Verder kijken dan alleen naar brood en vis
De Verre Naasten (DVN) is te zien als de gereformeerd vrijgemaakte Woord en Daad. Het kantoor in Zwolle is eenvoudig ingericht. Op de directietafel ligt de Bijbel. Ernaast een schaalmodel van een MAF-vliegtuig. Aan de muur een foto van een zwarte vrouw die pinda-olie in drums giet. Een schilderij: vrouwen in een exotisch land lopen met takken op hun hoofden over een brug. Eronder, in vette letters: „God bouwt geen bruggen. Hij heeft ons handen gegeven.” Een beginselverklaring.
Op het kantoor van DVN-directeur ir. Menno van Hulst is het verder soberheid troef. Zakelijkheid ook. Tjerk S. de Vries is hoofd voorlichting en fondsenwerving van de organisatie waar jaarlijks een krappe 3 miljoen euro omgaat. Een persmap ligt al klaar, met folders, stuk voor stuk professioneel, aansprekend. Het blad DVNnieuws laat zich in één keer uitvouwen. Sprekende doelstellingen op de titelpagina’s: ”Help de boeren in India”, ”De bijbel voor Benin” en ”Scholen voor Congo”.
Een kleine folder geeft aan wat de kern van het werk is: ”Samen leven in Gods wereld”. Het instituut voor zending, hulpverlening en training van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, zoals de officiële omschrijving tegenwoordig luidt, bestaat dit jaar een kwarteeuw. „De geschiedenis uit Johannes 6 over het breken van het brood, vormt de inzet van de folder. DVN wil helpen met de daad. Maar zij wil verder kijken dan brood en vis: de spijs aanreiken die blijft, want: „Zijn verdelende handen zijn de doorboorde handen.””
DVN-werk is kerkelijk werk: een verantwoordelijkheid voor alle kerkleden. Maar dat is nog niet zo lang het geval. De eerste alinea van het jaarverslag 2001 geeft dat eigenlijk al aan. „Dit is het laatste jaarverslag van de vereniging De Verre Naasten en de eerste die wordt gepresenteerd door het bestuur van de Stichting DVN.”
„In de kring van de Vrijmaking leefde altijd de gedachte dat alleen zending een voluit kerkelijke verantwoordelijkheid is. Dienst op de zendingsvelden, zoals onderwijs, hulpverlening en theologische opleiding, was een particuliere bezigheid, zo kreeg elk kerklid het tot voor enkele jaren als met de paplepel ingegoten. Het betekende dat de zending via de particuliere synoden gestalte kreeg en dat de hulpverlening min of meer regiogebonden in dat spoor liep. De coördinatie was, hoewel vrijgemaakten toch uitstekend kunnen organiseren, niet altijd optimaal”, zeggen beide DVN’ers.
In de jaren van de Vrijmaking (1944) tot aan 1978 was een viertal organisaties actief ter ondersteuning van het zendingswerk. Ouderen herinneren zich namen als Mesoz, Meschobor, Vrouwenhulp en de stichting Hulp aan Verre Naasten. In 1978 gingen die particuliere organisaties op in de Vereniging De Verre Naasten. Binnen de vrijgemaakte kerken kregen zending en hulpverlening steeds meer een op elkaar toegespitste structuur. Later zou het overleg worden uitgebreid met deputaten betrekkingen buitenlandse kerken (BBK).
Zo ontstond steeds meer de beweging om woord en daad met elkaar te verbinden. De scheidslijnen die bestonden tussen het werk dat BBK deed, wat de zendende kerken als hun taak beschouwden en wat de vereniging DVN als doelstelling zag, werden minder scherp. De bijbelse overtuiging dat zending en hulpverlening als het ware hand in hand gaan, kreeg steeds meer gestalte én draagvlak binnen de kerken.
De synode ging zich erover buigen. Uiteindelijk besloot de synode van Leusden (1999) tot één deputaatschap met de naam zending en hulpverlening. Dat deputaatschap mocht direct aan de slag om zichzelf te gaan verbinden met deputaten IRTT (Institute of Reformed Theological Training, theologische toerusting ten behoeve van buitenlandse kerken) en de Vereniging DVN.
Vanaf januari 2002 was er sprake van een geïntegreerd bureau met de correcte maar in de prakrijk onmogelijke naam De Verre Naasten - Instituut voor Zending, Hulpverlening en Training van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in Nederland (DVN). De synode van Zuidhorn voegde de verschillende deputaatschappen samen in één deputaatschap: deputaten voor zending, hulpverlening en training (ZHT).
Het praktische werk, dat onder de vlag van DVN plaatsheeft, is minstens zo spannend als de historie. Menno van Hulst, net als Woord en Daad-directeur ir. J. Lock opgeleid in Wageningen, vertelt er met plezier over.
„Ik werkte eerder als veldwerker in Zaïre. De meeste aandacht is er, financieel gezien, voor de Congo. Maar Brazilië komt ook voor op de lijst van projecten.” Opeens zijn de blikken gericht op het MAF-vliegtuig op tafel. Citaat uit een folder, van Elia Paulano, evangelist in Akumburu, Irian Jaya: „Als evangelist-in-opleiding moet ik regelmatig van Yaniruma naar Boma. Lopend zou dat ruim twee dagen duren. Met het vliegtuig van de MAF, met piloot Harry Berghuis, ben ik er in ruim tien minuten.”
„DVN maakt het werk mogelijk van de MAF op Papoea, onder andere door financiering van piloot Harry Berghuis.” In die weldaden deelt ook de Zending van de Gereformeerde Gemeenten. DVN helpt verder aan de verbetering van de sociaal-economische situatie van de Papoea’s. „Wij doen dat door samen met hen te zoeken naar oplossingen voor allerlei problemen, we verzorgen opleidingsmogelijkheden en verstrekken microkredieten.”
Suriname, Venezuela, Congo, Benin, Filipijnen, Oekraïne, India, Brazilië en Egypte krijgen door middel van folders allemaal aandacht omdat DVN daar actief is. In India ligt het werkterrein met name in het noordoosten. Hindoeïsme en communisme doordrenken daar cultuur en gedachtegoed. Met de kleine Presbyteriaanse Kerk wordt samengewerkt. Evangelieverkondiging, onderwijs en toerusting staan er hoog in het vaandel.
Met Zuid-Afrika zijn er eveneens banden. Speerpunt daar is aids-bestrijding. Thembelihle Xaba is een van de onderwijzeressen uit KwaZulu Natal die mede dankzij DVN konden deelnemen aan een aids-preventieprogramma. Zij raakte onder de indruk van de vele slachtoffers die deze ziekte maakt. Maar bij de jonge zendingskerk in Soshanguve, net boven Pretoria, is DVN betrokken. Op een andere manier wordt geholpen op de theologische opleiding Mukhanyo. Via DVN is een Nederlands echtpaar, vutters, actief om onder andere computerles te geven aan de theologiestudenten - op een instituut waar Nederlanders uit verschillende kerken samenwerken om de verre naasten te helpen in woord en daad.