Binnenland

Zes jaar geëist wegens poging tot moord

ZUTPHEN – De officier van justitie in Zutphen heeft woensdagmorgen zes jaar cel en het betalen van 1100 euro schadevergoeding geëist tegen de 55-jarige A. S. uit Ermelo wegens poging tot moord.

Van onze correspondent
16 June 2010 15:10Gewijzigd op 14 November 2020 10:55

Justitie verdenkt S. ervan dat hij op 10 oktober vorig jaar heeft geprobeerd iemand te vermoorden door hem tot twee keer toe met een mes in zijn rug te steken.

S. zegt zich niets van het voorval te kunnen herinneren. Dat had in de late uurtjes plaats bij het treinstation in Ermelo. De dochter en schoondochter van S. waren daar om een fiets op te halen. Zij troffen er het latere slachtoffer met zijn maten, die stonden te schuilen voor de regen.

De man zou de dochter van S. hebben aangeraakt en haar een grove opmerking hebben toegevoegd. Voor de schoondochter was dat aanleiding om S. te bellen. Die sprong meteen in de auto en belde onderweg 1-1-2.

Bij het station zag de Ermeloër zijn dochter niet. Hij raakte in paniek en vroeg aan haar belager wat er aan de hand was. Die zou hem direct een flinke klap op zijn gezicht hebben gegeven, aldus S. Er ontstond een handgemeen; de twee kwamen al vechtend in de bosjes terecht.

Toen beiden weer op hun benen stonden, zou het slachtoffer flink hebben gebloed. Volgens de forensisch arts waren er op een haar na vitale lichaamsdelen geraakt. De politie heeft geen mes kunnen vinden, ondanks dat zij snel ter plaatse was.

S., die al acht maanden vastzit, kan zich nog steeds niet voorstellen dat hij heeft gestoken. Hij zei nooit een mes bij zich te hebben en ruzies altijd met zijn handen uit te vechten. Dat zou hij ook nu hebben gedaan. „Mijn kind belt in nood; door de telefoon leek het of er aan haar werd gesleurd of dat ze geslagen werd. Toen ik daar kwam, kreeg ik direct een klap en heb me verdedigd”, aldus de verdachte.

De officier van justitie vindt dat er voldoende bewijs voor de steekpartij is geleverd door getuigen die zeggen dat zij S. zagen toesteken met een soort koksmes van 15 à 20 centimeter. Van zelfverdediging is volgens de aanklager geen sprake, omdat niet het slachtoffer maar S. het gevecht zou zijn begonnen.

De raadsman van S. vroeg vrijspraak wegens onvoldoende bewijs – mede vanwege het ontbreken van het mes. Als S. niet wordt vrijgesproken, is er volgens de advocaat sprake van een noodweersituatie en moet S. worden ontslagen van rechtsvervolging.

Uitspraak 30 juni.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer