Predikant: Ramp Tripoli grote impact op gemeente
Door de vliegramp in Tripoli verloor hij in één ogenblik een heel gezin uit zijn gemeente. Ds. J. M. Weststrate, predikant van de vrije evangelische gemeente in Heerde, over de impact van het overlijden van vader Paul Donkervoort (60), moeder Gieny (58), hun dochters Gemma (27) en Paulien (23) en Pauliens vriend Rutger Berfelo (24).
Ds. Weststrate: „Op de ochtend van de ramp, woensdag 12 mei, werd ik om halfelf gebeld. Een vrouw die in Heerde de zorg had voor de 86-jarige moeder van Gieny Donkervoort, uitte het vermoeden dat de familie tot de slachtoffers van de vliegramp gerekend moest worden. „Ik vrees met vreze”, zei de vrouw. Ze had een vluchtnummer van de familie. Dat was het vluchtnummer van het ramptoestel. Confronterend.
De familie Donkervoort was drie weken op rondreis in Afrika, ter gelegenheid van het 35-jarig huwelijksjubileum. Die mensen zijn heel serieus met afspraken. Als er iets in het programma zou zijn gewijzigd, hadden ze dat meteen laten weten aan hun oude moeder in Heerde.
Wij gingen er na verloop van tijd van uit dat het gezin en de vriend van Paulien waren omgekomen. In de kerkelijke gemeente, maar ook in heel Heerde zelf, heersten ongeloof en verwarring. Het is zó irreëel. In het huis van de familie Donkervoort woont ineens niemand meer. Niemand gaat meer in en uit. Aan het leven van jonge levens kwam abrupt een eind. Dat geeft zo’n intens verdriet. De dochters hadden net werk, ze wilden hun vleugels uitslaan.
Op de dag na de ramp, Hemelvaartsdag, hadden we een openluchtdienst willen houden bij de molen van Wapenveld. Daar vierde 175 jaar geleden onze gemeente zijn eerste Hemelvaartsdag. Die jubileumbijeenkomst hebben we geschrapt. We zijn op Hemelvaartsdag bijeengekomen in onze Kruiskerk. Ik preekte over het heengaan van Jezus, terwijl er in onze gemeente ook mensen waren weggegaan en niet meer terug zijn gekeerd. Dat was een heel bijzondere combinatie. Gemeenteleden hebben gehuild, hun verwarring gedeeld. Dat was waardevol, ondanks de pijn.
Voor de 86-jarige moeder van Gieny Donkervoort is het verlies van haar kinderen en kleinkinderen heel zwaar. Ze zei: „Nu ben ik alles kwijt. Nu kan ik nooit meer wachten tot de kinderen terug komen van vakantie.” De oude moeder was al getraumatiseerd door het verlies van haar kleinzoon Jaap Donkervoort, de enige zoon van de omgekomen familie. Jaap is tien jaar geleden op 18-jarige leeftijd verongelukt bij een verkeersongeval tussen Heerde en Epe. Gelukkig is de oude moeder heel sterk. Ze zei: „Als ik mijn geloof niet had, was ik er niet doorgekomen.” Dat is geen gespeelde vroomheid. Je ziet dat het echt is bij zo’n vrouw. Ze zegt dat er Eén is op Wie ze terug kan vallen. God heeft er haar doorheen geholpen en zal dat blijven doen. Wat het verdriet om het verlies van haar kinderen en kleinkinderen niet wegneemt.
De familie Donkervoort was heel betrokken bij de gemeente. Ik kende hen al 25 jaar. Ze zaten in een projectkoor, deden mee met de schoonmaakploeg, in een la bij hen thuis lag een sleutel van de kerk. Ook in Heerde was de familie actief. Vader Donkervoort organiseerde tennistoernooien, ze wandelden met mensen, liepen achter een broodkar in het verzorgingshuis.
Het verlies van Jaap tien jaar geleden door het ongeval had grote invloed op het gezin Donkervoort. Kort voor de familiereis naar Afrika zei de vader nog tegen me: „Kon ik maar even om een hoekje kijken en hem zien.”
Meteen op Hemelvaartsdag hebben we een bijeenkomst belegd voor zo’n twintig mensen rond de familie Donkervoort. Vrienden, enkele nichtjes, een broer en een schoonzus van Paul Donkervoort. Er moesten allerlei praktische zaken geregeld worden. De contactpersoon binnen die groep was dezelfde vrouw die contact had met de oude moeder in Heerde, toen de familie weg was. We spraken af dat de oude vrouw dagelijks bezoek zou krijgen.
