Moord op sjiitische leider in moskee Irak
Een hoge sjiitische geestelijke is donderdag in de Ali-moskee in de Iraakse heilige stad Najaf door omstanders gedood.
Abdel Majib al-Khoei, begin deze maand teruggekeerd uit ballingschap in Londen, probeerde een gebaar van verzoening te maken door met een aan Saddam loyale geestelijke naar de moskee te gaan. Dat viel niet in goede aarde.
Donderdag zou in de moskee een bijeenkomst plaatsvinden waar vooraanstaande mullahs (schriftgeleerden) zouden besluiten wie het bestuur van de moskee op zich moet nemen nu het Iraakse regime praktisch is ingestort. Al-Khoei arriveerde samen met de onder de bevolking weinig geliefde Haider al-Kadar van Saddams ministerie van Religie.
Volgelingen van een andere mullah waren woedend over de aanwezigheid van Al-Kadar en gingen hem te lijf. Al-Khoei voelde zich bedreigd en loste een of twee schoten - in de lucht of op de menigte, daarover verschillen ooggetuigen van mening. De menigte stortte zich vervolgens met messen en zwaarden op de twee geestelijken, die beiden om het leven kwamen. Een onbekend aantal mensen raakte gewond.
Al-Khoei zou met messen en zwaarden zijn omgebracht. Volgens de BBC waren er geen geallieerde militairen in de buurt. Het Witte Huis heeft de moord veroordeeld.
„Al-Kadar was een beest”, zei een 25-jarige ooggetuige. „De mensen riepen dat ze hem haatten en dat hij hier niet moest zijn.” In de moskee staat de graftombe van imam Ali, de schoonzoon van de profeet Mohammed en de belangrijkste heilige van de sjiieten.
Al-Khoei, begin veertig, was een van de prominente Iraakse dissidenten die de afgelopen tijd uit ballingschap zijn teruggekeerd. Hij stond bekend als gematigd en als een voorstander van verzoening. Sinds zijn terugkeer op 3 april heeft hij zich ingespannen om de bevolking van Zuid-Irak ervan te overtuigen dat zij met de Amerikanen en de Britten moeten samenwerken. Veel sjiieten zijn daar niet toe geneigd omdat zij door de VS in de steek zijn gelaten toen zij in 1991 in opstand kwamen tegen Saddam.
Al-Khoei verliet Irak na de opstand. Zijn vader Abul-Qassim al-Khoei was destijds de geestelijk leider (ayatollah) van de sjiieten.