„Alleen toekomst voor de kerk door het Woord”
ELBURG – In Elburg is de hervormde gemeente verdeeld in een wijk waar een echte Gereformeerde Bonder predikant is en een wijk waar een zogenoemde ”rechtzinnig hervormde predikant” wordt beroepen. „Ik stond in de laatste wijk”, glimlacht dr. L. Westland.
Lambert Westland, broer van de predikanten Jac. Westland en W. Westland, was maandag 40 jaar predikant. „Ja, drie broers die predikant zijn geworden. Terwijl we op zich echt niet uit een domineesgezin komen. Mijn vader was boekhouder, hoewel hij wel in de kerkenraad heeft gezeten. We zijn opgegroeid in een warm, kerkelijk gezin. Zeer betrokken, echt hervormd. Ik ben geboren en getogen in Huizen en ik weet nog hoe we daar op de zondagen in drommen naar de kerk gingen. Die tijd is voorbij. Maar dat geldt niet alleen voor Huizen.”
Ds. Westland stond 22 jaar in Elburg. Daarvoor was hij gemeentepredikant in Meteren en Est en in Dinteloord. Van 1972 tot 1981 was hij bestuurslid van de HGJB. „En vanaf 1980 heb ik zeven jaar bij de IZB gewerkt als predikant voor vorming en toerusting. Volstrekt ander werk dan het arbeiden in een gemeente, maar het had zeker de liefde van m’n hart. Al kwam er op een zeker moment ook wel weer het verlangen om echt zelf in een gemeente te werken en niet alleen anderen toe te rusten.
In 1986 werd ik beroepen in Zwolle. Ik moest bedanken en snel daarna werd ik gebeld door een ouderling uit Elburg. Maar ik durfde geen beroep van die gemeente in overweging te nemen. Een jaar later belde diezelfde ouderling weer omdat er nog steeds een vacature was. Toen hebben we gezien dat dat de weg was die de Heere wilde dat we zouden gaan.”
In 1985, in zijn IZB-tijd, promoveerde ds. Westland bij prof. dr. H. Jonker op het onderwerp ”Eredienst en maatschappij”. „Het ging in dat onderzoek over de betekenis van de zondag voor het leven in de maatschappij doordeweeks”, legt ds. Westland uit. Om er relativerend aan toe te voegen: „Ik moet eerlijk zeggen dat het werk volstrekt gedateerd is. Wel is het nog steeds actueel dat ik in dat proefschrift ook heb beschreven hoe de visie van prof. dr. Van Ruler op dit onderwerp is.”
Hij draait de stoel in zijn studeerkamer een kwartslag en opent een schriftje dat in de boekenkast ligt. „Dat zijn de collegedictaten die ik gemaakt heb van de college’s van Van Ruler. Onvergetelijk. Zo kernachtig als hij het zeggen kon. Dit bijvoorbeeld: „In Christus is ons werkelijk alles gegeven. Maar toch is er nog toepassing nodig.””
Hij klapt het schriftje dicht. „Als ik dat zo lees, hóór ik het hem nog zeggen. Die man was uitdagend, op en top modern, maar tegelijk ook intens vroom. Als je hem wilt plaatsen, gaat het eigenlijk altijd mis. En dat heeft natuurlijk ook alles te maken met het feit dat we nu in een volstrekt andere tijd leven dan waarin hij destijds leefde en waarin hij sprak en preekte. Dat kun je zomaar niet overzetten naar nu. Van Ruler was een man van de kerkorde van 1951. Met die brede blik op de maatschappij. Een kerk die op alle terreinen van de samenleving aan de slag ging en wilde. Dat kun je, helaas, niet meer vergelijken met onze kerk, die in de marge van de maatschappij is gedrongen.”
Wat de kerk betreft blijft dr. Westland pleiten voor het preken van de drie sola’s: alleen geloof, alleen genade, alleen het Woord. „De gemeente kan niet anders gevoed worden dan door de dienst van Woord en sacrament. Daarin ligt echt de enige toekomst voor de kerk.”