Beleggers die geld hebben gestoken in deze obligaties hebben een claim op de boedel van de failliete bank. De afwikkeling van het faillissement is echter zeer complex en neemt veel tijd in beslag. Hierdoor moeten beleggers lang wachten tot ze iets van hun geld terugzien. Met deze regeling wordt de claim gekocht door een investeerder en krijgt een belegger meteen contant geld in handen.

„Beleggers hebben die krengen gekocht. Ze hebben nu niks en hopen ooit iets uit het faillissement te krijgen. Iedere belegger zegt ‘ik wou dat ik ze kwijt kon”', aldus De Gier. Het plan is om de leningen te bundelen en dan in een pakket aan een investeerder te verkopen.

De twee partijen denken dat dit pakket wel minstens 250 miljoen euro groot moet zijn om het daadwerkelijk tot een koop te kunnen laten komen. Ze verwachten dan een opbrengst tussen 10 en 35 procent van de oorspronkelijke waarde. „We zijn op gesprek geweest in de Verenigde Staten en Londen. Dat verkoop lukt, achten we vrijwel zeker”, zei De Gier.

Finvestor ontvangt bij de verkoop een percentage van de opbrengst. De precieze hoogte hiervan moet nog worden vastgesteld.

Beleggers kunnen na verkoop ook meedoen in een poging om de rest van het bedrag als schade te verhalen op de partijen die hebben opgetreden als tussenpersonen. Het gaat om verschillende Nederlandse banken en vermogensbeheerders.

Lehman Brothers viel op het hoogtepunt van de financiële crisis in 2008 om. Via de Nederlandse dochter Lehman Brothers Treasury werd met complexe financiële instrumenten geld opgehaald.