Prikken met een deadline
De dierenarts van Gert en Bertine Overeem uit Barneveld vaccineerde in één uur tijd 330 geiten tegen Q-koorts.
Hij deed dat vorige week, op een avond, onder het melken. De dieren lopen dan een rondje in een carrousel, waar ze graag in gaan: bij de ingang krijgen ze brokken. „Dan gaat dat enten snel”, zegt Bertine (39). „Anders moet je de dieren vangen en ben je zo een paar uur bezig.”
De Overeems behoren tot de ruim 400 melkgeiten- en -schapenhouders die voor 1 juni hun dieren moeten laten vaccineren tegen Q-koorts. Tot donderdag stonden er 184 bedrijven geregistreerd als gevaccineerd, aldus Coen Gelinck, woordvoerder van het ministerie van Landbouw (LNV). Hij tekent erbij aan dat het „dagkoersen” zijn: „We krijgen nog steeds vaccinatieformulieren terug.” Minister Verburg zei gisteren na afloop van de wekelijkse ministerraad dat nog maar 10 van de ruim 400 bedrijven zich niet hebben aangemeld.
Als alle melkleverende bedrijven en opfokbedrijven hun dieren voor 1 juni hadden gevaccineerd, zou minister Verburg (LNV) waarschijnlijk de maatregelen tegen Q-koorts hebben versoepeld. Zo zouden het aanvoer- en fokverbod, sinds december van kracht in de sector, worden opgeheven.
De ministers Verburg en Klink (Volksgezondheid) namen die maatregelen eind vorig jaar omdat het aantal Q-koortsgevallen bij mensen in 2009 fors bleek toegenomen. Q-koorts is een zoönose, een infectieziekte die van dier op mens kan worden overgedragen, en volgens onderzoekers vormen vooral geiten- en schapenbedrijven een risico voor verspreiding. Uit voorzorg werden op 88 bedrijven in totaal ongeveer 62.500 dieren geruimd. De bacterie komt vooral vrij bij het aflammeren, dus legden alle drachtige dieren op besmette bedrijven het loodje.
Inmiddels kan in theorie geen geit meer drachtig zijn. Half mei was het lammerseizoen afgelopen. Maar omdat nog niet alle dieren die dat wel moeten zijn werden ingeënt, verwacht Verburg niet dat versoepelingen van de maatregelen dinsdag kunnen ingaan.
Eindspurt
Vaccinatie tegen Q-koorts is meer dan een prik. Voor betrokkenen kan de enting een spannend begrip zijn. Zelfs het ministerie van Landbouw geeft aan dat het exacte effect van vaccineren nog niet bekend is. „Maar deskundigen verwachten dat vaccinatie ervoor zorgt dat het risico van verspreiding van de Q-koortsbacterie van besmette bedrijven naar de omgeving veel kleiner wordt. Er zijn voldoende aanwijzingen dat besmette gevaccineerde dieren veel minder Q-koortsbacterie uitscheiden en ook de kans op verwerpen (abortus) wordt veel kleiner.”
Toen het Jeroen Bosch Ziekenhuis begin april meldde dat de bacterie Coxiella burnetii, die Q-koorts veroorzaakt, na vaccinatie van dieren in de melk terecht zou kunnen komen, besloot een deel van de veehouders nog even te wachten met enten. Boeren –en Kamerleden– vroegen zich af of bedrijven dan besmet konden worden verklaard dóór de entingen.
Na onderzoek van het Centraal Veterinair Instituut (CVI) en de Gezondheidsdienst voor Dieren wist Verburg eerder deze maand bezorgdheid op dit punt weg te nemen. Toon van Hoof, verantwoordelijk voor de portefeuille diergezondheid bij LTO Nederland, meldde deze week: „Er is een ware eindspurt aan de gang om voor 1 juni toch nog alle dieren te laten enten.” Hij baseerde zich op signalen van zowel veehouders als dierenartsen.
„Boeren zijn nu als een speer aan het enten”, zegt Bertine Overeem. Op de geitenhouderij van haar en haar man Gert werden rond Kerst 457 van de 837 dieren geruimd. Ze vertelde daar destijds over in deze krant.
Ze begrijpt dat veehouders hebben geaarzeld om te vaccineren. „Als wij vrij waren geweest van besmetting, hadden we ook even gewacht. Op dit moment is het zo dat, als je bedrijf besmet blijkt, er voor alle lammetjes die je hebt zitten een levenslang fokverbod geldt. Dan is er geen melk op te halen en beur je niks. Ze kunnen alleen nog naar de slacht.”
