„Zending vooral door persoonlijk getuigenis”
ZEIST – Zending is niet zozeer het werk van zendingsorganisaties, maar meer het getuigenis van migranten en lokale christenen.
Dat is kort samengevat de conclusie van een onderzoek dat de Wereldbond van Hervormde en Gereformeerde Kerken (WARC) deed in de aanloop naar de wereldzendingsconferentie in Edinburgh, vorige week. Wout van Laar, directeur van de Nederlandse Zendingsraad (NZR), sprak vrijdag in Zeist op een symposium van de zendingsraad over zijn bevindingen.
Het onderzoek ”Mission today” beoogt antwoord te krijgen op de vraag „hoe zending werkt.” Hoe werkte zending 100 jaar geleden? Wat zijn nu de moeilijkheden bij het bedrijven van zending en waar liggen uitdagingen? In Argentinië, Kameroen en Nederland stelden twaalf lokale, interkerkelijke groepen zich deze vragen. Op het zendingssymposium in Zeist waren enkele vertegenwoordigers van deze groepen aanwezig om hun visie op zending weer te geven.
Ds. P. van Winden, predikant van de protestantse gemeente Utrecht, probeert geen leden te werven met „theologie”, maar met het opbouwen van relaties door ontmoetingen. „Toch merkte ik tijdens het onderzoek dat mijn visie op zending te veel gebaseerd is op het idee dat ik het instituut kerk moet overbrengen op mensen. In mijn contact met de Argentijnen die meedoen aan het onderzoek, blijkt het bij hen meer te gaan om het individuele geloof waar zij in hun omgeving getuigenis van afleggen. Zij dragen als mens of familie iets uit en niet zozeer als kerk.”
Van Laar gebruikt de inleiding van Van Winden om duidelijk te maken wat zijn vindingen in het onderzoek zijn. „We onderschatten wat persoonlijke getuigenissen doen. Mensen die in een „zendingsland” tot bekering komen, komen vaak zo ver doordat ze over God gehoord hebben van mannen en vrouwen die op hun pad kwamen, van migranten en lokale christenen. Een andere ontdekking is dat het Woord zijn eigen weg gaat: zending is niet te vatten in structuren.”
De wetenschap dat migranten en lokale christenen soms meer bereiken dan zendingswerkers, stelt zendingsorganisaties voor lastige vragen. Zijn ze nog wel nodig? De tweede voorzitter van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB), ds. K. van Meijeren: ,Bij de eerste christenen zien we dat het geloof zich spontaan verspreidde. Het Evangelie was Paulus in Rome al voor.” D. H. Boonzaaijer, bureaumanager van Zending Hersteld Hervormde Kerk: „Organisaties kunnen beter dan enkelingen een langdurige relatie opbouwen. Dat is ook van belang.”
Een andere conclusie uit het onderzoek is dat er in toenemende mate bereidheid is om over kerkmuren heen zending te bedrijven. Van Laar vindt dat een logisch gevolg op het gaan in gehoorzaamheid aan God. „Als je de veilige zone verlaat, merk je dat je ook andere christenen nodig hebt.”
De NZR-directeur zei dat geld nog altijd een problematische rol speelt in zending. ”Wie betaalt, die bepaalt”, lijkt vaak het motto. „Donateurs willen vaak hun kerkstructuren overbrengen naar andere landen. Maar de verhoudingen in de wereldkerk veranderen. Beweeg als zendingsorganisatie mee in die verandering. En als wij het niet meer weten: de Geest weet wel raad met het werk van God in de wereld.”