Boetvaardig
Lukas 7:37
„En ziet, een vrouw in de stad, welke een zondares was…”
De tranen die geschreid worden uit boetvaardigheid zijn waarachtige tranen. Er is blijdschap in de hemel, blijdschap bij de engelen van God, zegt Jezus, over een zondaar die zich bekeert. Daar is meer blijdschap over dan over 99 rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben. Vinden de zalige hemelingen in de tranen van de zondaren die zich bekeren al zo’n lekkernij, geen wonder dat zulke tranen ook als spijze zijn van Jezus, Die de Heere van de hemel is.
Zie hier een bijzonder geval in deze tekst. Er is een Farizeeër, rechtvaardig in zijn eigen ogen en zich van geen zondentranen bewust. Daar komt een grote zondares met een waarachtig berouw en zilte tranen van hartelijk leedwezen, die Jezus’ voeten besproeit. Het zijn tranen die Jezus’ hart vermurwen. Hij verzekert haar van de vergeving van haar zonden, die vele waren. Hij doet haar met een bevredigd gemoed heengaan naar haar huis.
Nu zal Lukas ons in de tekst tonen hoe een vrouw uit de schare, een groot zondares, Jezus voor de ware Messias heeft erkend, terwijl Simon, een voornaam man uit de Farizeeën, Jezus verwerpt. Een grote zondares geeft de blijken van oprecht berouw over de zonde, van reine liefde en bijzondere hoogachting voor Jezus.
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht
(”De boetvaardige zondares”, 1752)