Dat versoepeling van de maatregelen wordt uitgesteld, noemt ze „heel jammer.” „Het is hard nodig dat we geiten mogen aanvoeren en fokken. Overal zitten verder veehouders met lammeren omhoog. Wij hebben zo’n 400 lammeren aangekocht, en de boer die ze nu huisvest, wil ze best kwijt onderhand. Ik ga zelf ook ergens heen om lammetjes op te fokken, maar dat ben ik wel beu nu. Het is telkens wat. Ze springen soms bijvoorbeeld uit het hok.”
Vooral voor schapenhouders dringt de tijd. Overeem: „Bij schapen houdt het melken eerder op dan bij geiten.” Nico Verduin, voorzitter van de vakgroep schapenhouderij bij LTO, legde deze week een dringend verzoek neer bij minister Verburg om het fok- en vervoersverbod voor de melkschapenhouderij op te heffen. Verduin wijst erop dat alle dieren op de bijna veertig bedrijven met melkschapen zijn gevaccineerd tegen Q-koorts.
Dure grap
Behalve boeren die huiverig waren voor vaccinatie kent Bertine Overeem ook een veehouder met melkgeiten die principieel tegen vaccineren is. De boer heeft genoeg aan zijn hoofd en wil op dit moment geen pers te woord staan. „Dat kan ik me voorstellen”, zegt Overeem. „Er zijn boeren die woest zijn op collega’s die niet enten.”
Wie op 1 juni niet heeft gevaccineerd, krijgt dierenartsen van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) over de vloer die de dieren dan zullen enten. Voor gemoedsbezwaarden bestaat de mogelijkheid tot ontheffing van de vaccinatieplicht, geeft Gelinck van LNV aan. Daaraan zittten wel voorwaarden. Een ervan is een blijvend fokverbod.
Wat dus betekent dat dit bedrijf ophoudt te bestaan? Dat is een te snelle conclusie, meent Gelinck. Hij wijst op het duurmelken bij geiten, wat betekent dat de dieren niet zo vaak lammetjes hoeven te krijgen als bijvoorbeeld koeien en schapen om melk te geven. En zo’n boer zou regelmatig nieuwe melkgeiten kunnen aanschaffen, meent hij.
Dat laatste is „een heel dure grap” , zegt Jeannette van der Ven, voorzitter van de vakgroep LTO Melkgeitenhouderij. Zij vreest dat er voor een gewetensbezwaarde geitenhouder geen toekomst is. „De meeste melkgeitenhouders geven er de voorkeur aan eigen dieren zelf te laten aflammeren, zodat ze kunnen sturen op eigenschappen als een goede melkproductie. Als je dieren aankoopt, ben je overgeleverd aan het aanbod op de markt. En je loopt het risico op ziektes – andere dan Q-koorts. De vraag is of je dat als ondernemer moet willen.”
Klein groepje
Evert Evink (59) is varkenshouder in Oosterwolde. Hij heeft in het verleden veel te maken gehad met veehouders die principieel tegen vaccineren zijn. In de jaren 90 kampte de varkenssector met de ziekte van Aujeszky; in overleg met de overheid en de Gezondheidsdienst voor Dieren konden toen goede afspraken worden gemaakt voor gewetensbezwaarden, weet Evink. „Boeren die niet wilden vaccineren, konden hun dieren behouden, en toch werd het doel bereikt: varkens die positief werden getest, werden op den duur verwijderd.”
Hij kent geen geitenhouders die hun dieren op dit moment niet willen enten. „Het zullen er weinig zijn, anders had ik het wel gehoord. De geitenhouderij is een klein groepje in Nederland, en ik vrees dat ze met de rug tegen de muur staan. De overheid beslist zo gemakkelijk over hen; en ze zijn maar met een paar.”
Evink benadrukt dat boeren die principieel tegen inenten zijn, wel alle middelen willen gebruiken om ziekten te bestrijden. „Het gaat om het preventief, voorbehoedend handelen dat wij afwijzen. Een gewetensbezwaarde boer gelooft dat de Heere ziekte en gezondheid geeft, en dat wij niet voor Hem uit moeten lopen en zeggen: dat dier –nu nog gezond– mag niet ziek worden.”
Dat boeren het collega’s niet in dank afnemen als ze niet enten, was vijftien jaar geleden ook zo, weet Evink. „Maar mensen accepteren wel steeds minder van elkaar. We zijn erg ik-gericht. Vroeger noemden we iemand die op zondag niet wilde werken, geen gewetensbezwaarde. In de toekomst wordt dat wel zo, hij behoort bij de enkeling die op zondag niet wil werken.”
Q-koorts is gevaarlijk voor mensen, en dat maakt de huidige situatie anders dan de tijd van varkensziekte die Evink heeft meegemaakt, erkent hij. Ook kent hij niet alle ins en outs van de Q-koortsbacterie – waarin hij niet alleen staat, want zelfs onderzoekers hebben nog allerlei vraagtekens. „Toch zou voor mij de eerste optie zijn: het bedrijf afschermen om besmetting te voorkomen. Mest niet meer uitrijden is een goed voorbeeld; als je weet dat die besmet is en de bacterie verspreidt, moet je dat niet doen.”
Taaie overlever
Er zijn ook mensen die graag willen enten maar dat niet mogen. Hobbyboerin Sonja van der Stel uit Hoogersmilde (Drenthe) houdt Wensleydale-Longwoolschapen. Deze week schreef ze in haar weblog ”Draadjes en praatjes” dat ze graag haar vijftien dieren, die tot een bedreigd Engels ras behoren, had willen laten inenten tegen Q-koorts. Maar dat lukte niet: dieren van hobbyboeren komen niet in aanmerking voor het vaccin. „We begrijpen er niets meer van”, schrijft Van der Stel. „De boer die hierachter zijn weiland heeft, is geitenhouder en zijn bedrijf is besmet en geruimd. Sedert enkele jaren rijdt hij de mest uit van de geiten en dat zijn tonnen stront. En in die poep zit de bacterie.”
Van der Stel vreest dat haar schapen besmet zijn met Q-koorts. Ze heeft nog nooit zo veel dode lammetjes gehad als dit jaar, vertelt ze. „Vijf zijn er doodgegaan. Dat is heel veel. En we hadden een bijzonder klein lammetje. We zorgen goed voor onze dieren, enten ze tegen van alles in – wat nu gebeurt is ongebruikelijk.”
Terwijl minister Verburg geitenboeren sancties oplegt als ze niet vaccineren, verbiedt ze op dit moment hobbyboeren gebruik te maken van de enting. Van der Stel vindt het beleid „vreemd en tweeslachtig.” Ze noemt het terecht dat op kinderboerderijen en zorgboerderijen wel wordt gevaccineerd, „om de mens te beschermen tegen deze ziekte. Maar als je zoals ons, achter een besmet bedrijf woont en zelf schapenhouder bent, dan gelden er andere regels.”
Met het ruimen van hele veestapels is de Q-koorts niet verdwenen, meent Van der Stel. „De Q-koortsbacterie is een taaie overlever. Door wind en stof kan hij wel zo’n 12 kilometer reizen. Muizen, ratten en konijnen kunnen de bacterie heel gemakkelijk verplaatsen. De muizen lopen hier vrolijk over de deel en gaan vervolgens weer naar hun holletjes in het land van de achterbuurman. Zo wordt de bacterie van A naar B gebracht en vice versa.” Daarom pleit ze voor een uitgebreider vaccinatieplan, waarbij niet alleen dieren in grote stallen worden geënt.
Coen Gelinck van het ministerie van Landbouw begrijpt dat Van der Stel vragen heeft. Maar hij herhaalt wat minister Verburg eerder heeft gezegd: het vaccin tegen Q-koorts is schaars, en Verburg zet het op advies van deskundigen in op plaatsen waar de risico’s het grootst zijn: bij melkleverende bedrijven. Pas daarna komen hobbydieren aan de beurt. Gelinck: „Wie regels maakt, schept nog altijd grensgevallen.”
Soms bestaat een grens uit niet meer dan prikkeldraad tussen twee stukken grasland.
Minder mensen ziek door Q-koorts
In 2010 zijn 221 mensen ziek geworden van de Q-koorts, blijkt uit de nieuwste cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Via de GGD’s kwamen dit jaar 333 meldingen van Q-koorts binnen. Van hen hadden 221 mensen dit jaar hun eerste ziektedag. Het aantal ziektegevallen ligt een derde lager dan in 2009.
Volgens minister Verburg hebben de maatregelen waarmee wordt geprobeerd de Q-koorts in te dammen effect. „De gevreesde voorjaarspiek blijft geheel achterwege”, aldus Jos van de Sande, hoofd infectiebestrijding van de GGD Hart van Brabant, gisteren in de Volkskrant. „De belangrijkste bron lijkt te zijn bestreden. Dat is bijzonder goed nieuws. Ook voor de geitenhouders. Al het verdriet is in elk geval niet voor niets geweest.”
Roel Coutinho, van het RIVM, klinkt voorzichtiger. Hij denkt dat er nog geen conclusies kunnen worden getrokken. „De zomer is nog lang.”