Mannenbroeders in de clinch tijdens RD-debat
APELDOORN – Kopstukken van de drie christelijke partijen probeerden elkaar donderdag de loef af te steken om de gunst van de kiezer. Vooral tussen Rouvoet (CU) en Van der Staaij (SGP) ging het daarbij hard tegen hard. Wat Van Bijsterveldt (CDA) deed verzuchten: „De mannenbroeders zijn met elkaar in discussie.”
Het bij vlagen verhitte debat, dat vanavond werd uitgezonden door het Reformatorisch Dagblad (RD) en de Reformatorische Omroep (RO), had plaats in de onlangs in gebruik genomen redactiezaal van de Erdee Media Groep in Apeldoorn.
Daar kruisten de lijsttrekkers van SGP en CU de degens met CDA-kopstuk Van Bijsterveldt (nummer 5 op de kieslijst) over de thema’s economie, gezin en veiligheid.
Vooral omtrent het gezinsbeleid hadden de partijen het nodige op elkaar aan te merken. Zo verweet Rouvoet het CDA moeders die ervoor willen kiezen om zelfstandig hun kinderen op te voeden, steeds feller de arbeidsmarkt op te jagen.
Van Bijsterveldt pareerde die kritiek door te wijzen op de naderende tekorten op de arbeidsmarkt. „Natuurlijk ben óók ik ervoor dat de afweging over arbeidsdeelname in gezinnen aan de keukentafel plaatsheeft, maar we hebben straks ook agenten nodig op straat en verpleegkundigen aan het bed.”
Om de in de afgelopen jaren fors toegenomen verschillen tussen een- en tweeverdieners weg te nemen, bepleit de CU nu een „eerlijke belastingvrije som”, stelde Rouvoet. Waarop Van der Staaij hem voor de voeten wierp „dat de CU op zo’n manier wel heel erg druk is om haar eigen regeringsbeleid terug te draaien.” Per slot van rekening was het de coalitie van CDA, CU en PvdA die er in 2007 voor koos om de algemene heffingskorting voor de niet-werkende partner stapsgewijs af te bouwen, memoreerde de SGP-leider.
Rouvoet erkende in het coalitieakkoord op punten zijn verlies te hebben moeten nemen, zoals bij het belastingvoordeel voor de niet-werkende partner. „Maar we blijven niet hangen in dat coalitiecompromis”, wierp hij tegen. „Juist als principiële partij bewijs je jezelf door na regeringsdeelname weer voluit te gaan voor je eigen idealen. En ik dacht dat u met mij blij zou zijn dat we nu proberen om alles wat we toen hebben moeten weggeven of niet konden realiseren, nu weer gaan nastreven.”
„Dat is ook leuk”, stelde Van der Staaij droogjes, „Maar het is wel even wennen, vooral omdat uw partij in de afgelopen jaren, ook vanuit de Kamer, niet heeft aangegeven dat het een compromis betrof waar u het mee oneens was, maar het beleid zelfs voluit werd verdedigd.”
Rouvoet wenste de SGP-leider daarop toe „dit ook een keer mee te mogen maken. Het verbaast me echt dat uw voorganger Van der Vlies de laatste jaren herhaaldelijk gezegd heeft dat hem de lust om te regeren ontgaat als hij ziet hoe moeilijk het is om in een coalitie veel te bereiken. Maar ik vind het de plicht van iedere politieke partij, en zeker van een principieel-christelijke, om niet alleen maar wat te vinden, maar ook om daadwerkelijk iets te bereiken.”
„De mannenbroeders zijn met elkaar in discussie” constateerde Van Bijsterveldt, die van die situatie handig gebruikmaakte door zich, als in het gezegde met de twee honden die vechten om een been, te ontpoppen als het derde dier, met een warm pleidooi voor een stem op CDA-leider Balkenende. „Die stem is enorm belangrijk om in een regering het evenwicht te kunnen bewaren bij essentiële onderwerpen zoals het bijzonder onderwijs, het gezin en medische-ethiek. En ik verzeker u: met Paars zal het allemaal van een gans andere orde zijn.”
Een vraag vanuit het publiek van oud-RD-hoofdredacteur Janse of het „geen vorm van kiezersbedrog is” om, nu het CDA zo laag staat in de peilingen, als partij te zeggen „stem op Balkenende, terwijl hij wellicht al de ochtend na de verkeizingen vertrokken is”, antwoorde het CDA-Kamerlid ontkennend. „Wat u nu doet, is een nabeschouwing houden. Maar als CDA zitten wij nog midden in de wedstrijd. En weet u wat nu het mooie is aan Jan-Peter Balkenende: dat hij rechtovereind blijft, zelfs bij pittige tegenwind. Daar wordt hij zelfs sterker van.”