„Jongeren willen weer een stevig verhaal horen”
ROTTERDAM – Aan het Lisplein te Rotterdam staat de Opstandingskerk, een gebouw uit de jaren zestig, compleet met zalen en een klokkentoren. In de kerkzaal zegt missionair werker Niels de Jong: „Wij zien meer kerkgangers dan vijf jaar geleden.”
Het boeit De Jong (29) erg: een paar jaar geleden zaten er minder dan honderd mensen in een ochtenddienst. Nu zijn dat er ongeveer 150. En de meeste nieuwe kerkgangers, waarschijnlijk wel zo’n 80 procent, zijn twintigers en dertigers. „Jongeren zijn in toenemende mate betrokken bij de kerk. Velen van hen blijven bewust in de stad wonen, werken soms zelfs een dag minder in de week om tijd te hebben om actief te zijn in de kerk. Er wordt mij net iets te gemakkelijk gesproken over jongeren die afhaken. Ik preek regelmatig her en der in het land en zie op meer plaatsen dat de kerk bij de jonge generatie weer in beeld is.”
Niels de Jong houdt van de stad, houdt van Rotterdam. „Als de kerk het in de stad niet redt, moeten we vrezen voor de kerk in Nederland. Ik kan gewoon niet accepteren dat de kerken in de steden op sterven na dood zouden zijn, zoals je wel eens hoort. Ik ken juist veel gemeenten in de stad die groeien. Die gemeenten zijn weliswaar kwetsbaar, maar ze groeien. Die groei betreft slechts tientallen mensen, en dat is op een stad van 600.000 inwoners natuurlijk niet schokkend. Zoiets haalt het nieuws niet. Maar volgens mij is het dieptepunt van de kerk in de grote stad voorbij.”
Het zijn, zegt De Jong, wel de kerken aan de orthodoxe kant van de Protestantse Kerk waar groei wordt geconstateerd. „De vrijzinnigheid heeft geen toekomst. Ik zou op zondagmorgen mijn bed niet uitkomen voor een verhaaltje waarbij het allemaal toch niets uitmaakt wat je doet. Mensen komen echt niet alleen voor de gezelligheid naar de kerk. Ze willen een stevig verhaal horen, zonder rare fratsen, over dingen die er in het christelijk geloof echt toe doen. Het moet gaan over de grote thema’s, zoals kruis, opstanding, genade, vergeving, het lijden in de wereld. Dat mag best een halfuur duren. Mensen komen niet meer in beweging als het draait om lief zijn voor elkaar.”
Volgens De Jong krijgen mensen weer in de gaten dat er meer moet zijn tussen hemel en aarde dan wat ze om zich heen kunnen zien. „Leven zonder God is heel plat, is heel oppervlakkig. Jongeren stellen op een gegeven ogenblik weer de vraag: Is dit alles? Is er nu echt niet meer in het leven? Ze vermoeden dat er iets hogers moet zijn. Ze voelen soms weer dat ze Jezus Christus nodig hebben, omdat er iets grondig mis is in hun leven. Als je vertelt dat het weer in orde moet komen tussen God en mensen, dan begrijpen ze echt wel wat je bedoelt. Er is een groeiend besef dat het in principe níét in orde is tussen ons en God. Er is een kloof, er is gebrokenheid, waardoor wij mensen niet zomaar bij God kunnen komen. Veel jongeren voelen dat haarscherp aan”, aldus De Jong.
Niels de Jong is in dienst van de IZB (voor zending in Nederland). Zijn werkterrein bestaat uit het Liskwartier en de Bergpolder, precies onder de A20, de snelweg Gouda-Hoek van Holland. Het zijn wijken met een „prettig gemengde” bevolking met veel twintigers en dertigers, en met evenveel allochtonen als autochtonen.
De Opstandingskerk kwam in 2006 beschikbaar. De Opstandingswijkgemeente werd toen opgeheven. De hervormde wijkgemeente De Samaritaan, die nu gebruikmaakt van de kerk, is sterk missionair gericht. „We willen graag mensen van buiten met het Evangelie van Jezus Christus bereiken. Dat doen we door in de wijk contacten te leggen. En het werkt echt. Iedere zondag zie ik mensen in de kerk die er nog niet eerder waren geweest. Er wordt weer gedoopt, zowel kinderen als volwassenen. Niet elke maand, maar toch! Het gaat in het missionaire werk toch altijd maar om die ene. En als die ene binnenkomt, grijp je moed.”
De Jong ziet zichzelf als vooruitgeschoven post, als het gezicht van de wijk. „Ik nodig mensen uit voor een cursus, of voor een bepaalde bijeenkomst. Je hoopt dat mensen geboeid raken door wat de Bijbel zeggen wil. We willen ons bekommeren om mensen om ons heen.”
Op de website van de gemeente staat het speerpunt: „We willen een belijdende, een getuigende en een dienende gemeente van Jezus Christus zijn, onder het motto: Kerk met een hart, voor God, voor elkaar, en voor de stad.”
De zondagse diensten in De Samaritaan zijn sober ingericht, vindt De Jong. „We zingen alleen psalmen en gezangen, begeleid door een orgel. En de preek staat centraal. Er is geen poespas. We zijn wel open, gastvrij en informeel. Blijkbaar hebben mensen daar toch weer een antenne voor.”
Dit is het tweede deel in een serie over de IZB. De organisatie voor zending in Nederland bestaat 75 jaar.