„Leren leven met de realiteit dat je ouders niet meer leven"
In één klap verloren tientallen mensen in Nederland afgelopen woensdag bij de vliegtuigcrash hun dierbaren. Hoe verwerken zij dat? Op deze pagina een traumapsycholoog en een rouwverwerkingsonderzoeker. Plus het verhaal van een vrouw die als enige een vliegramp overleefde.
Het verlies van dierbaren door de vliegramp is in zekere zin te vergelijken met de gevolgen van een dodelijk verkeersongeval, zegt traumapsycholoog dr. P. van der Velden van het Instituut voor Psychotrauma.Wat voor impact heeft de crash in Tripoli op nabestaanden?
„Mensen verliezen ineens, acuut, hun dierbare. Een echtgenoot, vriend, vader, moeder. Zo’n verlies is in zekere zin te vergelijken met een dodelijk verkeersongeval waarbij iemand een geliefde moet missen. Er is het verdriet van het gemis en daar komt bovenop dat je zonder die geliefde verder moet leven. Allerlei praktische zaken –het huishouden, financiële zaken– moet je ineens zonder hulp van je dierbare doen.”
De ramp is in een ver land gebeurd. Bemoeilijkt dat de rouwverwerking?
„Dat is moeilijk te zeggen. Ik kan me voorstellen dat een aantal nabestaanden meteen naar de rampplek was gereden als die in Nederland zou zijn. Anderzijds gaat het toch om het tragische feit dat dierbaren zijn omgekomen. Van groot belang is de snelheid waarmee er duidelijkheid komt over de toedracht. Daar moeten de zwarte dozen duidelijkheid over bieden. De eerste zorg is nu dat de lichamen naar Nederland komen. Discussies over een monument voor de nabestaanden zijn nu nog niet aan de orde. Bovendien kunnen mensen bijvoorbeeld een grafsteen als herinneringsplek zien.”
Wat doen beelden en foto’s van de brokstukken, inclusief persoonlijke bezittingen, met nabestaanden?
„Dat is voor iedereen heel verschillend. Zelfs één persoon kan daar de ene dag anders mee omgaan dan de andere. De één wil die beelden graag zien, bijvoorbeeld om op zoek te gaan naar de tas van een bekende. Om als het ware vast te stellen: hij is er écht niet meer. De ander is iedere minuut met zijn verdriet bezig en zet bewust de televisie uit.”
In sommige gevallen is bij de ramp een compleet gezin omgekomen. Hoe is dat voor nabestaanden?
„Dat is een onvoorstelbaar dramatische gebeurtenis. Stel je voor: als grootouder verlies je niet alleen je kind, ook je kleinkind. Wel moeten we oppassen om hiërarchie in het leed aan te brengen.”
Van regeringswege is de media gevraagd terughoudend te zijn bij het benaderen van nabestaanden.
„Zo’n verzoek komt vanuit de nabestaanden zelf. Het is een heel duidelijke boodschap. We zitten met een spanningsveld. Media zijn van belang om het publiek te informeren. Maar sommige journalisten gaan nabestaanden op de hielen zitten. Terwijl die mensen geen publiek bezit zijn.”
Er is commotie over een klein interview dat De Telegraaf had met de enige overlevende, de 9-jarige Ruben. Minister Rouvoet van Jeugd en Gezin zei „enorm boos” te zijn.
„Als ik zelf journalist zou zijn, zou ik dat kind nooit geïnterviewd hebben. Het is een kind. Het kan niet overzien wat het betekent om met media in gesprek te zijn. En ook: het kind is nog maar net aan het herstellen van zijn verwondingen. Een journalist heeft er geen flauw idee van hoe het kind zich op dat moment voelt of zaken beleeft. Hoeveel bijkomende spanning en onrust geeft zo’n interview? Als De Telegraaf aanvoert dat hij het artikel publiceerde omdat Ruben het symbool van leven is in deze enorme tragedie, vind ik dat geen steekhoudend argument. Dat weten we zonder dat interview ook wel. Al vind ik het wel begrijpelijk dat er veel aandacht is voor het verhaal van de jongen. Als je de beelden ziet van de brokstukken, hoe dat vliegtuig uit elkaar is gespat, dan vraag je je af hoe die jongen daar levend uitkwam.”
Wat is het beste voor de 9-jarige jongen?
„In zijn algemeenheid geldt dat je een kind van wie beide ouders omkomen, moet onderbrengen bij één gezin waarmee het vertrouwd is. Daar kan zo’n kind tot rust komen. Breng zo’n kind niet om de paar weken ergens anders. Het is natuurlijk verschrikkelijk dramatisch dat je ineens je ouders en broer verliest. Als je dat hoort, zakt de grond onder je voeten weg. Dat draagt een kind zijn leven lang mee. Maar wat dit drama voor gevolgen heeft voor de toekomst van het kind, daar kan ik weinig over zeggen.”
Bij grote rampen eist de vraag naar de exacte toedracht vaak veel aandacht op. „Heel begrijpelijk”, reageert dr. Jan van der Wal. „Toch is in de rouwverwerking van nabestaanden de toedracht niet het belangrijkste. Andere factoren spelen een grotere rol.”
Geschokt heeft de voorzitter van de raad van bestuur van de Zorggroep Charim uit Veenendaal kennisgenomen van de vliegramp in Tripoli. „Een ramp met veel slachtoffers is altijd aangrijpend, ongeacht hun nationaliteit. Maar het feit dat er veel Nederlanders bij betrokken zijn maakt het toch nog aangrijpender.”
