Politiek

Balkenende: Ik weet dat ik een missie heb

Zijn positie in de peilingen lijkt hopeloos. Toch toont CDA-leider Balkenende niet als een geknakt mens of moedeloos politicus. Hij blijft geloven in zijn missie. „Een beter Nederland, daar gaat het mij om.”

Addy de Jong en Gerard Vroeg­indeweij
27 May 2010 16:08Gewijzigd op 14 November 2020 10:43
Foto EPA
Foto EPA

Het gaat, electoraal gezien, niet goed met het CDA. De christendemocraten zitten anno 2010 in de hoek waar de klappen vallen. In maart bijna 200 gemeenteraadszetels verloren. En nu, in de aanloop naar de Kamerverkiezingen, in de meeste peilingen op een verlies van een zeteltje of vijftien. Kan dat nog goed komen?

CDA-lijsttrekker Balkenende blijft, uiterlijk althans, onaangedaan. De vraag of zijn geringe populariteit soms samenhangt met de zwakke prestaties van zijn laatste kabinet, pareert hij met een uitvoerige beschouwing over het verschil tussen de diverse coalities waaraan hij leidinggaf. „Kijk, Balkenende II was het kabinet dat de moed had tegen de stroom in te roeien en te hervormen waar dat nodig was. Dat is door de kiezer uiteindelijk positief gewaardeerd. Balkenende IV kwam onder heel andere omstandigheden tot stand. Al in 2006 proefde ik dat we met onze hervormingsmaatregelen behoorlijk veel van de bevolking hadden gevraagd. We moesten meer rekening gaan houden met de spankracht van de samenleving.”

Bovendien ontstond er, aldus Balkenende, „een enorm complexe politieke situatie. Op de avond van de verkiezingen zag ik drie linkse partijen tegenover drie rechtse partijen zitten. Ik dacht: hoe is hier chocola van te maken? Op dat moment ging het mij primair om de regeerbaarheid van Nederland. Tegen Wouter Bos heb ik toen gezegd: Luister eens, of dit land nu nog geregeerd kan worden, hangt af van jou en mij.”

Bedoelt u dat de ambities van Balkenende IV door de omstandigheden lager waren dan die van Balkenende II?

„Niet lager, wel anders. Daarbij kwam dat er al snel problemen ontstonden. In het eerste jaar hadden we al meteen het punt van het ontslagrecht. Daar waren afspraken over gemaakt, ook met de PvdA, die aan het ontslagrecht eigenlijk niets wilde veranderen.

Toen is daar vervolgens de financiële crisis gekomen. Daarop hebben wij adequaat op gereageerd. Al met al denk ik dat het CDA en ook ikzelf ook de achterliggende drie jaar hebben bijgedragen aan de stabiliteit van Nederland en het maken van de juiste keuzes. En dat onder zeer moeilijke omstandigheden. In een maatschappelijk klimaat dat na de moord op Fortuyn en Van Gogh uiterst onrustig was.”

U zegt: bijgedragen aan de stabiliteit van Nederland. Is dat toch niet wat mager als resultaat van drie jaar regeren?

„Ik wil er eerlijk in zijn: er zijn dossiers waarop ik graag meer voortgang had geboekt, zoals het flexibiliseren van de arbeidsmarkt om daardoor mensen sneller aan de slag te krijgen. Daar is zeker sprake van gemiste kansen. Maar dat ligt niet aan het CDA.

Daar staat dan weer tegenover dat wij het eerste Europese land zijn dat zei: We gaan 1,8 miljard ombuigen na 2011. We gaan alle overschrijdingen op de begroting terugdringen. We gaan buitengewoon terughoudend zijn met de loonontwikkeling. Ik bedoel maar: dat is ook niet niks.”

U wilt zeggen: het had nog heel mooi kunnen worden als de PvdA niet was gedeserteerd?

„Het gedrag van de PvdA noem ik beschamend. Gezien de grote opgaven waarvoor ons land staat, vind ik het onverantwoord wat er is gebeurd.”

De ChristenUnie toonde zich wél een stabiele en betrouwbare regeringspartner.

„Zeker, dat heb ik gewaardeerd, vooral ook omdat de partij voor het eerst op landelijk niveau bestuurlijke verantwoordelijkheid ging dragen.”

Heeft dit gezamenlijk avontuur de partijen dichter bij elkaar gebracht?

„Dat zie ik nog niet zo. De ChristenUnie heeft de afgelopen jaren gekozen voor een sociaal-economisch beleid dat dicht bij de PvdA lag. Zij heeft in haar verkiezingsprogramma staan dat ze de hypotheekrenteaftrek wil beperken. Ze wil allerlei vermogenstoetsen. Dat maakt mij bezorgd voor de positie van de middeninkomens. Het CPB heeft becijferd dat de waarde van woningen in de komende jaren sterk onder druk staat. Als de aftrekbaarheid van de hypotheekrente dan ook nog eens verdwijnt, heb je een groot probleem.”

Toch vinden velen dat CDA en Christen­Unie de laatste jaren meer op elkaar zijn gaan lijken.