We hebben een collage van foto’s gemaakt van de familie en de vriend van Paulien. Die collage staat in de zaal van onze kerk, maar was ook te zien bij het condoleanceregister in het gemeentehuis.
De contactpersoon had bijvoorbeeld ook een gesprek met de recherche, in verband met de identificatie van de slachtoffers. Hoe zagen ze eruit? Waar had iemand een moedervlek?
Van 24 mei tot 4 juni ging ik met 38 gemeenteleden op reis naar Israël. De familie Donkervoort had ook tot ons gezelschap kunnen horen. Ze hebben erover gedacht om mee te gaan, maar vonden hun huwelijksjubileumreis naar Afrika te dicht op de Israëltrip zitten. Tijdens de Israëlreis was het overlijden van de familie Donkervoort het gesprek van de dag. Bij iedere dagsluiting kwamen de gezinsleden weer ter sprake. Mensen wezen bijvoorbeeld op het verdriet dat de familie had over de dood van hun zoon en broer Jaap. Hoe sterk ze als ouders waren bij de verwerking van dat drama tien jaar geleden. Hoe ze anderen zelfs vertroostten. Mensen verliezen in de familie Donkervoort een klankbord.
In onze gesprekken over de vliegramp kwam ook het verdriet van anderen ter sprake. Mensen hebben het gevoel dat ze al gauw niet meer over hun rouw mogen praten. De familie Donkervoort wilde het liefst dat in gesprekken Jaap ter sprake kwam. Echt verdriet gaat nooit helemaal over, al wordt het minder agressief en prominent.
De zondag na Hemelvaart preekte ik over Rachel, die zich weigert te laten troosten. We moeten niet te snel iemands rouwperiode willen afsluiten. Verdriet mag er zijn. Mensen voelen zich miskend als al gauw wordt gezegd: „Je hebt nog dit en dat, je moet niet zeuren.” Mensen hebben tijd nodig. Dat is in het pastoraat zo wezenlijk.
Ik vroeg me af: Wat moet de begrafenistekst zijn? Op advies van de groep bekenden ben ik uitgekomen bij de trouwtekst van Paul en Gieny: „En Jezus was ook genood.” Over de bruiloft in Kana, waar Jezus water in wijn veranderde. Die tekst stond op een geborduurd schilderijtje thuis bij de familie. Weet je wat zo wonderlijk was? Juist toen we tijdens de Israëlreis met de bus door Kana reden, hoorden we dat de lichamen van de familie Donkervoort in Tripoli waren geïdentificeerd.
In de preek op de dag van de begrafenis, 15 juni, benadrukte ik hoe belangrijk God, Jezus, voor de familie was. Ze maakten tijdens hun belijdenis de keuze dat God de Eerste is in hun leven. En bij de kinderdoop zegt God: „Ik zal er voor je zijn.” Bij de familie was Jezus genood, niet zomaar als een willekeurige gast, maar als Iemand Die het voor het zeggen heeft. Als Jezus de voornaamste gast is, wil dat niet zeggen dat je niets kan gebeuren. Maar het betekent wel dat Hij je bewaart in nood, zelfs in de dood. De familie leefde met de gedachte: het beste komt nog.
Tijdens de begrafenisdienst stond het goede nieuws centraal, zo zou de familie het hebben gewild. Het uitnodigende: Ga niet alleen je weg. Er stond een beperkte groep mensen rond het graf, waar de vier gezinsleden naast Jaap werden begraven. Verderop stonden honderden anderen, die via een geluidsverbinding meeluisterden. We zongen ”U zij de glorie”, en ”Zou ik nog vrezen?” Het geluid ging als een golf over de begraafplaats. De zon brak door, de vogels floten. Ontroerende momenten.”
Herdenking slachtoffers vliegramp Tripoli
In Den Haag heeft morgen de nationale herdenking plaats van de slachtoffers van de vliegramp in Libië van 12 mei. Bij de crash, vlak voor de landing op het vliegveld van Tripoli, kwamen 103 mensen om het leven, onder wie 70 Nederlanders. Alleen de 9-jarige Ruben uit Tilburg overleefde de ramp. Onder anderen koningin Beatrix, minister-president Balkenende en de ministers Hirsch Ballin (Justitie) en Verhagen (Buitenlandse Zaken) wonen de plechtigheid bij.
Op deze pagina’s het verhaal van ds. J. M. Weststrate, predikant van de vrije evangelische gemeente in Heerde. De gemeente verloor door de ramp de familie Donkervoort, bestaande uit vader, moeder en twee dochters. Ook een vriend van een van de dochters kwam om. De vijf waren in Afrika op vakantie in verband met het 35-jarig huwelijksjubileum van vader en moeder Donkervoort.