Opinie

Spanning tussen vragen van deze tijd en Evangelie moet blijven

De zogeheten ”emerging churches” dagen de traditionele kerken uit om over hun missie in de wereld na te denken, betoogt Bertrand Rickenbacher. Hij wijst op gevaren en leerpunten van deze beweging.

Bertrand Rickenbacher
26 May 2010 08:55Gewijzigd op 14 November 2020 10:41
„Er wordt volgens de ”emerging church” in de kerk te veel waarde gehecht aan de rede, wat ten koste gaat van gevoel en creativiteit.” Foto Sjaak Verboom
„Er wordt volgens de ”emerging church” in de kerk te veel waarde gehecht aan de rede, wat ten koste gaat van gevoel en creativiteit.” Foto Sjaak Verboom

Als een zendeling wordt uitgezonden naar een ver land, dan leert hij de taal, de gewoonten en gebruiken van dat land, om zo het Evangelie beter te kunnen verkondigen. De Amerikaanse apologeet Francis Schaeffer (1912-1984) stelde dat dit ook geldt voor christenen in het algemeen: we moeten de wereld waarin wij leven kennen en begrijpen, we moeten de ‘taal’ leren van onze tijdgenoten om hen te kunnen bereiken met de boodschap van het Evangelie.De vraag hoe we deze boodschap kunnen brengen in samenlevingen die bijna even snel seculariseren als de gletsjers smelten, komt in alle hevigheid op ons af. Tal van boeken zijn er inmiddels verschenen waarin gezocht wordt naar een antwoord. In de Franstalige wereld maakte de vertaling van het boek ”The church on the other side” van Brian Mc Laren veel los. Mc Laren is een van de grondleggers van de zogeheten ”emerging church”, een moeilijk te vertalen aanduiding van een beweging die traditionele vormen van kerk-zijn loslaat en experimenteert met vrije vormen. De ”emergers” hebben uitgesproken ideeën over hoe het Evangelie in een postmoderne wereld gebracht kan worden. Simpel gezegd komt het hierop neer: doe het tegenovergestelde van wat de huidige kerken doen.

Rationele benadering

De denkers achter de emerging church beschouwen de huidige gereformeerde en evangelische kerken als producten van het modernisme. Zij slagen er daarom niet in hun tijdgenoten te bereiken en zullen wellicht ook niet in staat zijn om de 21e eeuw, de eeuw van het postmodernisme, te overleven. De kerken moeten zich in hun optiek niet langer vastklampen aan het wrakhout van het modernisme, maar het goede in het postmodernisme ontdekken en dat gebruiken ten gunste van de Evangelieverkondiging.

In welk opzicht zijn de huidige kerken producten van het modernisme? De emergers noemen onder andere de volgende aspecten:

  1. Een rationele benadering van de Bijbel. Men heeft theologische systemen uitgedacht en er is een sterke behoefte om alles met behulp van logische argumentatie te verklaren.

  2. Een dualistisch wereldbeeld: kerk staat tegenover wereld, gered tegenover verloren, waar tegenover vals enzovoort.

  3. Een logistiek van beheersing, wat zich in de kerken vertaalt in een bijna bedrijfsmatige organisatie. Voor wat betreft het christelijk leven vertaalt dat zich in uitvoerige regelgeving en ‘gebruiksaanwijzingen’.

  4. Er wordt te veel waarde gehecht aan de rede, wat ten koste gaat van gevoel en creativiteit. Er is weinig aandacht voor schoonheid in de kerk.

  5. Het individualisme viert hoogtij en er is weinig besef van gemeenschap.

  1. Men stoot mensen af omdat men te scherp is en zich zo de arrogantie van de modernen (”wij weten het beter”) aanmeet.

Terugkeer

De emergers houden ons een spiegel voor, waar we zeker van kunnen leren. Maar welke zwakke punten zijn er in de emerging churches zelf aan te wijzen? Allereerst is er hun sterke gerichtheid op het postmodernisme. Ze bekritiseren terecht het rationalisme en de arrogantie van het modernisme, maar gaan eraan voorbij dat het postmodernisme ons niet wezenlijk dichter bij God brengt. Toen Adam en Eva in het paradijs het falen van hun onderneming inzagen, keerden zij zich niet tot God, maar verborgen ze zich. Hetzelfde zie je vandaag gebeuren. Het postmoderne irrationalisme en pluralisme zijn in de grond der zaak niet meer waard of beter dan het moderne rationalisme en universalisme, omdat ze geen terugkeer tot God beogen.