„Mmm, als ik de recente uitlatingen lees die CU-politici over mijn persoon deden, lijkt me eerder het omgekeerde het geval. Volgens Rouvoet was ik in het kabinet meer bezig met de CDA-belangen dan met de belangen van de coalitie. Fractievoorzitter Slob uitte kritiek op mijn kwaliteiten als teambuilder. Dat zijn aanvallen op mijn persoon. Ik heb ook zo mijn opvattingen over CU-bewindslieden, maar zal die nooit in het openbaar naar voren brengen. In de Bijbel staat dat je een ander uitnemender moet achten dan jezelf.”

Vanuit de ChristenUnie hoor je nog wel eens de klacht dat zij bij principiële kwesties de kastanjes uit het vuur moest halen.

„Ik geloof niet dat je dat zo kunt zeggen. Natuurlijk heeft Rouvoet zijn eigen punten ingebracht, maar hij heeft in ons wel altijd een bondgenoot gehad. In medisch-ethische zaken hebben we de afgelopen jaren goed kunnen samenwerken.”

Uiteindelijk regeert u het liefst met de VVD.

„Dat zijn uw woorden. Ik stel vast dat we zware tijden voor de boeg hebben en dat er stevige maatregelen nodig zijn, maar toch niet op de manier waarop de liberalen dat willen. Ik heb veel kritiek op het verkiezingsprogramma van de VVD. Wie bezuinigen wil, moet dat wel sociaal verantwoord doen. Ik vind dat de VVD op dit moment volledig doorschiet. Jongeren die gaan studeren, krijgen geen studiebeurs meer. Ze moeten alles gaan lenen. Mensen die in huurhuizen zitten, kunnen te maken krijgen met huurprijsstijgingen tot 57 procent. Het kindgebonden budget moet verdwijnen en na het tweede kind is er geen recht meer op kinderbijslag. Dat raakt vele tienduizenden gezinnen. Ouderen en jongeren moeten gaan betalen voor de huisarts. Cholesterolverlagers en maagzuurremmers wil de VVD uit het ziekenfondspakket halen. Als mensen in een verpleeghuis komen, gaat ze dat duizenden euro’s extra kosten. Al die maatregelen pakken voor grote groepen mensen desastreus uit.”

Positief aan Rutte is dat hij weinig heil ziet in een paars kabinet.

„Op mij komt hij in dezen niet erg overtuigend over. De beste garantie tegen een nieuw paars kabinet is in elk geval dat het CDA de grootste partij blijft en het initiatief heeft bij de coalitiebesprekingen. Alle christenen, tot welke partij ze ook behoren, moeten zichzelf daarom nu de vraag stellen wat hun verantwoordelijkheid is.

Ik ga graag door als premier. Niet voor mezelf. Ik kan me zeer wel een ander leven voorstellen dat minder belastend is voor mijn vrouw Bianca en mijn dochter Amelie. Maar omdat ik weet dat ik een missie heb. Met paars zal zelfbeschikking weer de boventoon voeren. De maatschappelijke ordening zal wijzigen. Religie krijgt in het publieke leven minder plaats. Daar worden we niet beter van.”

Bijbelgetrouwe christenen vragen zich af hoe christelijk het CDA nog is. Als de ChristenUnie een voorstel doet om de termijn waarbinnen abortus mag plaatsvinden terug te brengen van van 24 naar 18 weken zwangerschap, geeft u niet thuis.

„Laat ik vooropstellen dat elke abortus er voor mij een te veel is. Maar het gevaar is reëel dat je door een discussie over in de wet vastgelegde grenzen het tegendeel bereikt van wat je beoogt. Ik vind het daarom veel belangrijker om andere typen maatregelen te nemen, bijvoorbeeld meer voorlichting aan jongeren en allochtonen. Het gaat niet alleen om juridische grenzen. Er zijn landen waar de regels voor abortus strenger zijn, maar waar het abortuscijfer hoger is.”

Hoe komt het dat u veel minder dan vroeger spreekt over het thema waarden en normen?

„Het thema is voor mij persoonlijk altijd op de achtergrond aanwezig gebleven. Het debat erover moet ook worden gezien in de tijd waarin het speelde. Vanaf 1994 tot 2002 regeerde paars en het motto was: werk, werk, werk. Toen was het nodig om aandacht te vragen voor de wijze waarop mensen met elkaar omgaan. Ik heb gepoogd de discussie hierover in de samenleving te laten landen. Mijns inziens is dat ook gelukt. Ontzettend veel scholen en sportclubs zijn sindsdien bezig met het thema respect. In die zin vind ik het waarden- en normenoffensief zeker geslaagd.”


Levensloop Balkenende

  • geboren op 7 mei 1956 te Biezelinge.

  • studies geschiedenis en rechten van 1974 tot 1982.

  • promotie rechtsgeleerdheid 1992.

  • eredoctoraten in 2005 en 2010.

  • lid gemeenteraad van Amstelveen van 1982 tot 1998.

  • stafmedewerker Wetenschappelijk Instituut CDA 1984 tot 1998.

  • bijzonder hoogleraar christelijk sociaal denken van 1993 tot 2002.

  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1998 tot 2002.

  • minister-president en minister van Algemene Zaken, vanaf 2002.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer