„Protestant eerder naar eindtijdbeweging”
AMSTERDAM – Rooms-katholieken zullen zich minder snel aansluiten bij eindtijdbewegingen dan protestanten. Dat stellen de godsdienstsociologen dr. D. H. Hak en dr. L. G. Jansma in het jongste nummer van het tijdschrijft Religie en Samenleving.
Het blad wordt vrijdag gepresenteerd op het symposium ”Vrijzinnigheid heeft de toekomst” aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Dr. Hak en dr. Jansma onderzochten aan de hand van het Efraïmgenootschap wie zich bij een eindtijdbeweging aansluiten en hoe zo’n groep functioneert. Het Efraïmgenootschap kreeg rond de eeuwwisseling bekendheid nadat de leider, Heinrich van Geene (die zich de profeet Elia noemt), had voorspeld dat zijn gemeenschap in 2001 als bruidsgemeente van Christus zou worden opgenomen.
In hun artikel stellen de auteurs dat protestanten zich eerder bij een beweging als het Efraïmgenootschap zullen aansluiten dan rooms-katholieken. De oorzaak daarvan zou zijn dat protestanten onzekerder zijn als het gaat om het laatste oordeel. „In het rooms-katholicisme is het heil voor alle gelovigen die zich aan de kerkelijke regels en traditie houden, relatief eenvoudig te verkrijgen. De leer van beloning en straf op basis van gedrag is calvinisten vreemd.”
Protestanten hebben een even grote behoefte aan zekerheid omtrent het heil, maar krijgen dat pas in het eindoordeel, stellen dr. Hak en dr. Jansma. „Hun God heeft de trekken van een alles beschikkende Almacht die de gelovigen in onzekerheid laat over hun heil, dat slechts voor een beperkte groep is weggelegd. Protestanten zullen zich daarom eerder aansluiten bij een eindtijdbeweging. Pas bij de wederkomst wordt protestanten hun status immers duidelijk.” Voor hun verwachting konden de onderzoekers echter „weinig cijfermatige ondersteuning vinden, gezien de geslotenheid van de groepering.”
Dr. Hak en dr. Jansma onderzoeken de eindtijdbeweging vanuit de zogenaamde rationele-keuze. Volgens dit model zoeken mensen naar waardering, status, liefde en genegenheid en gedragsbevestiging. Om dat te bereiken, moeten „kosten” gemaakt worden, bijvoorbeeld door de besteding van tijd, geld of goederen. Eindtijdbewegingen zijn volgens deze theorie aantrekkelijk, omdat de „opbrengsten” er hoog zijn en de „kosten” laag, onder andere doordat men elkaar als gelijkgestemden veel gedragsbevestiging geeft.
Anderzijds geven ook „hoge kosten” de leden het idee dat ze goede volgelingen zijn. „De aanhang volgt de leider vrijwillig en komt graag tegemoet aan diens eisen, ook als deze in de ogen van buitenstaanders extreem zijn qua tijd, energie, geld en goed en het opgeven van familie. Hoe hoger deze kosten, hoe meer ze gedragsbevestiging en status van de anderen krijgen.”
Wanneer de „kosten” echter te hoog worden, is een eindtijdbeweging niet meer aantrekkelijk. Daarom noemt het Efraïmgenootschap zichzelf ook nadrukkelijk orthodox-christelijk, aldus dr. Hak en dr. Jansma. „Mensen willen geen ketters of nieuwlichters zijn. Als de leer van de eindtijdbeweging toch sterk afwijkt van de traditionele boodschap, zijn de kosten voor orthodoxe christenen te hoog. Ze moeten dan delen van hun traditionele opvattingen opgeven voor andere die hun vreemd zijn.”