Opinie

Commentaar: Formatiespel

Wilders: „Ja, ik wil. Dolgraag.” Rutte: „Ik moet wel.” Verhagen: „Ik wacht nog maar even.” Dat is zo ongeveer de feitelijke patstelling die na twee dagen informeren is ontstaan.

16 June 2010 11:24Gewijzigd op 14 November 2020 10:55

Kort voor de verkiezingen zei VVD-leider Rutte dat hij voor 1 juli een kabinet op het bordes wilde hebben. De ernstige situatie waarin ons land door de economische crisis verkeert, is volgens hem reden om de formatie zo kort mogelijk te houden.

Andere politici konden niet anders dan het voornemen van Rutte te steunen. Wie mitsen en maren durfde te uiten, streek de kiezer tegen de haren in. Die heeft toch al weinig op met Haags gedoe en een lange formatie zou het beeld alleen bevestigen dat het in de politiek vooral gaat om veel gepraat en weinig om de daad. Bovendien: in Engeland slagen ze er toch ook in om met enkele dagen een nieuw kabinet te hebben?

Toch moeten de partijleiders op het moment dat Rutte zijn voornemen bekendmaakte stuk voor stuk geweten hebben dat het een irreëel voorstel was. Na de Tweede Wereldoorlog duurde de formatie gemiddeld rond de tachtig dagen. Gelet op de uiterst gecompliceerde situatie waarin ons land verkeert, is het dus een illusie om te denken dat ze deze keer wel in goed drie weken rond komt.

De verkiezingsuitslag is nog meer dan verwacht een remmende factor geworden in de vaart die Rutte wil maken. Alleen uiterst moeizaam zullen er meerderheden zijn te vinden.

Het is op grond van het verkiezingsresultaat volstrekt logisch dat de informateur nu de mogelijkheid bekijkt van de vorming van een kabinet waarin VVD en PVV zitten. Inmiddels is duidelijk dat Wilders dit ook graag wil. Hij lijkt bereid liters water bij de wijn te doen; van breekpunten bespreekpunten te willen maken. Sprekend voorbeeld is zijn koerswijziging ten aanzien van verhoging van de AOW-leeftijd. Anders gezegd: Aan Geert zal het niet liggen.

Rutte laat zich op dit moment niet verleiden tot ferme uitspraken. Hij straalt niet uit: Kom op Mark, we gaan er samen voor. Voorzichtig zet Rutte enkele stappen op het wiebelend bruggetje dat de gapende kloof tussen VVD en PVV overspant. Rutte weet dat de kans op een mislukking groot is en daarom opereert hij behoedzaam. Straks moet hij misschien met andere partijen aan een tafel.

Opvallend is dat Wilders, en niet Rutte, een dringend beroep heeft gedaan op Verhagen om aan te schuiven. De CDA-leider is echter niet ingegaan op de lokroep van de PVV-leider. De christendemocraten willen dat VVD en PVV eerst hun verschillen uitpraten. Gezien de verkiezingsuitslag past het CDA bovendien bescheidenheid, zegt Verhagen.

Dat laatste klinkt goed. Maar ieder die Verhagen een beetje kent, weet dat bescheidenheid in het politieke spel niet zijn meest ontwikkelde eigenschap is. Verhagen speelt een slim spel. Hij wacht af of regeren met de PVV mogelijk is. Dat mag Rutte uitzoeken. Als dat niet lukt, kan het CDA de fiolen van toorn van Wilders ontlopen. Lukt het Rutte wel om de kloof te overbruggen, dan wil Verhagen aanhaken. Zo slim is hij wel. Gaat het bij de formatie nu om landsbelang of om partijbelang?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer