Kerk & religie

Opborrelende beelden van Bunyan

In Canada heeft hij John Bunyan ontdekt. In Middelharnis is hij met de Engelse prediker vergroeid geraakt. Prof. dr. A. Baars, hoogleraar ambtelijke vakken aan de Theologische Universiteit Apeldoorn: „Soms borrelen de beelden van Bunyan zomaar bij me op.”

Janita van Hoeven- ten Voorde
23 July 2010 10:20Gewijzigd op 23 October 2023 15:21
Prof. dr. Baars weet zich gevormd door de Engelse prediker John Bunyan.  „Het mooie van Bunyan is dat hij een grote pastorale bewogenheid heeft om mensen tot Christus te brengen.” Foto André Dorst
Prof. dr. Baars weet zich gevormd door de Engelse prediker John Bunyan. „Het mooie van Bunyan is dat hij een grote pastorale bewogenheid heeft om mensen tot Christus te brengen.” Foto André Dorst

Specifiek gevormd door John Bunyan weet prof. dr. A. Baars zich niet. Velen hebben zijn denken beïnvloed, onder wie de predikant uit zijn jeugdjaren, de later oud gereformeerde ds. C. Smits, maar ook theologen als Augustinus, Calvijn, Kohlbrugge en Spurgeon. Van de nieuwere theologen noemt hij Karl Barth, Noordmans en Van Ruler. „Ook al ben ik het met de laatstgenoemden niet in alles eens; zij zeggen prachtige dingen.”

Wel duidelijk is dat de Engelse prediker uit de zeventiende eeuw grote invloed op hem heeft gehad. Regelmatig gebruikt prof. Baars beelden van de beroemde ketellapper in zijn voordrachten of prediking. Op de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken in 2007 bijvoorbeeld, toen het voorstel van deputaten werd besproken om kerkenraden het gebruik van de Nieuwe Bijbelvertaling in de eredienst te ontraden.

Diverse afgevaardigden uitten kritiek op dat woord ontraden: deputaten zouden niet tot een uitspraak zijn gekomen. Prof. Baars ontkrachtte die bezwaren met een beeld van John Bunyan waarin Evangelist met het Boek der boeken in zijn hand en het Woord der waarheid op zijn lippen mensen ernstig waarschuwt. „Broeders, dát is de kracht van het woord ontraden.”

Prof. Baars: „Dit voorbeeld kan ik me niet meer herinneren. Maar ik gebruik de taferelen van Bunyan inderdaad regelmatig. Soms borrelen ze zomaar bij me op. Beelden blijven sneller hangen bij mensen.”

Wanneer kwam u voor het eerst in aanraking met Bunyan?

„In mijn studententijd kreeg ik alle werken van Bunyan in vier delen, maar eerlijk gezegd kwam ik er destijds niet aan toe om ze te lezen. In Canada, waar ik van 1981 tot 1988 predikant was, heb ik Bunyan pas ontdekt. Daar las ik veel Engels om me de taal eigen te maken.”

Wat spreekt u aan in Bunyans werken?

„Het mooie van Bunyan is dat hij een grote pastorale bewogenheid heeft om mensen tot Christus te brengen en een sterk beeldend vermogen. Zijn werken geven veel praktisch geestelijk onderwijs.”

U verzorgde een hertaling van Bunyans boek ”Komst en welkomst tot Jezus Christus”. Vanwaar?

„In Middelharnis, mijn derde gemeente, was het de gewoonte om een tweewekelijkse Bijbelkring te houden. Omdat Bunyan mij aansprak, besloot ik het over diens boek ”De Christenreis naar de eeuwigheid” te hebben. Een klassiek geestelijk werk waarin veel onderwijs ligt.

Op de kring kreeg ik vragen van gemeenteleden over het komen tot Christus. Ik wees hen op Bun­yans boek ”Komst en welkomst tot Jezus Christus”. Het verouderde taalgebruik bleek voor velen een struikelblok te zijn bij het lezen. Daarom heb ik een nieuwe editie verzorgd. Ik ben daar zo veel tijd mee bezig geweest dat ik in Middelharnis echt met Bunyan ben vergroeid.”

In hoeverre bent u als predikant beïnvloed door de prediking van Bunyan?

„Bunyan heeft mij een dieper inzicht gegeven in wat er gebeurt als een zondaar tot Christus wordt geleid. De struikelblokken die er zijn, de beloften die er liggen bij de Heere vandaan en hoe de Heilige Geest tot Christus leidt.

Als je zo intensief door een boek van hem heen bent gekropen, maak je je dat eigen, dan neem je dat mee in de prediking en het pastoraat. Bunyan is in die zin heel actueel. De bezwaren die hij verwoordt bij het komen tot Jezus, zoals ”Gaat het mij wel om de eer van God?” of ”Is mijn zondekennis wel diep genoeg?” leven nu nog.”

Wat heeft u persoonlijk aan Bunyan gehad?

„Toen ik jonger was en iets van mijn eigen nood was gaan zien en de noodzaak van Christus, liep ik erg met de vraag: Is het nu om mijn eigen behoud te doen of zoek ik de eer van God? Toen ik het boek ”Komst en welkomst tot Jezus Christus” opensloeg, was dat een van de eerste bezwaren die werden behandeld. Bunyan schrijft dat het komen tot Christus om eigen behoud niet verkeerd is, als we maar komen.

