Index bulkscheepvaart kan nuttig zijn
Beleggers die rekenen op een nieuwe economische dip zien bevestiging in de rap gedaalde tarieven voor de bulkscheepvaart. Maar is de voorspellende kracht van de Baltic Dry Index voor de wereldhandel werkelijk zo groot?
De Baltic Dry Index (BDI) mag zich sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 in extra aandacht verheugen. Niet zonder reden: wie de index –die dagelijks berekend wordt op basis van de tarieven om grondstoffen over zee te transporteren– de afgelopen jaren goed in de gaten had gehouden, had spekkoper kunnen zijn.
Vanaf een piek op 11.793 punten dook de index in maart 2008 –één maand voordat de kredietcrisis de mondiale economie in een wurggreep nam– in korte tijd met in totaal maar liefst 94 procent naar beneden, tot een dieptepunt op 663 punten in december. In februari vorig jaar trok de index weer aan, enkele weken vóór de beurshausse van 2009.
Volgens sommige analisten en beleggers is de graadmeter voor de bulkscheepvaart daarmee een belangrijke voorspeller van economische groei. Immers, wanneer er meer grondstoffen worden vervoerd, lijkt het aannemelijk dat er ook meer geproduceerd zal worden.
Diezelfde personen zullen het koersverloop van de BDI in de afgelopen weken met argusogen hebben gevolgd. De index daalde in juni en begin juli maar liefst 36 dagen op rij –de langste dalingsfase in de afgelopen vijftien jaar– en verloor daarbij circa 60 procent van zijn waarde. Pas vorige week liet de index voor het eerst weer een stijging zien.
Beleggers die een nieuwe terugval (de zogenoemde dubbele dip) verwachten, zien in de daling van de BDI hun mening bevestigd dat de wereldeconomie een fase van een afnemende vraag ingaat.
Critici menen echter dat de ‘voorspellende’ waarde van de BDI niet te hoog moet worden aangeslagen. Zij benadrukken dat in de index kleine verschillen tussen vraag en aanbod enorme prijsfluctuaties kunnen veroorzaken. De BDI zou daarmee stukken volatieler zijn dan de wereldhandel en ongeschikt als schatter voor groei.
Daar valt inderdaad wat voor te zeggen. Wie de achterliggende variabelen van de index bestudeert, ziet al snel dat de BDI hypergevoelig is. Stel dat er op een bepaald moment tien verschillende ladingen van ijzererts –het belangrijkste bulkproduct– liggen te wachten om vervoerd te worden, terwijl er op dat moment slechts negen schepen zijn om ze te vervoeren. Als de ladingen koste wat kost afgeleverd moeten worden, zullen de transportprijzen en daarmee de BDI omhoogschieten omdat er een biedingsoorlog zal ontstaan.
Stel nu dat er een week later drie nieuwe schepen arriveren bij een licht (één lading) toegenomen aanbod van ijzererts. Dan zijn er meer schepen (twaalf) dan ladingen (elf) om te vervoeren, met dalende transportprijzen en een lagere BDI als gevolg.
Het kan lang duren voordat vraag en aanbod weer met elkaar in overeenstemming geraken. Het duurt namelijk lang om schepen te bouwen en daarmee de vrachtcapaciteit uit te breiden. En anderzijds haal je een schip ook niet zomaar even uit de vaart.
De crux in dit voorbeeld is dat een stijgend vaartuigaanbod de index naar beneden kan duwen, zélfs wanneer de onderliggende vraag naar zeetransport door een toegenomen aanbod van ijzererts toeneemt. Dit maakt de BDI ongeschikt als schatter voor de wereldhandel.
Toch is daarmee niet alles gezegd. De belangrijkste vraag is of de dalende BDI van de laatste weken vooral veroorzaakt is door een afnemend aanbod van ijzererts, of door een toenemend aantal schepen. Dat laatste is zonder meer het geval: iedere twee dagen komt er een nieuw schip in de vaart. Besteld in tijden dat zeetransport nog ‘booming’ was.
Maar er is meer aan de hand. Ook aan de vraagzijde doemen er problemen op: er lijkt –voor het eerst sinds 1998– een terugval aan de gang in de Chinese import van ijzererts. Het recent ingezette Chinese beleid om de eigen munt, de yuan, te laten stijgen, zal daaraan geen positieve bijdrage leveren: hogere prijzen betekenen minder vraag naar Chinese producten uit bijvoorbeeld de VS, en dat betekent weer dat China minder grondstoffen (ijzererts) nodig zal hebben om aan die lagere vraag te voldoen.
Conclusie is dat de BDI weliswaar allesbehalve een zuivere schatter voor de wereldhandel is, maar toch een waardevol hulpmiddel kan zijn voor beleggers. De index kan wel degelijk een eerste en vroege aanwijzing vormen voor groeivertraging.