Preventie zelfdoding op spoor moet beter
DEN HAAG (ANP) – Demissionair minister Camiel Eurlings (Verkeer) wil dat er meer werk wordt gemaakt van het tegengaan van zelfdoding op het spoor. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.
Vorig jaar was er 197 keer sprake van suïcide op het spoor en 22 keer van een mislukte poging daartoe. In de afgelopen jaren lag het aantal slachtoffers op gemiddeld 181 per jaar. „Er is dus sprake van een neutrale trend en de doelstelling van permanente verbetering wordt niet bereikt”, schrijft de minister.
In het verleden hebben de spoorbedrijven diverse maatregelen genomen om suïcide tegen te gaan op plekken langs de rails waar het verschijnsel veel voorkomt, zoals het plaatsen van hekken. Hoe meer hindernissen een potentieel suicidaal persoon tegenkomt, hoe groter de mogelijkheid dat deze van zelfdoding afziet, is de gedachte.
„De meeste dodelijke slachtoffers in het railvervoer vallen door spoorsuïcide”, houdt de bewindsman de Kamerleden voor. „Deze suïcides hebben een grote impact. Ze veroorzaken leed bij nabestaanden en direct betrokkenen, zoals machinisten en conducteurs, en zorgen voor een ernstige verstoring van de reguliere treinenloop. Ik heb ProRail dan ook gevraagd een programmaplan voor de preventie van spoorsuïcide op te stellen.”
Spoorbeheerder ProRail laat weten dat het bedrijf is begonnen met een „plan van aanpak”. Zo worden op risicolocaties, waar er enige tientallen van zijn, behalve hekken ook camera’s geplaatst en extra verlichting. „Ook komt er gerichte surveillance door spoorcontroleurs.”
ProRail is bezig met het voorbereiden van een proef met praatpalen op stations. „Mensen in geestelijke nood kunnen dan contact met iemand opnemen”, vertelt een woordvoerster van ProRail. Het project heet ‘113 online’, het nummer dat mensen kunnen bellen is 113.
Verder wil ProRail in contact treden met onder meer instellingen voor geestelijke gezondheidszorg in de buurt van de risicoplekken. De spoorbeheerder gaat ook in overleg met branchegenoten in andere landen om te kijken hoe die met het probleem omgaan. „Maar we hebben 6500 kilometer aan spoor, dat kan je nooit helemaal afsluiten”, stelt de woordvoerster.