EU-ministers willen tering naar nering zetten
Bij de EU-ministers van Financiën bestaat brede overeenstemming dat de lidstaten hun huishoudboekjes zo snel mogelijk op orde moeten krijgen. „Het tijdperk van stimuleren is voorbij. Als we niets doen, gaan we failliet”, zei demissionair minister van Financiën De Jager dinsdag na beraad met zijn EU-collega’s.
Volgens De Jager is er „een groot verschil met een halfjaar geleden”. ”Er is een andere focus.” Met name de nieuwe Britse regering slaat een heel andere toon aan dan haar socialistische voorganger, constateerde de bewindsman.De Jager vindt dat als de lidstaten de tering naar de nering zetten, de EU niet mag achterblijven. De EU-begroting van circa 140 miljard euro kan niet blijven stijgen terwijl de Europese landen de broekriem aanhalen, stelde hij.
De Jager is van mening dat de EU-regels waaraan nationale begrotingen moeten voldoen de afgelopen jaren niet streng genoeg zijn nageleefd. Volgens deze regels mag een begrotingstekort hooguit 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) bedragen. Maar volgens De Jager is dat „de absolute ondergrens”. Lidstaten moeten zich volgens hem richten op het bereiken van een begrotingsoverschot. Ook met de regel dat de staatsschuld van EU-landen maximaal 60 procent van het bbp mag bedragen, is volgens de minister tot dusver te veel de hand gelicht.
De Jager is sterk voor een hardere aanpak van lidstaten die er een potje van maken met hun begroting. Hij heeft er ook geen enkele moeite mee om Brussel eerder dan nu inzage te geven in de financiële situatie van Nederland. Om praktische en staatsrechtelijke redenen kan er echter geen sprake van zijn dat de Europese Commissie al in het voorjaar een ontwerpbegroting ontvangt. Europees Commissaris Olli Rehn (Monetair beleid) leek daar vorige week wel op aan te sturen, maar maandagavond liet hij blijken dat „de soep niet zo heet wordt gegeten”, aldus De Jager.
Hij legt het plan van Rehn nu zo uit dat lidstaten de Europese Commissie al zo vroeg mogelijk in het jaar op de hoogte stellen van hun begrotingsvoornemens, zodat het dagelijks bestuur van de EU aan de bel kan trekken als de uitgaven uit de hand dreigen te lopen. Het begrotingsproces blijft daarentegen een puur nationale bevoegdheid. „De EU krijgt geen zeggenschap over hoeveel politieagenten er in Nederland bij komen of waar we op gaan bezuinigen.”