Opinie

Commentaar: Meer dan overwinnaars

Zowel bij de verkiezingen voor de gemeenteraad als voor de Tweede Kamer viel het weer op: er hangen steeds minder verkiezingsaffiches achter de ramen. Waren dorpen en steden een paar decennia terug rond de verkiezingen traditiegetrouw bont gekleurd, nu lijkt het wel of mensen zich schamen om buren en passanten hun politieke voorkeur te tonen.

9 July 2010 23:47Gewijzigd op 14 November 2020 11:09

Dat is deze weken anders, als het over voetbal gaat. Zonder enige gêne hult half Nederland zich in het oranje, worden gevels, auto’s en winkelstraten van vlaggen voorzien en zijn vrijwel alle kranten en tijdschriften opvallend eensgezind over hun favoriete voetbalteam.

Vandaag en morgen zal die Oranje­koorts tot een hoogtepunt stijgen, omdat het nationale team van Nederland doorgedrongen is tot de finale van de wereldkampioenschappen. Voor de wedstrijd van morgenavond moet dan ook ongeveer alles aan de kant. Of het nu zondag is of niet – dat speelt geen rol.

Deze krant besteedt weinig aandacht aan grote sportevenementen als het WK. Maar christenen kunnen best wat leren van voetballers en hun fans. Dat begint al bij de uitdossing van het publiek. Miljoenen Nederlanders, tot en met de kroonprins, zijn vrouw en minister-president Balkenende: ieder buigt voor koning Voetbal en toont dat in gewaad, gelaat en gepraat.

Christenen mogen zich met recht de vraag stellen of ze ook zo uitkomen voor hun Koning en duidelijk herkenbaar zijn. Niet zelden hebben zij juist de neiging om in hun schulp te kruipen en zich voor hun omgeving te schamen. Als het kleine meisje in de rij bij de kassa met een schel stemmetje ”U alleen, U loven wij” begint te zingen, legt moeder haar snel het zwijgen op. Intussen neemt ze de oranje beestjes aan van de caissière.

Een halfslachtige houding past een christen niet. Zoals een topsporter, wielrenner of atleet tot het uiterste gaat en zich alles wat schadelijk is, ontzegt. Zoals voetbalfans heel wat over hebben voor hun sport, hun agenda’s leegruimen, hun vrije zondag ervoor opofferen en sommigen zelfs duizenden euro’s neertellen om negentig minuten spel te beleven, zo moeten christenen ook radicale keuzes maken. Dat mag zich niet beperken tot tien minuten ’s morgens en ’s avonds, en twee kerkdiensten per zondag. Niemand kan twee heren dienen. De dienst van God laat zich niet mengen met liefde tot de wereld. Daarbij gaat het zeker niet alleen om voetbal, maar om al het aardse dat het leven, het hart kan beheersen.

Voetbalfans kijken nogal eens meewarig of vol onbegrip neer op mensen die niet van zo’n WK-evenement houden. Die houding moeten christenen van hun kant zeker niet overnemen. Het is zo gemakkelijk om wenkbrauwen, neus of schouders op te halen voor ieder die kennelijk midden in de wereld leeft.

Veel moeilijker is het de knieën te buigen, verloren zonen en dochters terug te roepen en jaloers te maken op de dienst van God. Moeilijk, maar nuttig. Want of Oranje nu wint of niet: wie zijn hart opoffert aan koning voetbal is per definitie verliezer. Voorgoed. En andersom, wie zijn hart mag verpanden aan koning Jezus, die is méér dan overwinnaar. Voorgoed.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer