Nacht van gebed in teken Noord-Korea en moslims
Christenen in Iran hebben het niet gemakkelijk. Maar soms is er ook goed nieuws. Zo meldde Open Doors, een organisatie die vervolgde christenen steunt, deze week dat Maryam Rostampur en Marzieh Amirizadeh zijn vrijgesproken van alle aanklachten tegen hen. De twee Iraanse christenvrouwen zaten vorig jaar 259 dagen gevangen om hun geloof. Na hun gevangenschap mochten ze hun rechtszaak in vrijheid afwachten. De vrouwen werden beschuldigd van het verspreiden van het christendom en afvalligheid van de islam.
Rostampur en Amirizadeh moesten op 13 april voor een hoorzitting naar de rechtbank. De rechter besloot toen dat hij meer tijd nodig had om de zaak te onderzoeken. Onlangs werd bekend dat de twee Iraanse vrouwen zijn vrijgesproken van alle aanklachten tegen hen. Waarom de vrouwen zo plotseling zijn vrijgesproken, is nog niet duidelijk. Ze werden wel gewaarschuwd dat het ernstige gevolgen zou hebben als ze ooit nog christelijke activiteiten zouden ondernemen. Dat maakte leven in Iran voor hen ontzettend moeilijk. Ze zouden voortdurend in de gaten worden gehouden. Maryam Rostampur en Marzieh Amirizadeh besloten daarom het land te verlaten. Afgelopen weekend zijn ze aangekomen in „een ander land.”
Voor Rostampur en Amirizadeh en andere vervolgde christenen organiseert Open Doors vannacht de Nacht van Gebed. Dit jaar staat die in het teken van Noord-Korea en de moslimwereld. In Noord- Korea zitten nog altijd tussen de 50.000 en de 70.000 christenen opgesloten in gevangenissen en concentratiekampen.
Christenen in de moslimwereld worden vaak behandeld als tweederangsburgers, zoals ook blijkt uit de 259 dagen opsluiting van Rostampur en Amirizadeh.
De gebedsnacht wordt op zo’n 400 locaties in Nederland en België gehouden. Ruim 10.000 christenen bidden dan voor de vervolgde kerk. Waarom ’s nachts? Juist dan hebben veel vervolgde christenen het moelijk, zegt Open Doorswoordvoerder Klaas Muurling. „Dan slaat de twijfel toe. Bovendien zien we in de Bijbel dat veel christenen ’s nachts bidden. Toen Petrus gevangenzat, bad de gemeente ’s nachts voor hem en kwam hij vrij.”