Opinie

Vrijwilligersorganisatie moet inspelen op nieuwe oudere

Er komt een nieuwe stroom aan van vrijwilligers van 65 jaar en ouder. Hun motivatie is heel verschillend. Vrijwilligersorganisaties doen er goed aan daar rekening mee te houden, adviseert Kees Penninx.

6 July 2010 08:34Gewijzigd op 14 November 2020 11:06

Vanaf 2010 gaat de grootste generatie die Nederland ooit kende met pensioen: de babyboomers. Het aantal mensen in de derde levensfase (60 tot 80 jaar) stijgt de komende jaren flink. Tussen nu en 2038 zal het aantal 65-plussers toenemen van 2,4 naar 4,3 miljoen.

Wat gaan al deze nieuwe senioren doen met de vrijgekomen tijd? Vooralsnog hebben vrijwilligerswerk en mantelzorg bij de 65-plussers een bescheiden plaats in hun tijdsbesteding, samen zo’n drie uur gemiddeld per week. Ter vergelijking: ze kijken zeventien uur per week televisie en zijn elf uur bezig met eigen hobby’s.

Een uurtje meer vrijwilligerswerk per week heeft grote voordelen. Een groeiende stroom Amerikaanse studies toont aan dat vrijwillige inzet –opgevat als ”goed doen voor anderen”–een positief effect heeft op de lichamelijke en de geestelijke gezondheid. Mensen die genereuze levens leiden, zijn vergeleken met minder vrijgevig en altruïstisch ingestelde mensen gezonder en gelukkiger, hebben minder last van stress en depressies, hebben een groter gevoel van eigenwaarde en leven langer. Mensen die geven –of dat nu in geld is, in tijd of in aandacht– worden ouder en gelukkiger, ook als ze er pas op latere leeftijd mee beginnen. Het levert een nieuw sociaal netwerk op dat vereenzaming voorkomt.

Winst voor de samenleving en winst voor de senioren. Maar meeste vrijwilligersorganisaties hebben geen idee hoe ze de nieuwe senior kunnen bereiken. Logisch, want dé senior bestaat niet. Je kunt verschillende motivatietypen voor vrijwillige inzet onderscheiden: de zelfzorgers, de zelfontplooiers, de hulpverleners en de ondernemers.

De zelfzorgers zijn gericht op het behoud van eigen welzijn en vitaliteit. De zelfontplooiers zijn sterk gericht op persoonlijke ontwikkeling, horizonverbreding, nieuwe kennis en vaardigheden opdoen. De hulpverleners worden vooral gedreven door het willen helpen van andere mensen die problemen hebben, die arm of minderbedeeld zijn, eenzaam zijn enzovoort. De ondernemers willen sociaal-maatschappelijk ondernemen, werken aan maatschappelijke veranderingen en verbeteringen. De vier motivatietypen zijn vrijwel gelijk verdeeld. Achter deze vier typen motivaties schuilen sterk verschillende waarden, persoonlijke behoeften en patronen van zingeving.

Vrijwilligersorganisaties weten de nieuwe oudere nog maar mondjesmaat te vinden. Dat kan anders als ze bij de werving en begeleiding van vrijwilligers rekening houden met deze vier verschillende motivatietypen. Organisaties die daarop inspelen, zijn beter in staat om senioren te vinden en te behouden als vrijwilliger.

De auteur is zelfstandig innovatieadviseur en auteur van het rapport ”Zin in meedoen. Werkzame principes voor het stimuleren van vrijwillige inzet van mensen in de derde levensfase” (te bestellen via movisie.nl).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer