„De tong is als een aanstekelijk vuur”
„Zullen we afspreken dat we stoppen met kwaadspreken over anderen?” Die indringende vraag stelde G. W. S. Mulder, theologisch student van de Gereformeerde Gemeenten, zaterdag in Apeldoorn.
Hij sprak in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente tijdens de Bondsdag +12. Ongeveer 600 jongeren van 12 tot 16 jaar sloten hier gezamenlijk het jeugdverenigingseizoen af. Dat gebeurde gelijktijdig in Hendrik-Ido-Ambacht. Een week daarvoor waren er soortgelijke bijeenkomsten in Houten, Bodegraven en ’s-Gravenpolder.De afsluiting voor jongeren onder de 12 jaar vond ook gezamenlijk plaats; op 8 mei in Nunspeet en Zoetermeer en afgelopen zaterdag in Geldermalsen, Capelle aan den IJssel en Meliskerke. In totaal bezochten ongeveer 7500 jongeren op deze tien locaties de bijeenkomsten.
Brand
Het thema van de +12-bijeenkomsten was ”Brand”. Student Mulder sprak over het vuur dat wordt aangestoken door de tong, naar aanleiding van Jakobus 3:5 en 6.
Hij zei dat Jakobus zo streng was, omdat de mensen niet met de zonde braken, ook al wisten ze nog zo goed hoe verkeerd het was. „Als we naar ons eigen leven kijken, kunnen we schrikken. Onze nood is dat ons levenshuis in brand staat en dat we gewoon verder leven. De tong is als een vuur die dingen in brand steekt. Uit de roddel en de grote mond tegen je ouders blijkt de zonde tegen God. We verkeren in groot gevaar.”
Mulder noemde een aantal concrete zonden. „Wat doe je als je zit te gamen achter je computer? Wat doe je als je met een stel vriendinnen door de stad loopt? Wat doe je als het thuis gaat over iemand van wie rare dingen worden verteld?”
Hij drong erop aan dat zij die „wel eens een vuur aangestoken hebben” door via MSN een slecht bericht over iemand te verspreiden, daarmee zouden stoppen en het weer goed zouden maken.
Bekering
Het belangrijkste is bekering, zo stelde de theologisch student. „Het leven van ons allemaal staat in brand en we kunnen niet zomaar rustig blijven zitten. Het allerbeste is om de Heere Jezus te leren kennen. Bij Hem is redding. Hij heeft de brand van Gods toorn geblust door Zijn leven te geven.”
Hij hoopte dat zijn hoorders de Heere zo lief zouden krijgen dat ze hun tong tot eer van Hem zouden gebruiken. „Als je Hem zoekt zou je willen dat je tong Gods eer vertelt. Dan vraag je of de Heere je tong aanraakt.”
Roddel
Twee meisjes van de jeugdvereniging van Terwolde-De Vecht interviewden Mulder over roddel. Ze vroegen wat jongeren over wie geroddeld wordt moeten doen. Mulder raadde aan om in zo’n geval met de roddelaar te gaan praten. „Als niet bekend is wie het doet of als men dat niet durft, is het het beste om er met de leiding of met de ouders over te praten. Dat is niet kinderachtig. Je belt toch ook de brandweer als er brand is?”
Het belangrijkste is om er met z’n allen aan te werken. „Zullen we afspreken dat we stoppen met kwaadspreken?” vroeg hij de jeugd. Hij waarschuwde dat het niet vanzelf gaat.
In een enkel geval mag iets wat in vertrouwen is gezegd, worden doorverteld, zei Mulder. Dat kan het geval zijn als een vriendin vertelt dat ze misbruikt wordt. „Dan mag je het niet voor jezelf houden. Maar in zo’n geval moet je wel eerst tegen je vriendin zeggen dat je dat niet mag.”
Jack de Vries
Soms is het moeilijk om uit te maken of iets roddel is. Mulder noemde de opgestapte staatssecretaris van Defensie, Jack de Vries, die een buitenechtelijke relatie had. „Het is op het randje om daarover te praten. Wees voorzichtig met wat je zegt en verlekker je niet aan de narigheid van een ander”, waarschuwde hij. De theologiestudent raadde aan om liever te praten over positieve dingen en van het vuur weg te blijven.
Veel jeugdverenigingen maakten van de Bondsdag een dagje uit. Vereniging Kleine Kracht uit Emmeloord was met negentien tieners (van de 35) aanwezig. De groep ging ’s middags naar Belt Schutsloot om te eten en te kanovaren, vertelde jeugdleider Hans Bom.
Hij vindt de jeugdvereniging belangrijk voor de uitbreiding van het Koninkrijk van God. Het is bijzonder, zei hij, dat er zo veel jongeren naar de afsluitingsbijeenkomst komen. „Er trekken ook zo veel andere dingen aan hen.”