Eigentijds Job-verhaal
Titel:
”Evenbeeld”
Auteur: Dara Horn
Uitgeverij: Bert Bakker, Amsterdam, 2002
ISBN 90 351 2411 1
Pagina’s: 334
Prijs: € 19,95. Je bent knap als je met je eersteling direct doorbreekt in de literaire wereld. Dat heeft Donna Tart gedaan in haar roman ”Verborgen geschiedenis.” Dat doet nu ook weer de 25-jarige Dara Horn met haar debuut ”Evenbeeld”. Een prima gecomponeerde roman over verlies en identiteit, over traditie en assimilatie. Het hele verhaal is gerangschikt rondom de diaverzameling van een merkwaardige figuur, Bill Landsmann.
De hoofdpersoon in deze roman is Leora, een jonge Joodse vrouw in de Verenigde Staten. Haar beste vriendin, Naomi Landsmann, overlijdt op tragische wijze aan de gevolgen van een ongeluk. Maar voor de roman is deze tragiek slechts bijzaak. Het verlies van Naomi brengt Leora in contact met de opa van haar overleden vriendin, Bill Landsmann. Hij vraagt Leora om een keer naar zijn diaverzameling te komen kijken.
Leora stemt aarzelend toe, maar na enkele bezoeken aan Bill Landsmann, die echt alles op aarde in heden en verleden vast heeft willen leggen in de vorm van duizenden dia’s, verbreekt zij het contact. Bill Landsmann is voor Leora geschiedenis geworden. Maar niet in de roman. Om deze diaverzameling scharnieren heden en verleden in het debuut van Dara Horn. De auteur is kennelijk geboeid door de functie van beelden en speelt met woorden een literair spel van beeld en evenbeeld.
Er is meer te zeggen. De dood van Naomi heeft het normale leven van Bill en Leora als het ware verbrokkeld in losse beeldjes naast elkaar. Beiden delen zij het verlies van Naomi. Maar hun gezamenlijk verlies wordt nooit een gezamenlijke affectie. Bill ziet Leora als een vervanging, een evenbeeld van de overleden Naomi. Maar Leora leent zich daar niet voor.
Aan het slot van de roman, als Leora al lang en breed afscheid genomen heeft van Bill, is zij haar manier van leven in al die losse beelden zat en probeert zij in haar eigen dia’s te stappen. Ze wil geen toeriste meer zijn in haar eigen leven. Dat resulteert in een prachtig, bijna apocalyptisch hoofdstuk, waarin mensen en mogelijkheden realiteit worden die in het leven van Leora nooit de ruimte gekregen hebben.
Leora is de moderne Joodse vrouw. Haar vriend verbreekt de relatie, omdat zij te weinig orthodox is. Bill is daarentegen de verpersoonlijking van het traditionele Joodse leven. De verhaalstreng van Leora wordt regelmatig onderbroken door de beschrijving van Bills kinderjaren. En daarmee krijgt de lezer een beeld van het Joodse leven in Oost-Europa aan het begin van de twintigste eeuw. Horn doet dat op zo’n beklemmende manier dat het steeds weer als een verademing ervaren wordt wanneer de plaats en tijd van handeling overspringen naar New York, eind twintigste eeuw.
Gebedsriemen
Maar Dara Horn past ervoor om heel zwart-wit het leven in Amerika, het moderne Jodendom, te bejubelen en de Oost-Europese traditie af te schrijven. Een belangrijk motief in dit verband zijn de tefillim, de gebedsriemen. In het verhaal van Bill Landsmann werpen Joodse migranten uit Oost-Europa bij het zien van het Vrijheidsbeeld massaal hun tefillim overboord. Alsof het oude leven voor hen voorgoed heeft afgedaan. Een van die tefillim, opgevist van de zeebodem, treft Leora aan in een antiekwinkeltje in New York. Zij wordt erdoor geraakt en is geroerd wanneer haar nieuwe vriend deze tefillim aan haar cadeau doet. Leora is de Joodse vrouw die zoekt naar haar wortels, naar een manier om op een eigentijdse wijze haar identiteit te beleven.
Dara Horn doet heel veel in deze debuutroman. Haar proza is geladen zonder zwaar te worden. Voor de kenner wemelt het in de roman van Joodse symboliek, zinspelingen op het Oude Testament, op de Hebreeuwse mystiek en de Joodse numerologie. Ook heel alledaagse dingen als inkopen doen in een grote Amerikaanse supermarkt krijgen bij haar een diepere lading. Het is de humor die de roman behoedt voor al te veel gewicht. Zij weet in haar proza de ernst van het volgen van God te combineren met lichtvoetige passages over het aangaan van een nieuwe romance. Bij eerste lezing heb je voortdurend het idee dat er meer staat dan er staat en bij herlezing ontdek je inderdaad nieuwe elementen.
Herinnering
De roman ”Evenbeeld” loopt uit op een eigentijds Job-verhaal. „Er was eens een man uit het land New Jersey, en William Landsmann was zijn naam, en die man was vroom en oprecht en godvrezend en wijkend van het kwaad.” (blz. 299) De satan krijgt van God toestemming om al het bezit van William Landsmann weg te nemen. Satan begint dan bij zijn grootouders en zijn ouders. „Maar William Landsmann vervloekte God niet.” Pas als satan nog een keer rondgaat en William Landsmann zijn dia’s afpakt, breekt de oude man. Zijn vrienden, onder wie „Leora, de New Jerseyse”, zitten zeven dagen en zeven nachten bij hem op de grond. „Daarna opende William Landsmann zijn mond en vervloekte zijn geboortedag” (blz. 302).
Hier laat Dara Horn haar roman vol met verwijzingen naar het Oude Testament op uitlopen. Een nieuw Job-verhaal, van een man die met het verlies van zijn dia’s -door hemzelf ingekaderde stukjes leven- alle kaders verliest en instort. William raakt letterlijk buiten beeld (de oorspronkelijke titel van de roman is juist ”In the Image”).
Het Job-verhaal van deze New Jerseyse man gaat verder. Maar duidelijk is het belang dat Dara Horn hecht aan in beelden vastgelegde herinneringen, hoe fragmentarisch ook. „Moge deze herinnering en elke herinnering geschapen naar haar beeld een zegen zijn”, zo besluit zij in de gedragen taal van het Oude Testament deze Job-variant met een zegenspreuk.
Een knappe roman, zowel inhoudelijk op het niveau van de verschillende verhaallagen, als ook semantisch, op het niveau van beeld- en woordgebruik. Wie zo briljant schrijft, moet oppassen niet te gaan zwelgen in eigen literaire mogelijkheden. Aan dat gevaar is Dara Horn niet geheel ontkomen in haar variant op het Job-verhaal.