Opinie

Commentaar: Moderne literatuur

Sinds een paar jaar wordt in het voortgezet onderwijs weer mondjesmaat aandacht aan literatuurgeschiedenis geschonken. Ongeveer tegelijkertijd is voor reformatorische en andere christelijke scholen een speciale lesmethode ontwikkeld om de leerlingen op dit terrein wegwijs te maken: ”Literatuur in zicht”. In een driedelige serie is deze methode in het RD geëvalueerd.

25 June 2010 11:42Gewijzigd op 14 November 2020 11:00

Het is begrijpelijk dat scholen die ernst maken met de christelijke identiteit behoefte hebben aan eigen materiaal voor de lessen over literatuur, zeker als het gaat over moderne literatuur. Op vrijwel geen ander terrein openbaart zich de geest van deze tijd zo indringend en zo intens. Moderne literatuur staat (generaliserend gezegd) in het teken van de zinloosheid en de godloosheid van het bestaan. De mens is niet meer dan een speelbal van omstandigheden waaraan toch niets valt te veranderen. „We zijn muizen die in het looprad van het noodlot trappelen, en we kunnen het tempo aan of niet”, schrijft Erwin Mortier in zijn roman ”Godenslaap”, waarmee hij vorig jaar de AKO-literatuurprijs won. De mens kan niets beters doen dan zich zo goed mogelijk te schikken naar die omstandigheden.

Schrijvers zijn de eersten die registreren wat er in de maatschappij onderhuids gaande is. Zij drukken uit hoe het gesteld is met de geestelijke staat van het land. Niet voor niets sprak de Vlaamse auteur Louis Paul Boon (1912-1979) van „de algemene moedeloosheid van deze mensen uit deze tijd, waarvan gij, schrijver, de seismograaf zijt, en uw pen de naald die heen en weer schommelt.”

Het is daarom belangrijk dat leerlingen onder goede begeleiding kennisnemen van deze exponenten van de moderne cultuur bij uitstek. Zij belanden tijdens hun vervolgstudie of in hun werkkring immers veelal in een seculier, postchristelijk klimaat. Daarin zullen ze overeind moeten zien te blijven.

Tegen gure wind helpt slechts een stevige jas. Alleen als jongeren (en ouderen) voldoende gewapend zijn, over voldoende tegengif beschikken vanuit de Schrift, kunnen ze staande blijven. Paulus roept de gemeente in Efeze op om „de gehele wapenrusting Gods” aan te doen, „opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.”

Juist om overeind te blijven in een geseculariseerde maatschappij moeten jongeren weten waarmee (en met wie) ze te maken hebben. Ze moeten de listen van satan doorzien en weten welke wapens hij hanteert.

Paulus citeerde op de Areopagus moeiteloos de literatoren en filosofen van zijn tijd. Hij kende ze van haver tot gort. Die kennis gebruikte hij bovendien om het Evangelie ingang bij de Grieken te doen vinden. Kennis is ook wat dat betreft een niet te onderschatten machtsfactor.

Daarbij is het goed om te beseffen dat je je aan literatuur kunt branden. Auteurs met een vaardige pen kunnen –bijna letterlijk– meeslepende boeken schrijven. Wie niet sterk in zijn schoenen staat, kan gemakkelijk worden meegezogen in de maalstroom van de moderne tijd. Niet voor niets waarschuwt Paulus de Kolossenzen: „Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus.” Daarbij mag ook aan moderne literatuur worden gedacht.

Maar laten we daarbij ook niet vergeten dat literatuur vaak een uiting is van de diepste nood van de moderne mens, die zonder God leeft en ten onder dreigt te gaan in nihilisme en chaos. Christenen hebben daar, als het goed is, oog en hart voor.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer