Christenen in Pakistan onder druk
Christenen in Pakistan leven onder toenemende maatschappelijke druk. Een christelijke moeder moet zich op 26 mei voor de rechter verantwoorden, omdat haar vijf zoons een vlag met een Korantekst ontheiligd zouden hebben. Bij veroordeling wacht haar de doodstraf.
Aanklager is een islamitische klant van haar familiebedrijf die zijn rekening niet kon of wilde betalen. De vijf christelijke broers zijn onlangs in allerijl geëvacueerd uit Lahore door de organisatie Sharing Life Ministry Pakistan.Het voorval is tekenend voor de toenemende maatschappelijke druk waaronder christenen in Pakistan leven. Christian Freedom International, een internationale organisatie voor vervolgde christenen, publiceerde afgelopen maand een aantal zorgwekkende berichten.
In de eerste plaats kunnen veel Pakistaanse christenen zelden werk vinden. Volgens Christian Freedom International leeft 70 procent van de Pakistaanse christenen in een situatie van slavernij, zich afbeulend in steenbakkerijen of weverijen. Christian Freedom International schat het aantal christenen dat in deze toestand van feitelijke lijfeigenschap leeft op 750.000.
Er dreigen ook andere gevaren. Het Barnabas Fund berichtte reeds in 2006 dat radicaalislamitische groeperingen in Pakistan nachtelijke rooftochten houden in christelijke dorpen in de Punjab om jongetjes tussen de 6 en de 12 jaar te ontvoeren en te verkopen. De zaak kwam aan het licht toen enkele Pakistaanse christelijke missionarissen tot hun verbazing foto’s van vermiste jongetjes zagen hangen op de zwarte markt in Quetta.
De afgelopen jaren vertoonden een stijgende lijn in het aantal berovingen, moorden en verkrachtingen van christenen in Pakistan. Ook andere minderheden, zoals hindoes, sikhs en ahmadiyyas, zijn voortdurend slachtoffer.
De situatie in Pakistan lijkt op die in Egypte of Irak, maar ze verschilt vooral in juridische zin. In Egypte en Irak stelt de wet dat alle burgers, ongeacht religieuze achtergrond, gelijke rechten bezitten. De Pakistaanse wet maakt duidelijk onderscheid tussen moslims en niet-moslims. Dat hangt samen met de toenemende islamisering van het land, die begon met de staatsgreep van generaal Zia ul-Haqq in 1977. Er volgde een snelle islamisering van het Pakistaanse strafrecht.
In 1984 werd de Wet op het getuigenis ingevoerd, die de juridische positie van christenen ernstig verslechterde. De wet stelt dat het getuigenis van een niet-moslim tijdens een rechtszaak slechts half zo veel waarde heeft als dat van een moslim. Het beruchtst zijn de blasfemiewetten, die het beledigen van de islam en de profeet Mohammed straffen met de dood of levenslange gevangenis. Veel christenen hebben sinds deze wetten het leven gelaten.