Ik keek veel op mezelf: Dit heb ik niet en dat heb ik niet. Bunyan bemoedigde mij. Ook al heb je niets, luidde zijn boodschap, vlucht daarmee tot Hem, daar wordt God in verheerlijkt.

Door het lezen van de lectuur van Bunyan heb ik ook meer zicht gekregen op het werk van de Heilige Geest. Hij overtuigt van zonde en van oordeel maar ook van de gerechtigheid van Christus. Als Hij de belofte van Christus toepast in je ziel, smelten al je aarzelingen weg als sneeuw voor de zon.”

In hoeverre lijkt uw prediking op die van Bunyan?

„Bunyan heeft in zijn prediking een ontwikkeling gemaakt die ik ook bij mezelf een beetje herken. Toen hij pas begon te preken, preekte hij veel vanuit zijn gevoelens en bevinding. Later kreeg hij wat meer vastigheid en was zijn prediking meer gegrond in de Schrift.

De tweede overeenkomst is denk ik toch dat we beiden staan voor een Schriftuurlijk-bevindelijke prediking. Het Woord moet opengaan, maar moet wel eerst door je heen zijn gegaan en erop gericht zijn het hart van de hoorders te raken.”

Dr. H. van ’t Veld, die een biografie schreef over Bunyan, stelt dat de Engelse prediker ten onrechte een baptist wordt genoemd. Bent u het met hem eens?

„De volwassendoop is geen groot strijdpunt voor Bunyan geweest, zo veel is wel duidelijk. Maar of hij daarmee geen baptist kan worden genoemd, zou ik niet durven zeggen.”

Hoe vaak leest u Bunyan nog?

„De laatste tien jaar niet zo veel meer. Voor het voorbereiden van mijn preken lees ik vrijwel altijd iets van Spurgeon. Hij haalt Bunyan veel aan, dus via hem kom ik toch weer bij Bunyan terecht.”


Van zondigende ketellapper tot vrome prediker

John Bunyan wordt in november 1628 geboren in Elstow, een dorpje in Bedfordshire in Zuid-Engeland. Zijn ouders zijn kerkelijk, maar missen het persoonlijk geloof. Bunyan bezoekt enkele jaren een school in Bedford waar arme kinderen gratis onderwijs krijgen. Hij leert daar lezen en schrijven, maar moet na enkele jaren van school af om zijn vader te helpen. Met zijn vrienden haalt hij allerlei verkeerde dingen uit. Zijn geweten spreekt hem daar wel op aan.

Als hij 16 jaar oud is, sterft zijn moeder en een maand daarna zijn zusje Margareth. Na enige tijd meldt Bunyan zich als soldaat aan in het parlementsleger. Daar gebeurt iets wat grote indruk op hem maakt. Op een dag moet hij samen met anderen een vesting belegeren. Als hij klaar staat om te vertrekken, vraagt een jongen van zijn legeronderdeel of hij in Bunyans plaats mag gaan. Die vindt het goed. Als deze soldaat op wacht staat, wordt hij door een kogel getroffen en sterft.

Na drie jaar verlaat Bunyan het leger. Hij gaat terug naar zijn geboorteplaats. In Elstow trouwt Bunyan een serieus meisje. Samen met haar gaat hij een serieuzer leven leiden. Het betekent dat ze tweemaal per zondag naar de kerk gaan. Toch breekt hij niet met zijn zondige leven. Hij doet veel aan sport en spel op zondag.

Totdat hij op een dag aangesproken wordt door een vrouw die hem zegt dat hij de meest goddeloze mens is die ze ooit heeft ontmoet. Dat voorval maakt indruk. Bunyan gaat zijn zonden laten en probeert door het houden van de geboden de hemel te verdienen. Als Bunyan op een dag aan het werk is, hoort hij enkele vrouwen praten over de wedergeboorte. Na dat gesprek beseft hij dat hij die nieuwe geboorte nog mist. De Heere gebruikt een preek uit Hooglied 4:1 om Zijn genade te openbaren in het leven van Bunyan. Hij leert stapje voor stapje te steunen op de beloften van God.

Het valt in de gemeente op dat Bunyan veel inzicht heeft in het Woord van God. Men vraagt of hij zo nu en dan wil voorgaan. Zijn gaven komen zo openbaar dat hij door de gemeente als rondreizend prediker wordt uitgezonden. In zijn prediking legt hij er de nadruk op dat er maar twee wegen zijn. Slechts wie in Christus is, is op weg naar de hemel.

In 1658 treft hem een grote slag. Zijn vrouw sterft en Bunyan blijft achter met vier jonge kinderen. Na een jaar hertrouwt hij. Weer een jaar later wordt hij gevangengenomen. Een moeilijke, maar vruchtbare periode, omdat hij in de gevangenis boeken schrijft, waaronder ”De Christenreis naar de eeuwigheid”, een beschrijving van de weg die een christen meemaakt op reis naar het hemels vaderland.

In 1672 krijgt hij de vrijheid om te preken. Hij wordt voorganger van de baptistengemeente in Bedford. In 1688 wordt Bunyan ziek. Op 31 augustus 1688 sterft hij in de leeftijd van 60 jaar.

Dit is het derde deel in een serie over mensen die sterk zijn beïnvloed door een theoloog. Volgende week vrijdag deel 4.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer