De paus kondigde de zogeheten apostolische visitatie in maart aan in een brief aan de Ierse rooms-katholieken. De vier ‘inspecteurs’ moeten onderzoeken hoe bisschoppen en andere religieuze leiders in vier Ierse bisdommen op het seksueel misbruik van minderjarigen door geestelijken hebben gereageerd. Ook zullen zij nagaan hoe de Ierse kerk dient om te gaan met de slachtoffers van misbruik.

De paus heeft aan ieder van de vier een aartsbisdom toegewezen. Emeritus aartsbisschop Cormac Murphy O’Connor van Westminster gaat naar het in Noord-Ierland gelegen aartsbisdom Armagh. De aartsbisschop van Boston in de Verenigde Staten neemt het aartsbisdom Dublin voor zijn rekening. Het is de bedoeling dat ook andere Ierse bisdommen worden geïnspecteerd. In een afzonderlijk onderzoek wordt bekeken hoe de priesteropleidingen moeten worden aangepast aan de eisen van deze tijd.

In zijn brief aan de Ierse katholieken stelde Benedictus vast dat de Ierse bisschoppen grote fouten hebben gemaakt en als kerkelijke leiders hebben gefaald bij de aanpak van kindermisbruik. De geestelijken die zich aan minderjarigen hebben vergrepen, hebben het vertrouwen van kinderen en hun ouders beschaamd en hun collega’s te schande gemaakt, schreef de paus. Een maand eerder noemde hij in een rede tot de bisschoppen het seksueel misbruik van minderjarigen „een gruwelijke misdaad” en „een ernstige zonde die God schokt en de waardigheid van de naar Hem geschapen mens schaadt”.

Eind vorig jaar kwam een commissie van het ministerie van Justitie in Dublin tot de conclusie dat de kerkleiders het wangedrag van geestelijken „als een bezetene” hadden toegedekt. Niet de rechten van de minderjarigen, maar de reputatie van de kerk en het voorkomen van schadevergoedingen stonden in hun beleid voorop. De commissie onderzocht het misbruik in het aartsbisdom Dublin tussen 1975 en 2004.