„Leef moslims christenzijn voor”
„De spannendste vraag in de ontmoeting met moslims is tot wie God gesproken heeft. Is dat de profeet Mohammed of Jezus Christus?” Ds. C. Rentier gaf zaterdag op de jaarlijkse conferentie van de Vereniging van Regionale Christelijke Gereformeerde Studiekringen (RCGS) in Amersfoort antwoord op de door hem voorgehouden vraag: „God heeft gesproken, als eerste, en niet wij of wie dan ook.”
”Moeten we moslims in Nederland duchten, dulden of dat wat we gemeenschappelijk hebben met elkaar delen?” Zo luidde het thema van de conferentie van de RCGS, die dit jaar vijftig jaar bestaat. „Respect hebben voor andere volken en culturen is een christelijke bezigheid”, aldus ds. Rentier, predikant in dienst van de stichting Evangelie & Moslims. Voor hem betekent dit niet dat de islam moet worden geduld, evenmin dat we onze christelijke normen en waarden moeten afdwingen. „We moeten deze voorleven”, zei hij.
De predikant nam afstand van de vaak gehoorde bewering dat moslims in onze samenleving moeten assimileren. Volgens hem zou de rol van de overheid zich in dat opzicht moeten beperken. Ook het afdwingen van een taalcursus voor nieuwkomers en kennis van de cultuur acht hij zinloos. Het opleggen van boetes heeft volgens hem een averechts effect. Hij ziet liever dat mensen een prikkel krijgen om de Nederlandse taal te willen leren.
C. Çörüz, moslim van Turkse afkomst en Tweede-Kamerlid voor het CDA, ziet daarentegen wel heil in het verplicht stellen van een taalcursus voor allochtonen. Hij zegt dat van de mensen zelf te horen.
Negenennegentig procent van de moslims in Nederland heeft buitenlandse wortels. Volgens ds. Rentier zouden velen, als ze opnieuw voor de keus werden gesteld, niet naar Nederland zijn gekomen. „Nederland is ziek”, zei hij, daarmee doelend op onder meer het honoreren van een schadeclaim van een gehandicapt geboren kind.
Dat christenen wat te duchten hebben van moslims was voor de predikant eigenlijk geen vraag. Daarvoor geeft de koran volgens hem harde uitspraken over Joden en christenen. Zo mag een moslim iemand die overgaat naar een ander geloof straffen en zelfs doden en de jihad, de heilige oorlog, hoort tot de plicht van iedere moslim.
Maar niet alle verzet van moslims is tegen christenen gericht, zo stelde ds. Rentier vast. Dat steeds meer moslims het contact zoeken met christenen betekent voor hem echter niet dat we dan ook alles met elkaar kunnen delen. Met name het goed dat christenen in Christus hebben, wil de predikant delen met anderen. Hij noemt dat geen arrogantie, maar gehoorzaamheid aan de wil van God, omdat hij zich gegrepen weet door Gods waarheid. „Als christenen hebben we niets meer gemeenschappelijk met moslims dan met anderen”, zei hij. Dat het in alle geloven om hetzelfde gaat wilde hij evenmin bevestigen. „Ik wil geen geloofsovereenkomst aangaan met moslims. Ik ontmoet ze om het gesprek over God. Als het om dezelfde begrippen gaat, kunnen die een verschillende inhoud hebben”, aldus ds. Rentier.
Volgens Çörüz kost het in Nederland moeite om te geloven. „Als je gelooft, moet je je verdedigen. Geloven is niet meer van deze tijd en als moslim ben je verdacht”, zei hij. Hij gaf toe „dat godsdiensten niet altijd mooie dingen hebben gebracht voor de mensen, maar dat mooie dingen ook kunnen worden misbruikt.” Çörüz zei als kamerlid regelmatig ter verantwoording te worden geroepen om wat hij als moslim bij het CDA doet. „Ik ben CDA’er”, zo zei hij, „omdat ik met die partij verantwoordelijkheid, gerechtigheid, solidariteit en rentmeesterschap beschouw als de kernwaarden van de Nederlandse samenleving.”
Dat volgens Çörüz godsdienst een zaak van interpretatie zou zijn, bestreed ds. Rentier. Als christen wil de predikant gehoorzaam zijn aan de boodschap van God. „Alleen die is heilzaam, ook voor onze samenleving.” Hij zei diep in zijn hart te willen dat alle moslims christenen zouden worden.