Van binnen weet ik
In haar nieuwste bundel beschrijft Baukje van Kesteren geloofservaringen en allerlei facetten van het geloof. Hoop en vertrouwen worden afgewisseld met twijfel, schuldgevoel en angst.
De gedichten zijn, behoudens een enkele uitzondering, opgebouwd uit drie strofen en het aantal gedichten met een ononderbroken jambisch ritme is wel erg hoog. Ondanks het hoogstaande onderwerp maakt dit ze toch voorspelbaar en uiteindelijk enigszins teleurstellend.Dit zou geen onoverkomelijk gebrek hoeven zijn, omdat Van Kesteren er zeker in is geslaagd goedlopende en afgeronde zinnen te formuleren. Maar misschien is juist dat afgeronde wel het probleem. De zinnen, strak in het ritmische gareel gedwongen en alle voorzien van eindrijm, haperen weliswaar hoogstzelden, maar ze verrassen evenmin.
Bedoeld of onbedoeld weerspiegelt dit gebrek aan spanning de titel en de teneur van de bundel: Van Kesteren is niet op zoek in haar gedichten, maar geeft uitdrukking aan wat ze al heeft. Hierdoor zullen haar gedichten waarschijnlijk voor velen over herkenbare gevoelens en ervaringen gaan en dat is een kwaliteit.
Het is niet zo dat Van Kesteren vragen uit de weg gaat, maar ze formuleert ze zo precies, dat ook dit geen spanning veroorzaakt. Nergens wordt de lezer uitgedaagd of gedwongen mee op zoek te gaan. Dit gevoegd bij de voorspelbare beelden en de toch wat eentonige stijl, maken dat ”Van binnen weet ik” eerder leest als een mooi verslag van persoonlijke geloofservaringen of een poëtisch gebedenboek, dan als uitgebalanceerde dichtkunst.
Van binnen weet ik, Baukje van Kesteren; uitg. Kok, Kampen, 2010; ISBN: 978 90 435 1752 2; 53 blz.; € 14,90.