Ds. W. G. Gerritsen veertig jaar predikant
OUD-ALBLAS – Kleinzoon en naamgenoot Gijs maakt, spelend op de vloer van de woonkamer, het gesprek mee. „We beleven veel plezier van onze kleinkinderen.” Vorige week maandag stond ds. W.G. Gerritsen, emeritus hervormd predikant te Oud-Alblas, veertig jaar in het ambt.
Het echtpaar Gerritsen voelt zich helemaal thuis in dit dorp in de Alblasserwaard. Het geniet van de landelijke omgeving. Willem Gijsbert Gerritsen werd op 9 september 1937 geboren in het Betuwse Valburg. Zijn studie theologie ging helemaal niet vanzelf. Hij droomt er nu soms nog van dat hij examen moet doen. Achteraf zegt de predikant dat hij faalangst had die te maken had met zijn jeugd. „Ik ben als enig kind vrij eenzaam opgevoed en kon toen ik jong was moeilijk contact maken. Er waren nog geen hulpverleners om je te vertellen hoe het anders moest. Ik had het idee dat ik niet geaccepteerd werd en was daardoor erg op me zelf. Ik denk wel eens dat ik Asperger had.”
Ds. Gerritsen raakte het gevoel van niet-geaccepteerd te worden pas kwijt toen hij naar het hervormd seminarie Hydepark ging. „Het leek alsof er een knop omging. Ik voelde dat ik daar werd geaccepteerd zoals ik was.”
In zijn contact met gemeenteleden heeft hij later veel last gehad van die contactdrempel. Als de aansluiting er eenmaal was, ging het prima. Deze ervaringen hebben hem geholpen in het pastoraat met gemeenteleden. Hij heeft er geen problemen mee om anderen te accepteren zoals ze zijn.
Maarten, een van de kinderen van het echtpaar Gerritsen, is gehandicapt. Hij had aangeboren staar en ziet nu bijna niets meer. Het gezin heeft Maarten, die zich heel weinig ontwikkelde, de eerste 21 jaar zelf verzorgd. Het moeilijkste vonden zijn vader en moeder het als mensen meewarig deden. Zijn zoon heeft ds. Gerritsen wel wat geleerd. „Ik heb ontzettend veel moeite met mensen die de kinderdoop verwerpen. Op de preekstoel ben ik niet gauw emotioneel, maar wel als het gaat om de doop. Maarten is gedoopt. Hij mag horen bij Gods verbond, ook al is hij niet tot zijn verstand gekomen. God neemt niet alleen degenen aan die het geloof kunnen verwoorden.”
Ds. Gerritsen werd in 1970 bevestigd in Nes-Wierum, ten noorden van Dokkum. Het was een overwegend Friessprekende gemeente. De gemeenteleden spraken er Fries en de predikant sprak Nederlands. Ds. Gerritsen kon het Fries al na drie weken verstaan en langzamerhand leerde hij het ook een beetje spreken. Opvallend was dat de mensen bij voorkeur niet uit de Friese Bijbel lazen en ook niet hielden van preken in het Fries.
Zijn tweede gemeente, De Lier (1975), in het Westland, was heel anders. Het was een gemeente van glastuinders die van aanpakken wisten. ’s Zondagsmorgens zat de kerk vol met zo’n 700 mensen, maar ’s avonds kwamen er slechts ruim 100. Als ds. Gerritsen uit de Heidelbergse Catechismus preekte, waren er iets meer toehoorders, maar echt veranderen kon hij deze dorpsgewoonte niet.
In zijn derde en laatste gemeente, Alblasserdam (1980-2001), kwam hij in aanraking met twee stromingen: confessionelen en gereformeerdebonders. Er was veel polarisatie tussen deze twee groeperingen. Ds. Gerritsen wilde vooral een bruggenbouwer zijn. Nu zijn de verhoudingen beter en gaan predikanten van de Ichthuskerk in de Grote Kerk voor en omgekeerd.
De jubilerende predikant waarschuwt voor twee gevaren. „Ik ben blij met de plaats die de hervormd-gereformeerde stroming in de kerk inneemt. Maar het is jammer dat een groep in de kerk stemming maakt en graag wat aanschuurt tegen bepaalde groepen uit de afgescheiden kerken met hun tradities.”
Ds. Gerritsen is ook beducht voor het arminiaanse gedachtegoed, „waar men al snel de kinderdoop ter discussie stelt en denkt dat het heil meer afhangt van de kiezende mens dan van de verkiezende God.”
Hij voelt zich duidelijk op zijn gemak bij het gedachtegoed van oud-SGP-voorzitter ds. H.G. Abma, en dat van dr. W. Aalders. „Zij waren echte theocraten.”