Een gruwel
Lukas 15:17
„En tot zichzelven gekomen zijnde, zeide hij: Hoevele huurlingen mijns vaders…” Hetgeen de ziel is voor het lichaam, is de genade van Gods Geest voor de ziel. Als de ziel van Gods Geest beroofd is, komt er in het hart van de mens een domme ongevoeligheid. Alle verderfelijke lusten komen in overvloed in de ziel en nemen er bezit van. Zij regeren erin en worden er gevoed.
Er is geen dood lichaam in een sloot dat een aangenamer geur verspreidt dan de werken van een natuurlijk mens in de neusgaten van de Almachtige. Er zijn enige werken van een dood lichaam: het is aan de verrotting ten prooi, het verspreidt een onaangename geur en het verteert. Zo zijn al de werken van een natuurlijk mens dode werken. Ja, al de gebeden van een goddeloze zijn een gruwel voor de Heere.
Indien u slechts het gebed des Heeren kunt opzeggen, zo meent u dat u een goed werk doet. Echter, al zijn de gebeden goed in zichzelf, omdat ze uit een verdorven hart voortkomen, zijn ze dode en walgelijke gebeden in de neusgaten van de Almachtige. Het is gelijk de wijze koning zegt in Spreuken: „Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.” De Heere kan ze niet verdragen. Het zijn onsmakelijke, dode en stinkende gebeden, waar de God des hemels een afgrijzen van heeft.
Thomas Hooker, predikant te Newton (New England)
(”De ware zielsvernedering”, 1678)