”In de kloof van de steenrots; Gods leidingen met Maria Wilhelmina Kamphuis”, uitg. Middelburg, Middelburg, 2002
ISBN 90 74557 17 1
Pagina’s: 142
Prijs: € 9,75. „O, om nu maar achteruit te gaan en een weetniet te worden!” Deze zin is te lezen in het slot van de levensbeschrijving van Maria Wilhelmina Kamphuis. De beschrijving voltooide zij in 1929. Het manuscript is later verschillende malen overgetypt en op die manier op zeer beperkte schaal verspreid.

Joh. Westerbeke (Middelburg) heeft nu deze beschrijving uitgegeven in boekvorm. Daarbij is de spelling aangepast, een chronologische volgorde aangehouden, en het geheel is onderverdeeld in hoofdstukken en van tussenkopjes voorzien. Ook zijn wat foto’s opgenomen. Verder heeft Westerbeke nog gezorgd voor een historische toelichting, te vinden aan het einde van het boekje.

Deze levensbeschrijving is in het bijzonder een weergave van de innerlijke doorleving van geestelijke zaken van Mina Kamphuis en is derhalve ook een bekeringsgeschiedenis te noemen.

De schrijfster werd geboren in 1876 in het plaatsje Dieren, in Gelderland. Moeder Kamphuis bleef hervormd, maar haar man ging naar een afgescheiden gemeente in het naburige Doesburg. Mina liep als meisje ook naar Doesburg, waar toen ds. G. A. Gezelle Meerburg stond, zoon van de bekende ds. G. F. Gezelle Meerburg, een der vaders van de Afscheiding.

De ouders van Mina waren bekeerde mensen, die vaak de gezelschappen bijwoonden. Al vroeg mocht ook Mina indrukken ontvangen. Ze schrijft, dat ze op haar achtste jaar ongelukkig over de wereld liep, toen ze Gods toorn en alwetendheid leerde kennen. Ze beschrijft verder hoe de Heere haar geleid heeft: „Ik was 19 jaar toen de Heere mij in het paradijs bracht, bij de val, en 25 jaar toen de Heere mij vrijsprak van schuld en straf. Toen ik 28 jaar was, omhelsde mij de Vader als Zijn kind.”

Ook komen we aan de weet hoe ze tot een huwelijk kwam met Arien Speijers. Na de dood van Speijers is ze nog getrouwd geweest met W. van Dam uit Gouda. In die plaats overleed ze in 1941. Mina is in vrede gestorven, maar grote beroeringen heeft ze voor die tijd nog gekend. Die worden door haar ook beschreven. Hevige bestrijdingen zijn er vooral geweest toen ze opgenomen moest worden in Veldwijk te Ermelo.

Door deze uitgave komen we ook nog wat te weten over het kerkelijk leven te Arnhem. Zo horen we over de preken van prof. P. J. M. de Bruin, maar ook van ds. G. Wisse, die in 1921 in Arnhem kwam.

Deze levensbeschrijving is de moeite van het lezen waard. We vernemen uit de praktijk dat de weg der zaligheid niet buiten de strijd omgaat. Maar de poorten der hel zullen Gods gemeente nimmer overweldigen.