Kerk & religie

Catechismuspreek voor maandag

In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag: dr. M. van Campen. Tijdens de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond, dinsdag, brak hij een lans voor een bevindelijke én concrete catechismuspreek.

tekst Eunice Hoekman-van Stuijvenberg
21 May 2010 10:55Gewijzigd op 14 November 2020 10:38
Dr. M. van Campen. Foto RD, Henk Visscher
Dr. M. van Campen. Foto RD, Henk Visscher

Met lede ogen ziet dr. M. van Campen aan hoe de leerdienst –„Het blijft een stokpaardje”– in hervormd-gereformeerde kring uit de gratie raakt. Catechismuspreken zijn te dogmatisch geweest, vermoedt hij. „Laten we de moed hebben om concreet te zijn.”„Je werk is blijkbaar nog niet af”, zei opperrabbijn Jacobs tegen dr. Van Campen, toen deze na een herseninfarct in 2007 volledig herstelde. Dr. Van Campen: „Dat hij dat zei, raakte me. Zo beleef ik het ook. In de tijd die de Heere me nu geeft, wil ik graag nog een paar dingen blijven roepen.”

Onder de „paar dingen” waarvoor de predikant uit Zwartebroek zich sterk maakt, verstaat hij ook de leerdienst. „Na een periode van veertien jaar als docent aan de Christelijke Hogeschool Ede vind ik het heerlijk om weer uit de Heidelbergse Catechismus te preken: pure reformatorische theologie zonder aangroei van welke kant dan ook. Ik zou het dan ook ongelooflijk betreuren als we moesten zeggen: „Het lukt niet meer. Laten we de catechismus maar opgeven.” Dat is de slechtste dienst die je de gemeente kunt bewijzen. Waar de kennis wegebt, verlies je ontzettend veel. De catechismus dwingt je om stap voor stap de hele geloofsleer en de kern van de klassiek-gereformeerde theologie door te geven.”

Waaruit blijkt dat het aantal leerdiensten taant?

„Ik lees graag kerkbodes. Wanneer het gaat om de tweede dienst, bemerk je een voortdurende klacht en de oproep om trouw te zijn. Ook tijdens de ledenvergadering van de Gereformeerde Bond, dinsdag, bleek dat er grote zorgen zijn over de continuïteit van deze dienst. De weerstand tegen de leerdienst wordt gevoed door de emotiegolf die over ons heen spoelt. Wat beleef ik eraan? Houd ik er een goed gevoel aan over? Terwijl leren inherent is aan geloven. Ik ben bang dat we die leerattitude kwijt zijn. Het geloof komt je wel aanwaaien, is de gedachte. Het gevaar hiervan is dat mensen openstaan voor on-Bijbelse opvattingen.

Neem een onderwerp als de doop. Als hierbij onderwijs over het verbond ontbreekt, zijn mensen weerloos tegen de invloed van, in dit geval, de evangelische beweging. Van Calvijn heb ik geleerd: geloven is je vastklampen aan Gods Woord en beloften. Ervaring is voor hem heel wezenlijk, maar altijd als toegift. De enorme opgave voor de gereformeerde gezindte is om het abc van de gereformeerde theologie opnieuw te leren spellen.”

De belevingscultuur biedt ook aanknopingspunten, zei u dinsdag.

„De toonzetting van de catechismus is heel persoonlijk. Wat nut u, wat troost u, wat gelooft u… Zondag 1, over de enige troost, is de opmaat naar het héle muziekstuk, de hele catechismus. Als die toon doorklinkt, denk ik dat de leerdienst relevant is. De bevindelijke sector in de kerk bezit hiermee een ‘ervaringstheologie’ die meer biedt dan de ervaring waarnaar men in onze cultuur verlangt. De bevinding die wortelt in de Schrift, geeft fundament. Dat biedt kansen voor de prediking. De andere kant is dat er –naast huiver voor het grote verhaal– behoefte is aan een praktische invulling van de leerdienst. De catechismus geeft voldoende aanleiding om te preken over bijvoorbeeld gezinsvorming of muziek.”

Zijn deze zaken wel voldoende uit de verf gekomen, aangezien de leerdienst onder vuur ligt?

„Inderdaad kunnen we ons afvragen of preken niet te dogmatisch zijn geweest, of ze niet een te hoog cognitief gehalte hadden. Affectieve en actieve aspecten bleven liggen, al zijn er voldoende mogelijkheden om aandacht te geven aan hart en handen. Het is goed om ons te bezinnen op de vraag of de gemeente op maandag iets heeft aan de catechismuspreek. Met de catechismus in de hand is het heus geen tour de force om concreet te zijn. De betrokkenheid kan worden vergroot door bijvoorbeeld een A4’tje met een korte introductie en enkele vragen uit te delen of door de mogelijkheid suggesties te doen via de website van de gemeente.”

Dat is op dit moment nog niet erg gebruikelijk in hervormd- gereformeerde kring.

„Nee, maar de aandacht hier- voor neemt toe. Een heersende gedachte is dat een preek vooral niet moralistisch mag zijn. Ik begrijp dat wel, maar de preek kan ook uitermate vrijblijvend zijn, terwijl er behoefte is aan leiding. Laten we de moed hebben om concreet te zijn.”

Zijn predikanten bang om op hun concrete preek afgerekend te worden?

„Ik denk dat de vrijblijvendheid blijk geeft van een soort gemakkelijk christendom. Bonhoeffer noemde dit „de goedkope genade”: vergeving zonder bekering in de praktijk. De reformatorische leer, die we zo hoog in het vaandel hebben, doortrekt dan niet ons leven. Ook oude schrijvers besteedden geweldig veel aandacht aan de christelijke levensstijl. Het is ongelooflijk hoe predikanten in de zeventiende en de achttiende eeuw leidinggaven aan de praktijk der godzaligheid. Als ik pleit voor praktische en concrete catechismusprediking, is er van nieuwlichterij dus absoluut geen sprake.”

En hoe denkt u over het gebruik van een vertaling van de catechismus?

„Er bestaat al jaren een uitstekende vertaling van prof. Bakhuizen van den Brink. Ik hecht aan een betrouwbare vertaling. Tegelijk wilde de Reformatie de kerkelijke traditie aanreiken in eigentijdse taal. Om de leerdienst nieuw leven in te blazen, zijn er geen hoogstandjes nodig. Van belang is dat we langs twee sporen gaan: het existentieel-bevindelijke en het praktisch-concrete. In afhankelijkheid van de Geest van Pinksteren.”


Van Campen

Mathijs van Campen wordt op 6 januari 1950 in Sprang-Capelle geboren. Hij studeert theologie in Utrecht en is achtereenvolgens predikant in Poederoijen-Loevestein, Vlaardingen, Woerden en Waddinxveen. Van 1994 tot 2006 doceert ds. Van Campen aan de Christelijke Hogeschool Ede. Daarnaast is hij directeur van het Centrum voor Israëlstudies (CIS) en van het Instituut voor Gemeenteopbouw. In 2006, het jaar waarin hij promoveert, verruilt de predikant de school voor de gemeente van Zwartebroek/Terschuur. Dr. Van Campen, hoofdbestuurslid van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk, is gehuwd en heeft vier kinderen en drie kleindochters.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer