Het betreft het correctief referendum, de burgemeestersbenoeming, de tijdelijke vervanging van zwangere kamerleden en de samenwerkingsschool: allevier wetsvoorstellen uit de paarse periode, allevier wetsvoorstellen waartegen de SGP inhoudelijke bezwaren heeft.

Toch zijn het niet die inhoudelijke bezwaren die de SGP tot haar protest hebben gebracht. „Het is waar dat we bepaald niet op deze wetsvoorstellen zaten te wachten”, stelt Van der Staaij. „Maar het gaat ons nu puur om de staatsrechtelijke zuiverheid.”

Wetsvoorstellen die een grondwetswijziging behelzen, moeten volgens de Grondwet tweemaal beide Kamers van de Staten-Generaal passeren, waarbij tussentijds eenmaal verkiezingen moeten plaatshebben. De genoemde wetsvoorstellen zijn vóór 15 mei 2002 door het parlement aangenomen. De zogenaamde ”tweede lezing” had dus moeten plaatshebben door de Tweede Kamer die op 15 mei 2002 gekozen is. Inmiddels is er, op 22 januari 2003, alweer een volgende Kamer gekozen, zodat staatsrechtelijke bezien de termijn verstreken is om de wetsvoorstellen nog volgens de regels af te handelen.

Als het kabinet hecht aan deze wetten, kan het die opnieuw bij het parlement indienen, vindt de SGP. „De Grondwet is niet iets om mee te rommelen”, aldus een woordvoerder van de fractie. Op verzoek van de SGP zal het kabinet binnenkort een brief naar de Kamer sturen over de kwestie. Ook zal de vaste kamercommissie van Binnenlandse Zaken zich over de zaak buigen. Het was overigens PvdA-senator Jurgens die afgelopen zaterdag in Trouw voor het eerst waarschuwde voor de staatsrechtelijke misser die het kabinet dreigt te begaan.