Graag plaatjes en filmpjes
Het is weer examentijd. In september zullen zich weer drommen eerstejaars melden aan de poorten van de hogescholen en universiteiten.
Aan de vergadertafels in deze instellingen komt met enige regelmaat de vraag ter sprake hoe het is gesteld met het niveau van de ”nieuwe lichting”.
Men zou mogen verwachten dat met alle vernieuwingen in het voortgezet onderwijs er sprake is van een stijgende lijn. Examenkandidaten zouden zelfstandig(er) kunnen werken en het vakkenprofiel zou in de regel beter (gaan) aansluiten op het universitaire onderwijs.
De praktijk is veelal anders. Gedurende de ruim zestien jaar dat ik bij het universitaire onderwijs ben betrokken, constateer ik juist een dalend niveau! Zelfs de kennis van de Nederlandse taal is vaak ver onder de maat. Bij het nakijken van tentamens, verslagen zelfs masterscripties springen me regelmatig de tranen in de ogen.
Bij de studie rechtsgeleerdheid werd (en wordt) daarom serieus nagedacht over het laten verzorgen van lessen Nederlands. Bij technische studies worden eerstejaars studenten in groepjes bijgespijkerd op het terrein van de wiskunde (gewoon de vwo-stof).
Het probleem zit nog dieper! De meeste studenten (bij massastudies als rechtsgeleerdheid en economie) zijn in het geheel niet gemotiveerd. Men gaat studeren om te studeren: je moet toch wat gaan studeren?
Dat is bijvoorbeeld merkbaar tijdens de eerste- en tweedejaarscolleges. Ik ben al lang blij als een student überhaupt een antwoord op een gestelde vraag wil geven. Het gros van de studenten zit afwachtend te kijken en ervaart niet het minste verlangen om actief mee te denken.
Onlangs besprak ik met –nota bene actieve– studenten de vraag op welke wijze we de thuisblijvende studenten naar niet verplichte colleges kunnen lokken. Na enig nadenken kwam het antwoord: „U zou wat meer plaatjes en filmpjes kunnen laten zien… Dat spreekt de studenten wel aan.”
Het moet dus vooral ‘leuker’ worden gemaakt. Op wetenschappelijke verdieping zitten de meeste studenten niet te wachten.
Enkele weken geleden werd een van mijn vakken geëvalueerd. Uit het onderzoek bleek dat de studenten tevreden waren, maar er was wel één stevig kritiekpunt. Ik zou enkele pagina’s te veel literatuur voorschrijven. De studenten hadden precies uitgerekend hoeveel pagina’s ‘te veel’ waren voorgeschreven. Het werd zelfs in de faculteitsraad door de studentengeleding aan de orde gesteld!
Daar kwam nog bij dat ik pas een week voorafgaand aan het tentamen had aangekondigd dat het eerste hoofdstuk uit het boek (vanwege het te veel aantal voorgeschreven pagina’s) niet langer het predikaat ”verplicht” had.
Een studente, die meedeed aan een evaluatiegesprek, was hierover verontwaardigd. Zij had nota bene het hoofdstuk al bestudeerd, en nu bleek dat ze ‘te veel’ had gelezen. Tja…
Ook buitenlandse gastdocenten zijn veelal onaangenaam verrast door de passieve studiehouding van studenten aan Nederlandse instellingen.
Zijn er dan geen gemotiveerde studenten meer te vinden? O zeker wel. Er is altijd een kleine groep van zeer gemotiveerde en hardwerkende studenten. Zij vallen snel op en worden gestimuleerd mee te doen aan speciale trajecten.
In Groningen is onlangs –in navolging van Amerikaanse universiteiten– een ”honours college” opgericht. Studenten met bovengemiddelde resultaten krijgen naast het reguliere onderwijs verdiepend en verbredend onderwijs aangeboden.
Zelf bied ik –als extraatje– aan zo’n twintig studenten per jaar een speciale masterclass aan.
We zien daarmee wel een groeiende kloof tussen een selecte groep bovengemiddelde studenten en de anderen die zich prima voelen in de zesjescultuur. Daarover mag Nederland zich terecht zorgen maken.
De auteur is hoogleraar arbeidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl