Volgens de commissie hebben de staalbedrijven tussen januari 1984 en september 2002 prijsafspraken gemaakt op de markt voor voorgespannen staal, dat wordt gebruikt bij de bouw van onder meer funderingen en bruggen. De kartelvorming werd in 2002 aan het licht gebracht door het Duitse staalbedrijf DWK/Saarstahl. Omdat dat bedrijf aan de bel trok, hoeft het geen boete te betalen.

„Het is verbazingwekkend dat zo veel bedrijven misbruik hebben gemaakt van bijna de gehele Europese bouwmarkt voor zo’n lange tijd en zo’n belangrijk product. Het is bijna alsof ze in een planeconomie opereerden”, aldus EU-commissaris Joaquin Almunia (Concurrentie). „De commissie zal geen sympathie tonen voor kartelvorming.”

De prijsafspraken golden voor alle EU-landen, behalve Groot-Brittannië, Ierland en Griekenland. Ook in Noorwegen vonden prijsafspraken plaats.

De commissie heeft bewijzen dat de bedrijven meer dan 550 keer samen kwamen om over de kartelvorming te praten. Die bijeenkomsten vonden meestal plaats aan de zijlijn van handelsbijeenkomsten in hotels over heel Europa. De eerste kartelontmoeting werd gehouden in Zürich.

De boete voor ArcelorMittal werd met 60 procent verhoogd omdat het bedrijf al twee keer eerder was veroordeeld voor prijsafspraken. Maar omdat het staalconcern meewerkte met het jongste onderzoek werd de EU-boete weer met 20 procent verlaagd.

Een woordvoerder van ArcelorMittal liet weten dat het concern de boete van de EU nauwlettend zal bestuderen en binnen de aangegeven periode met een antwoord zal komen. De zegsman zei verder dat ArcelorMittal volledig heeft meegewerkt met de Europese Commissie in het onderzoek.

Het is al de vierde keer sinds begin februari dat een boete wordt opgelegd door de EU wegens prijsafspraken. Daarmee komt het totaal bedrag aan boetes voor 2010 uit op 1,49 miljard euro. Vorige week kregen zeventien fabrikanten van badkamerspullen nog een boete van 622 miljoen euro voor prijsafspraken over een periode van twaalf jaar.