Zoals een kind uit een vrouw wordt geboren, zo ook wij. God baarde ons en daarom worden wij Gods kinderen genoemd. Geboren, „niet uit den bloede, noch uit de wil des vleses, noch uit de wil des mans, maar uit God” (Johannes 1:13).Wederbaren is Gods werk en omdat het een uitwendig werk is, wordt het toegeschreven aan elk van de drie personen in de Drie-eenheid. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest, allen werken zij hetzelfde werk, maar niet op dezelfde wijze. Werken van de schepping, verlossing en heiligmaking zijn gewoonlijk de werken van God de Vader. Het werk van de verlossing is van God de Zoon. En het werk van de wedergeboorte van God de Heilige Geest.

De mens uit de Geest door het woord der waarheid ontvangen zijnde, wordt eindelijk geboren, en dus lezen we: „…tenzij iemand wedergeboren wordt.” Daarom is het woord „wedergeboren” beter dan „ontvangen”, omdat er een ontvangen kan zijn en geen geboorte, gelijk er velen in het lichaam van de moeder sterven, die wel ontvangen, maar niet geboren zijn.

Echter, als er een geboorte is, dan is er een ontvangenis aan voorafgegaan. Het is de kerk die Gods kinderen baart, door de dienst van Zijn Woord. Als wij kinderen van deze moeder zijn, moeten wij drinken van de melk die uit haar borsten vloeit, de redelijke en onvervalste melk (1 Petrus 2:2).

Isaac Ambrosius, predikant te Preston (De eerste, middelste en laatste dingen, 1660)