Mr. Kruymer vond dat er onvoldoende bewijs aanwezig was voor verdergaand seksueel misbruik. Dat was N. in eerste instantie wel door justitie in Haarlem ten laste gelegd. Door de Haarlemse rechtbank werd N., evenals zijn oudste zoon, eind 2001 vrijgesproken.

Justitie diende tegen die uitspraak hoger beroep in, dat maandag door het gerechtshof in Amsterdam werd behandeld. De zitting kende een emotioneel verloop. Ook de betrokken dochter was bij de zitting aanwezig.

Volgens de advocaat-generaal hebben vader en zoon zich schuldig gemaakt aan ontuchtige handelingen. Ze ging daarbij af op de verklaring die door de dochter (21) is afgelegd. Verdergaande beschuldigingen van de dochter kunnen volgens mr. Kruymer niet worden bewezen. Justitie in Haarlem eiste in december 2001 nog twee jaar onvoorwaardelijk.

De advocaat-generaal toonde zich onder de indruk van wat ze noemde „het familiedrama.” Ze wees erop dat veel is kapot gemaakt. De dochter is al jaren psychiatrisch patiënt, vader N. kan wellicht niet als algemeen secretaris en hoofd van het partijbureau terugkeren nu het SGP-hoofdbestuur een ontslagaanvraag in voorbereiding heeft, terwijl de oudste zoon met name door toedoen van justitie voor zijn leven getekend zegt te zijn.

Bij het formuleren van de eis liet mr. Kruymer zwaar meewegen dat er nog steeds sprake is van wederzijdse genegenheid bij betrokkenen. „We weten van elkaar dat we van elkaar houden en voor elkaar bidden”, verklaarde vader N.

D. N. zei zijn dochter per se niet als leugenaar te willen bestempelen. Ze is volgens hem het slachtoffer geworden van de manipulaties van hulpverleners. „Het moest en het zou incest zijn”, aldus N. „Weliswaar werd ze door de psychiatrische instelling naderhand ontoerekeningsvatbaar verklaard maar dat gebeurde pas nadat ze letsel had toegebracht aan een medewerker. Toen veranderde men plotseling van opvatting.”

N. maakte nog melding van een verklaring van ds. G. J. Baan, voormalig predikant van de gereformeerde gemeente in Lisse, waarin deze zijn verontschuldigingen aanbiedt voor het overnemen van beschuldigingen zonder wederhoor te hebben toegepast. Het hof doet op 17 april uitspraak.

Desgevraagd zegt SGP-voorzitter W. Kolijn dat het hoofdbestuur inderdaad de arbeidsovereenkomst met de algemeen secretaris wil beëindigen. „Een minnelijke regeling is tot nu toe niet gelukt. We bereiden nu een ontslagprocedure voor.” N. werd drie jaar geleden op non-actief gesteld vanwege het justitieel onderzoek dat was gestart.

Volgens Kolijn is een van de redenen voor het beëindigen van de arbeidsrelatie gelegen in de negatieve publiciteit naar aanleiding van de gerechtelijke procedure. „De gevolgen van die publiciteit zullen zijn functioneren ernstig belemmeren, ook al is hij door de rechtbank vrijgesproken. Het draagvlak voor terugkeer ontbreekt.”