De Psalmen als kunstige compositie
VEENENDAAL – Het Psalmboek is een verzameling van 150 zeer uiteenlopende liederen, van verschillende dichters uit een eeuwenlange periode. Lofliederen wisselen zich af met bittere klachten, verlossing met de roep om wraak. Toch is er binnen het Psalmboek een bewuste ordening aangebracht.
Dat blijkt al uit de eerste psalm, die een introductie vormt op het gehele Psalter. Het is geen loflied of klaaglied, ook geen gebed. De psalm zet de twee wegen uiteen die mensen kunnen gaan. „Want de Heere kent de weg der rechtvaardigen; maar de weg der goddelozen zal vergaan.”
Prof. dr. M. J. Paul en drs. C. C. Stavleu, redactieleden van de serie Studiebijbel Oude Testament (SBOT), verwonderen zich nog steeds over de kunstige compositie van het Psalmboek. Het afgelopen jaar bestudeerden ze intensief de eeuwenoude psalmteksten, evenals allerlei recente literatuur en archeologische vondsten. Dat resulteerde deze maand in het ”Bijbelcommentaar Psalmen I”, een uitgave van het Centrum voor Bijbelonderzoek in Veenendaal.
Het is het zevende deel in de commentaarserie van de Studiebijbel Oude Testament. De auteurs behandelen de eerste 106 psalmen. Steeds is op de linkerbladzijde de Bijbeltekst in het Hebreeuws afgedrukt, die vervolgens wordt weergegeven in de vijf meest gebruikte vertalingen (waaronder de Statenvertaling). Op de rechterbladzijde becommentariëren ze de tekst. Regelmatig worden hierbij lijnen naar het heden getrokken. In zes excursen diepen de auteurs enkele thema’s verder uit: de literaire aspecten van de psalmen, de Messiaanse psalmen, de rechtvaardigen in het Oude Testament, Bijbels zicht op de mens, ziekte en genezing in het Oude Testament en vijanden in het Oude Testament.
Het commentaar volgt de rabbijnse indeling van het Psalter in vijf boeken: 1-41, 42-72, 73-89, 90-106 en 107-150. „En als je goed kijkt”, zegt prof. Paul, „dan zie je een bepaalde opbouw binnen het Psalter. Aan de randen van deze boeken staan zogenoemde koningspsalmen. Elk deel, hoe somber het ook eindigt, sluit af met een lofprijzing. Je zult er nooit helemaal de vinger achter krijgen, maar duidelijk is wel dat de psalmen geen 150 willekeurige kralen aan een ketting zijn.”
Soms lijken bepaalde psalmen eenzijdig te zijn. De dichter uit een lange klacht, of een hele groep liederen, zoals Psalm 3-14, gaat over het lijden van David. „Het mooie is dat je vaak een antwoord krijgt als je de psalmen in hun samenhang leest, zoals Psalm 90 een antwoord vormt op de vragen van Psalm 89. Deze wijze van lezen van de psalmen is nieuw in de Bijbelwetenschap.”
Volgens prof. Paul, docent aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en hoogleraar aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven (België), vormen de psalmen een spiegel van menselijke emoties en ervaringen. Maar het verbond met God vormt het fundament.
Hoe de psalmen –het Griekse werkwoord ”psallo” betekent zingen onder begeleiding van een harp– precies klonken, is niet bekend. „Dat er allerlei muziekinstrumenten aan te pas kwamen, is duidelijk”, zegt drs. Stavleu, die bijna fulltime aan de Studiebijbel werkt. „In de psalmen wordt onder meer gesproken over de lier, harp, tamboerijn en rinkelbellen. De meeste liederen, met name de lofprijzingspsalmen, waren oorspronkelijk bedoeld om te zingen. Het is niet bekend welk systeem voor muzieknotatie men gebruikte, maar als je naar recente vondsten in Ugarit in het huidige Syrië kijkt, dan zal het zingen vrij monotoon zijn geweest.”
Prof. Paul: „Overigens verdwenen de muziekinstrumenten na de verwoesting van de tempel uit de eredienst. Die instrumenten waren verbonden aan het heiligdom, zo was de gedachte.”
Prof. Paul spreekt weliswaar over specifiek Messiaanse psalmen, maar wijst er ook op dat de 150 psalmen door hun samenhang in het Psalmboek allemáál gericht zijn op het toekomstige heil. „Het leven en het werk van de Messias komen in heel het Psalmboek voor. Het is daarom goed te begrijpen dat de schrijvers van het Nieuwe Testament de psalmen zo ook duidden. Je kunt niet zeggen dat ze er veel meer in lazen dan erin staat.”
Drs. Stavleu: „Als David in Psalm 22 schrijft dat zijn vijanden zijn kleren onder zich hebben verdeeld, dan drukt hij daarmee allereerst zijn eigen lijden uit.” Prof. Paul: „En in Christus is deze tekst letterlijk vervuld.”