Twee dagen na de geboorte liet B. haar baby achter op een grasveldje vlakbij het Diakonessenziekenhuis in Utrecht. Ze vertelde aan de rechtbank dat niemand wist dat ze zwanger was. Ze voegde eraan toe dat ze financieel en geestelijk niet in staat was om een kind op te voeden.

De aanklager noemde het een gevaarlijke en verkeerde beslissing. B. heeft haar eigen angst om ontdekt te worden boven het belang van de baby gesteld, betoogde de officier.

De vrouw was met haar pasgeboren kind naar het ziekenhuis gegaan, maar daar bleek niet zoals in Duitsland een luikje te zijn waar moeders anoniem hun ongewenste kinderen kunnen afgeven. De officier van justitie woog in het voordeel van de vrouw mee dat ze toen in paniek is geraakt. Hij benadrukte dat de baby onderkoeld had kunnen raken.

De advocaat van de vrouw vroeg de rechtbank haar geen straf op te leggen. De rechtbank doet op 12 juli uitspraak.