Evangelist Krijgsman: Evangelisten nodig in Amsterdam
HOEVELAKEN – Het gebeurde op de evangelisatiepost Bij Simon de Looijer in Amsterdam. Een man kwam zwaar depressief binnen. Hij was al vaak langs gefietst en durfde niet naar binnen, totdat hij zo depressief was dat hij er „gebracht” werd. Nu is hij een trouw lid van de gemeente.
Evangelist J. Krijgsman vertelde zaterdagavond voor de Kom Ook-groep in Hoevelaken over zijn werk op de evangelisatiepost in Amsterdam. De Kom Ook-groep organiseert avonden voor jongeren in Hoevelaken en Hardinxveld-Giessendam.
Krijgsman zei dat het werk soms zaaien in vruchtbare grond is en soms ploegen op rotsen. Hij noemde een aantal mensen dat geraakt was door het Woord. Zo vertelde hij over een man van wie het leven bestond uit vrouwen, seks en verdovende middelen. Door een folder kwam hij in aanraking met het Woord. Hij kwam op de bijeenkomsten in Amsterdam en kreeg een dagboekje dat hij elke avond trouw las. Krijgsman zei dat hij het moeilijk had met de zonde en dat vriendinnen hem bleven bezoeken, ook al wilde hij het niet. Hij komt al een tijdje niet meer naar de zondagse samenkomsten.
Een jongeman bezocht al prostituees toen hij een jaar of veertien was. Hij kwam in aanraking met verdovende middelen en criminaliteit. Op een gegeven moment dacht hij: „Als er een God is, is het niet best met mij.” Hij kwam bij een groepering terecht die hem vertelde dat Jezus al van hem hield, maar dat hij zelf nog een heleboel moest toen. Nadat hij een folder van de evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten in handen kreeg, ging hij de bijeenkomsten bezoeken en kwam hij –door veel strijd heen– tot geloof. „Hij strijdt nu tegen de zonde in Gods kracht. Ik kan jaloers worden als ik hem hoor praten”, aldus Krijgsman.
De evangelist vertelde over een man die een folder kreeg aangeboden en riep: „Met die Jezus wil ik niets te maken hebben.” Krijgsman kon hem nog net naroepen: „Hij wil wel met u te maken hebben.” Toen was de man al weer verdwenen.
De evangelist haalde een brief aan van een meisje dat meedeed aan een schriftelijke Bijbelcursus. De cursus ontving ze niet meer, omdat haar moeder de envelop expres had verscheurd. Het meisje vroeg om een nieuwe en schreef erbij: „Ik heb op mijn dertiende voor het christelijk geloof gekozen. Ik denk dat mijn moeder het niet goed vindt, maar dan heeft ze pech, want dat kan niemand van me afpakken.”
Krijgsman zei dat iedere gelovige een evangelist zou moeten zijn. Hij haalde de Engelse bisschop J. C. Ryle aan, die stelde dat gelovigen meer op Andreas zouden moeten lijken. Zoals Andreas zijn broer Petrus tot Jezus leidde, zo zouden gelovigen mensen van buiten naar Jezus moeten leiden. „Er zijn duizenden mensen die niet willen luisteren naar een preek, maar wel naar een vriend of vriendin die over God spreekt.”
Krijgsman vertelde dat er in Amsterdam 500 kerken staan en 1500 cafés; dat elke dag 1000 jongens hun lichaam te koop aanbieden in een straal van 500 meter van het Centraal Station en dat het gezamenlijke inkomen van prostituees in Amsterdam 170.000 euro per dag bedraagt.
Krijgsman vindt drie dingen belangrijk voor een evangelist. Het eerste is vertellen. Evangelisten moeten vertellen dat Jezus in de wereld is gekomen om zondaren zalig te maken. Vertellen begint echter pas na goed luisteren, aldus Krijgman. „Je moet weten waarom die ander zo vol is van het wereldkampioenschap voetbal of waarom die ander zo graag | gaat stappen. Pas als de ander zijn verhaal heeft verteld, kun je vertellen wat jou bezighoudt.”
Het tweede dat een evangelist moet doen, is verhelderen. Krijgsman krijgt te maken met mensen die niet weten waar Genesis in de Bijbel staat en die niet weten wie Adam is. „Tegen zulke mensen moet je niet direct zeggen dat ze wedergeboren moeten worden. Als Nicodemus er al niets van begreep, hoe zouden mensen in Amsterdam het dan direct kunnen begrijpen? Ik spreek op zondag alsof de hele stad meeluistert. Dat moet je je ook eigen maken, als je wilt evangeliseren.”
Verdedigen
Als derde punt noemde Krijgsman verdedigen. Dat moet gebeuren met zachtmoedigheid en vreze, aldus Krijgsman. „Dat valt niet mee. De ander kan een lastige gesprekspartner zijn. Misschien weet je de juiste woorden niet, maar de Heere Jezus wil je op het goede moment de woorden in het hart geven. Jij hoeft de ander niet te bekeren.” Christenen mogen van binnen naar buiten gaan om te getuigen van hun geloof. De hoop is dat mensen van buiten daardoor naar binnen gaan om na hun dood voor eeuwig binnen te mogen gaan.
Over het WK voetbal zei Krijgsman: „Stel dat de Heere Jezus morgen terugkomt, dan is het werkelijk WK 2010. Misschien zit je dan wel op je mobiel naar het voetbal te kijken of in de kroeg achter de buis. We zijn geen haar beter.”