Mediadeskundige: We willen geen leed accepteren
Hij heeft moeite met de „heiligverklaring” van slachtoffers. Prof. dr. Henri Beunders, hoogleraar geschiedenis van maatschappij, media en cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam: „Als mensen kritiek hebben op De Telegraaf, zijn ze eigenlijk boos op zichzelf.”
Beunders is kritisch over de huidige verslaggeving van de vliegramp in Tripoli. „Het gaat om een eindeloze herhaling van dezelfde, vaak door het dictatoriale regime van Libië, geleverde beelden. Heel veel beschrijvingen van toeters, knuffels en tasjes die tussen de brokstukken zijn te zien.”Beunders vindt dat er een „obsessieve aandacht” is voor de ramp met het vliegtuig. „Er is sprake van mateloosheid. Na de Tweede Wereldoorlog stortte er een vliegtuig op een school. De kinderen moesten de volgende dag weer aan de slag. Nu is er een obsessie voor leed. Je zag het een paar weken geleden ook bij de moord op het meisje Milly Boele.”
Nederland is terechtgekomen in een cultuur waarin het leed uitgebannen moet worden, stelt Beunders. „Natuurlijk is het erg als een kind zijn ouders verliest, maar dat gebeurt toch ook wel eens bij een verkeersongeval? Elk leed wordt nu als onrechtvaardig gezien. De meeste mensen houden geen rekening meer met God. We denken dat we totaal meester zijn over ons eigen leven. We accepteren helaas geen leed. De hypocrisie van ons is dat we 100 procent vrij willen zijn, maar ook 100 procent veilig en beschermd. Die hypocrisie is niet te harden.”
Als gevolg van die ontwikkeling wordt het „slachtoffer heilig verklaard”, schetst Beunders. „Slachtoffers vliegen op een holletje naar tv-programma’s als Pauw en Witteman om hun verhaal te doen. De vrouw van wie een naaste is overleden, het slachtoffer van loverboypraktijken, de persoon wiens been ten onrechte is afgezet. Geen enkele instantie geeft weerwoord in de zin van: „U overdrijft.” Gelovigen weten dat het leven vol lijden zit. Maar velen willen daar niet aan.”
Kanttekeningen plaatst Beunders bij de kritiek op De Telegraaf. Die krant publiceerde vrijdag een interview met de enige overlevende van de vliegtuigcrash, de 9-jarige Ruben uit Tilburg. Minister Rouvoet van Jeugd en Gezin zei „enorm boos” te zijn. „De kritiek op De Telegraaf vind ik nogal hypocriet. Kennelijk richt het publiek de pijlen op de media. Barbertje moet hangen. Terwijl alle media beelden van het kind hebben getoond. Mensen die kritiek op De Telegraaf hebben, zijn eigenlijk boos op zichzelf. Omdat ze zich zo verlustigen aan zo veel leed in de media en zich daarvoor schamen.
De Telegraaf zou onbeschaamd hebben geopereerd. Ik begreep dat ze min of meer per ongeluk het kind aan de lijn kregen. Als de krant via de jongen te weten was gekomen dat er vlak voor de landing een gemaskerde man was opgestaan, hadden ze een wereldscoop gehad en was niemand over de krant gevallen.”
Als het aan Beunders ligt, had De Telegraaf het stuk niet hoeven publiceren. „Er werd niet veel onthuld. Kennelijk hanteert De Telegraaf wat ruimere normen dan bijvoorbeeld een christelijke krant. Nou, dat zij dan zo.”
Ook de frustratie van nabestaanden die kwaad zijn dat media persoonlijke afbeeldingen op sites als Hyves en Facebook gebruiken, beziet Beunders met gemengde gevoelens. „Het is hypocriet als mensen kwaad worden als media afbeeldingen van hen op internet gebruiken. De mensen maken zélf van alles over zichzelf openbaar.”
Beunders vindt het „helemaal terecht” als de regering de pers oproept om nabestaanden met rust te laten. „Laat die mensen zelf hun verdriet verwerken.” Anderzijds vindt de hoogleraar dat Slachtofferhulp heden ten dage tot een „heilige instantie” is uitgegroeid, iets dat journalisten niet zouden moeten accepteren. „Alsof journalisten brute boemannen zijn die andermans rust alleen maar kunnen verstoren. Dat is niet zo. Media in Nederland zijn, zeker in vergelijking met de pers in het buitenland, fatsoenlijk. Kranten zullen bijvoorbeeld niet zomaar foto’s van afgerukte ledematen publiceren.”