkt steeds meer verzwolgen te worden door de staat. Ook christelijke scholen krijgen steeds meer te maken met staatsinvloed.” Ballor: „Dat heeft te maken met het feit dat de kerk er niet in geslaagd is te laten zien wat het christelijk onderwijs betekent. Het probleem is dat Amerika een pragmatische cultuur kent, zonder theologie. Er is bij de gemiddelde christen geen kennis van de christelijke leer, omdat er geen aandacht is voor catechese. De kerk is gewoon een plek waar je gezellig koffiedrinkt en zakelijke contacten kunt opdoen.”