Vanuit filosofisch oogpunt kun je verder verdedigen dat de emerging churches eerder modern dan postmodern te noemen zijn. Het idee van een nieuwe kerk uitvinden is typisch modern. Er is in die gedachtegang geen model waaraan we ons conformeren, maar we ontdekken en vormen zelf een nieuwe werkelijkheid. Ook ontkomen de emergers zelf net zo goed niet aan de moderne bedrijfsvoering die vereist dat er regelmatig nieuwe producten op de (kerkelijke) markt worden gelanceerd.

Vanuit de Bijbel is er echter nog veel fundamentelere kritiek te leveren op de emerging churches. Allereerst is er hun wel erg ruime definitie van Gods Koninkrijk. De radicale antithese tussen gelovig en ongelovig, kerk en wereld verwerpen ze als een modern, dualistisch principe. De kerk lost op in een Koninkrijk met ondefinieerbare grenzen.

Ten tweede worden noties als zonde, toorn, oordeel, hel, kortom al het slechte nieuws dat aan het goede nieuws van de redding door Jezus Christus voorafgaat, doodgezwegen.

In de derde plaats verafschuwen ze alles wat de wereld opdeelt in twee kampen (gelovig of ongelovig enzovoort) en het benoemen van een overgang van het ene kamp naar het andere. Dit past bij hun ruimhartige begrip van het Koninkrijk, en verraadt tegelijk hun wens om tegemoet te komen aan de aspiraties van onze tijdgenoten, zoals tolerantie en openheid, maar minder aan wat de Bijbel leert. Hier zie je duidelijk wat bij de emergers prioriteit heeft.

Ten slotte merk je een enorm verlangen naar aanpassing aan de cultuur en naar het toepassen van het paulinische principe van ”alles voor allen” (vgl. 1 Kor. 9:22). Dit leidt echter wel tot een verlies van de profetische dimensie van het christelijk geloof. Een bekende uitspraak van de Franse rooms- katholieke filosoof Gustave Thibon is in dit verband veelzeggend: „Alleen een dood blad zoekt de wind op.” Ons uitgangspunt moet juist niet liggen bij de vragen van onze tijdgenoten, maar we moeten de spanning handhaven tussen die vragen en de tijdloze boodschap van het Evangelie: „Het zout is goed; maar indien het zout onzout wordt, waarmede zult gij dat smakelijk maken?” (Markus 9:50). De wens om gerespecteerd te worden is een dodelijk gif voor de kerk: „Wordt deze wereld niet gelijkvormig” (Romeinen 12:2).

Goede oude tijd

Ondanks alle kritische punten die we tegen de emergers kunnen inbrengen, is een zelfvoldane houding helemaal niet gepast. Het is namelijk erg makkelijk om vanuit de comfortabele positie die we in onze eigen kerk innemen, mensen te kritiseren die iets anders ondernemen. Daarom wil ik twee zaken naar voren brengen waarover we moeten nadenken.

Allereerst, de emergers hechten veel belang aan de missie van de kerk. Je voelt hun grote zorg voor de naaste, om echt aanwezig te zijn in de maatschappij om zo metterdaad een zoutend zout en een lichtend licht te zijn. Er wordt flink nagedacht hoe de boodschap van het christelijk geloof toegankelijk kan worden gemaakt.

In onze kringen maakt men zich hierover doorgaans weinig zorgen. Je bespeurt eerder een neiging tot afsluiting, tot een zich terugtrekken en tot een praktisch hypercalvinisme: het is niet nodig om te evangeliseren. God kent de Zijnen en zij zullen dus ook wel tot Hem getrokken worden. Er worden theologische hoogstandjes gepresteerd, maar men is vaak nogal onverschillig ten opzichte van hen die rondom ons leven.

Ten tweede, de emergers vallen voor het progressieve denken, maar wij stellen ons vaak tevreden met een puur reactionaire houding. We zijn heel goed in het kritiseren van anderen en dát sterkt ons in onze eigen identiteit. We proberen onze identiteit te ‘bevriezen’ door overal tegen te zijn. Nu is de gave des onderscheids heel belangrijk, maar er is veel meer dan dat.

Een andere valkuil is het om altijd maar terug te kijken naar een hypothetische ”goede oude tijd” die er was in de eerste, de zestiende of negentiende eeuw. Daaraan moeten we vooral niet al onze energie besteden. Na de val in het paradijs richtte God de blik op een verre toekomst, door vele eeuwen van tevoren de komst van Jezus Christus aan te kondigen. Zo moeten wij onze blik gericht houden op Gods eeuwige toekomst.

De auteur is docent filosofie op een lyceum en ouderling in een baptistengemeente in Lausanne (Zwitserland). Dit artikel is een samenvatting van een lezing die hij vorige maand hield op het Colloque Biblique Francophone in Lyon.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer