Zelfonderzoek
Jesaja 29:13
„Daarom dat dit volk tot Mij nadert met zijn mond en zij Mij met hun lippen eren, doch hun hart verre van Mij doen…”
Hoor des Heeren Woord, allen die de zaligheid wenst. Beproef u, of u tot nu toe de Heere alleen met de lippen hebt gediend en niet met het hart. Heeft u Hem gediend zonder kracht en zonder aandacht, zonder geest en leven, zodat u uw zonden nog hebt kunnen handhaven? Heeft u zo en Christus en Belial kunnen dienen? Heeft u alle goede vermaningen die uw geweten u gaf in de wind geslagen? Heeft u uw bekende zonden gekoesterd, zodat u als onvruchtbare bomen wel een menigte van bladeren, maar geen vruchten hebt gedragen?
O, smeek toch of de Heere uw ogen wil openen en zie toch hoe het met uw ziel gesteld is. Uw kerkgang is niets zolang uw ziel daardoor niet gesticht wordt. Uw bidden is tevergeefs, indien u niet met God spreekt. Uw avondmaal is nutteloos zolang er geen verandering van het leven is.
Geloof het, christenen, u kunt met al uw lauwe, harteloze godsdienst verloren gaan. Indien uw zaligheid u ter harte gaat, neem dan de volgende raadgevingen in acht. Mijd de lippendienst, waar de mond niet overeenstemt met het hart. Mijd de lippendienst in het bidden, opdat het gebed geen mondwerk is, maar dat het uit de grond van uw hart komt. Want het geprevel met de mond zonder het hart, is zonde.
Coenraad Mel, predikant te Hersfeld (”Woord op Zijn tijd”, 1730)