Binnenland

Een grooten en welbeplanten thuyn

NIEUWE-TONGE – Tuinen kunnen tot de verbeelding spreken, maar soms is de historie intrigerender dan het erf zelf. De tuin achter Kerkring nummer 20 in Nieuwe-Tonge ademt geschiedenis, zegt eigenaar D. W. Exalto. „Je staat hier op de schouders van het voorgeslacht.”

20 July 2010 08:33Gewijzigd op 14 November 2020 11:14Leestijd 3 minuten
D. W. Exalto en zijn vrouw bij de arduinen waterput achter hun huis. „In vroeger tijden moeten de bewoners hier hun water voor de was hebben gehaald.” Foto RD, Henk Visscher
D. W. Exalto en zijn vrouw bij de arduinen waterput achter hun huis. „In vroeger tijden moeten de bewoners hier hun water voor de was hebben gehaald.” Foto RD, Henk Visscher

De tuin van de Exalto’s is mooi, daarover is geen twijfel. Groot ook: zo’n 2200 vierkante meter. In de schaduw van het witte huis staat een oude, arduinen welput. Ernaast een handpomp. In vroeger tijden moeten de bewoners hier hun water voor de was hebben gehaald. De tras, tegen het huis aangemetseld, diende voor de opvang van regenwater.

Het zijn voorwerpen die het erf een authentieke uitstraling geven. Toch is het niet de inrichting die de tuin bijzonder maakt.

Geprikkeld door tal van oude elementen die Exalto –eigenaar sinds 2000– tegenkomt, duikt hij in de geschiedenis van zijn perceel.

„Ons huis staat pal tegenover de oude hervormde Dorpskerk. Elke zondag steken we de Kerkring over om naar de eredienst te gaan. Op enig moment realiseerde ik me dat in vroeger eeuwen eerdere bewoners ook talloze malen hetzelfde loopje hebben gemaakt. Ik wilde graag weten wie ze waren.”

Zijn zoektocht voert Exalto terug naar de 17e eeuw. Via schepen- en kerkenraadacta weet hij te achterhalen dat zijn erf in al die eeuwen tal van bestemmingen had. Daarnaast stuit hij op bijzondere bewoners.

„Het gebied rond Nieuwe-Tonge werd in 1461 ingepolderd. De kreek die onze tuin achterin begrenst, stamt nog uit die tijd. Dat slootje is dus bijna 550 jaar oud, en daarmee voor mij een van de bijzonderste elementen uit de tuin.”

Vlak na de inpoldering is de grond vermoedelijk in bezit van kloosterorden. Daarna oefent het Sebastiaansgilde er met zijn hand- en voetbogen. Later doet het perceel dienst als boomgaard, weide, akkerland en lusthof.

Het huis –met karakteristieke halsgevel– stamt uit circa 1640 en is volgens Exalto bezit geweest van baljuws, schouten en burgemeesters. „De eerst bekende bewoner was Johan van Lodensteijn. Of-ie familie was van Jodocus heb ik helaas niet kunnen achterhalen.”

Zijn gespit in de historie levert soms opvallende karakterschetsen op. Neem Sebastiaan Hendrick Anemaet, die begin 19e eeuw het huis bewoont. Anemaet is een van de negen mannen die de grondwetswijziging van 1848 voorbereiden. Hij is bevriend met de liberale voorman Thorbecke, die tijdens een bezoek aan Nieuwe-Tonge in 1852 ziek te bed komt te liggen in het huis van Anemaet.

Vanuit zijn bedstede schrijft Thorbecke aan zijn vrouw: „Mijn lief zoet hartje, (...) ik schrijf u in eene fraaije tuinkamer, die het uitzigt op een allerliefst park heeft.”

Thorbecke is dus wel te spreken over de tuin achter Kerkring 20. Uit zijn brief valt op te maken dat Anemaet zijn tuin, destijds ingericht als siertuin en lusthof, bij tijden ook openstelt voor het publiek.

De huidige tuin is deels moestuin, deels siertuin en deels boomgaard. Eigenlijk zoals het was ten tijde van Gijsbertus de Rouw, die vanaf 1746 het huis bewoonde. In de notariële akte van dat jaar staat: „Zeker huyjzinge, erve met een grooten en welbeplanten thuyn.” Zo bezien is voor de moderne mens uit de 21e eeuw een thuyn nog altijd gewoon een tuin.

Dit is het vijfde deel in een serie over bijzondere tuinen en erven.

Meer over
Regio
Erfgoed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer