„Calvijn versmalde de verkiezing niet”
OLDEBROEK – Het is aanvechtbaar om te stellen dat Calvijn de oorzaak is van het feit dat verkiezing en verantwoordelijkheid –zoals prof. C. Graafland stelt– klem zijn komen te zitten in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Dat zei ds. H. Zweistra woensdag. „Calvijn hield er geen dubbele boekhouding op na.”
De hersteld hervormde predikant te Elspeet sprak woensdag in de Maranathakerk in ’t Loo bij Oldebroek. Daar vond de jaarlijkse zomermiddagbijeenkomst plaats van de streek Nunspeet van de Bond van Nederlandse Hervormde Mannenverenigingen op gereformeerde grondslag. Thema van de bijeenkomst was: ”Verkiezing en verantwoordelijkheid”. Ds. Zweistra sprak over de verkiezing, terwijl de hervormde emeritus predikant ds. W. Chr. Hovius het thema ”Verantwoordelijkheid” voor zijn rekening nam.
Ds. Zweistra haalde prof. dr. C. Graafland aan, die vond dat Calvijn te veel nadruk legde op de verkiezing. De boodschap van het Evangelie werd daardoor versmald en het zou gaan om de enkeling. De consequenties van de leer van de verkiezing zouden volgens prof. Graafland te zien zijn bij dr. C. Steenblok, voorman van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, die een voorwaardelijk aanbod van genade leerde.
Ds. Zweistra vindt dat prof. Graafland op dit punt niet correct bezig was en noemt diens stelling aanvechtbaar. „Het is aangetoond dat Calvijn in zijn prediking en zijn commentaar schrijft over de verkiezing als het hart van de kerk.”
De Elspeter predikant vindt het een gevaar als mensen bij de vraag of ze deel hebben aan Christus starten in de eeuwigheid en zich afvragen of ze wel verkoren zijn. „Dan is de prediking er alleen voor hen die deel hebben aan de genade en wordt de mens op zichzelf teruggeworpen. In dat geval verdampen het aanbod van genade, het belang van de kinderdoop en het pleiten op Gods beloften.”
De verkiezing is niet „de deur op een kier zetten”, aldus ds. Zweistra. „Dat doen zij die nooit een goddeloze geworden zijn.”
Onwil
De Heere Jezus begon in Zijn prediking niet bij de verkiezing, stelde ds. Hovius in zijn lezing. „De Zaligmaker zei eerst: „Bekeert u en gelooft het Evangelie.” Hij begon niet in de hoogste klas. Wel legde Hij de verantwoordelijkheid bij zijn gehoor door te zeggen: „Gij wilt in Mij niet geloven.” De duivel zegt dat je eerst je verkiezing moet weten. God is uit op ons behoud. Hij heeft geen lust in de dood van de goddeloze.”
De emeritus predikant zei dat de Heere de mensen eerst hun onwil leert en daarna hun onmacht. „Wie zijn onwil om tot God te komen ziet, leert daarna zijn onvermogen om het heil van zijn kant te laten komen. Maar zij die er niets van terechtbrengen, worden door Gods welbehagen gered. God heeft Zijn zoon overgeven opdat mensen behouden worden.”