Eigen wegen
Galaten 2:19
„Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.” Galaten 2:19
Zodanig was het gesteld met de farizeeër en zo is ook, op zijn best genomen, de grond waarop de hoop gevestigd is van allen die op de wet steunen. Wanneer zij denken aan hun verschijning voor die grote Rechter van hemel en aarde, slaan zij het oog op hun gewaande heilige begeerte en godvruchtige pogingen om daarmee hun angstige gemoed wat op te beuren.
Dit is de weg waarlangs zij vrede zoeken te maken met dat hoge Wezen, Wiens majesteit zij hebben geschonden. Op de wet beroepen zij zich, met de wet moeten zij staan of vallen. Wanneer dit middel hen teleurstelt, en als hun godsdienstige verrichtingen en oefeningen van boetvaardigheid hun geen troost verschaffen, zal een gevoel van schuld hen met moedeloosheid overstelpen.
Het genadeverbond met al zijn toezeggingen, het bloed van Jezus met Zijn verdienste, zien zij voorbij. En als zij die al niet geheel voorbijzien, het kan hun geen ware vrede geven zolang zij met de wet leven en geen andere gerechtigheid kennen dan die uit de wet is. Zij begeren ook alleen in die gerechtigheid gevonden te worden. Die is het waar zij op steunen.
Abraham Booth, predikant te Londen
(”De verloochening van eigen gerechtigheid volstrekt nodig”, 1775)