De massaliteit van de ramp levert een nationale reactie op, signaleert Van der Wal. „Zo’n ramp treft heel Nederland. Zo’n blijk van medeleven van de koningin resoneert in de samenleving. In veel kerken is er bijvoorbeeld op Hemelvaartsdag voor de nabestaanden gebeden.”
De omvang van de ramp leidt tot twee reacties. „De massaliteit geeft een extra impact aan de gebeurtenissen. Tegelijk geeft deze een band tussen de nabestaanden, waardoor zij meer openstaan voor bijvoorbeeld lotgenotencontact.”
In de rouwverwerking van nabestaanden is duidelijkheid over de exacte toedracht van groot belang, verklaart Van der Wal, gepromoveerd op rouwverwerking. „Na de Herculesramp in 1996 is een jarenlang debat ontstaan over de oorzaak en de vraag wie verantwoordelijk was voor de ramp. Dat is een complicerende factor in het rouwproces.”
Het ontbreken van duidelijkheid kan ruimte geven aan „een ongebreidelde” fantasie. „Mensen kunnen zich van alles in het hoofd halen. Duidelijkheid is concreet, pijnlijk, maar is ook begrensd.”
Toch waarschuwt Van der Wal in de begeleiding bij rouwverwerking voor een te grote aandacht voor de toedracht. „De relatie waarin een nabestaande tot een overledende staat, en de kwaliteit van deze relatie, is veel bepalender dan de vraag naar de oorzaak. Hoe hechter de relatie, hoe groter de impact van het verlies.”
Bovendien wijst hij erop dat de vraag naar de exacte toedracht bij nabestaanden na verloop van tijd vervaagt, terwijl het verlies van de dierbaren zich juist sterker kan opdringen.
De behoefte een bezoek te brengen aan de plaats des onheils kan bij nabestaanden heel verschillend zijn. „Veel mensen hebben daar toch wel behoefte aan.” Het oprichten van een herinneringsteken op ramplocaties vindt Van der Wal daarom ook „betekenisvol” voor achterblijvers. „Op zichzelf een goede zaak, hoewel de waarde hiervan voor de rouwverwerking niet al te groot is.”
Het bezoeken van de rampplek in Libië is lastig door de grote afstand, de taalbarrière en de opstelling van de autoriteiten. Bezwaarlijk voor de rouwverwerking vindt Van der Wal deze factoren uiteindelijk niet. „Als nabestaanden weten dat de overledene met zorg en piëteit is behandeld, hoeft dit niet complicerend te zijn.”
Bij de rouwverwerking van de 9-jarige Ruben, de enige overlevende van de ramp, is de vraag waar hij terechtkomt van groot belang. „Zo’n jongen is jong en vitaal. Ik zou hem niet te veel belasten met onderzoeken. Het beste is hem vooral op een natuurlijke manier te observeren, bij voorkeur in de familiesituatie.”
In het pastoraat moet de aandacht zich richten op de relatie tussen nabestaande en overledene, adviseert Van der Wal. „De verhouding kan minder goed geweest zijn, ze kunnen met ruzie uit elkaar zijn gegaan. De pastor moet daar zicht op zien te krijgen.”
Van der Wal wijst erop dat een nabestaande verdoofd kan zijn door de gebeurtenissen. „De vraag is of iemand het verlies al onder ogen kan zien. Het gevaar is om iemand vanuit een vooronderstelling tegemoet te treden. Luisteren is daarom van essentieel belang. Het is natuurlijk een open deur, maar je moet openstaan voor het onverwachte, alert zijn en concreet doorvragen.”
De Bijbel biedt veel aanknopingspunten om lijnen te trekken naar de getroffenen. „Het lijden van Job, Psalm 27… Vanuit het pastoraat kan daar veel aandacht voor zijn. De vraag in christelijke kring naar de eeuwige bestemming van een overledene kan extra belastend zijn. Tegelijk kan het ook grote troost en kracht geven dat we met al ons verdriet bij de Heere terechtkunnen.”
Enige overlevende vliegramp
De 9-jarige Ruben uit Tilburg overleeft als enige de crash bij Tripoli. Er zijn meer vliegtuigongelukken met slechts één overlevende.
Annette Herfkens vliegt in 1992 samen met haar vriend Willem in een driemotorige Yak-40 over Vietnam. Het Russische toestel van Vietnam Airlines stort neer in de jungle met 29 passagiers en bemanningsleden aan boord.
Herfkens overleeft de dramatische klap. De eerste drie dagen hoort ze nog stemmen van andere overlevenden. Daarna wordt het stil. De gewond geraakte Nederlandse kan geen kant op. Ze houdt zich in leven door met een zakdoek regendruppels op te vangen.
Acht dagen lang brengt ze door tussen de wrakstukken in de jungle. „Een crash voltrekt zich zo snel”, vertelde Herfkens, woonachtig in New York, eerder deze week tegen NOS. „Sneller dan het knipperen van je ogen. Je kunt je daar dus niets van herinneren.”
Van haar verblijf in de jungle zegt ze zich nog elke minuut te kunnen heugen. Herfkens heeft haar wederwaardigheden in een nog uit te geven boek opgeschreven. „Later ga je je pas realiseren wat je allemaal hebt meegemaakt.”
Ook de enige overlevende van de ramp in Libië zal niets meer van het vliegtuigongeluk kunnen navertellen, verwacht Herfkens. „Het jongetje zal moeten leren leven met de realiteit dat zijn ouders niet meer leven.”
Volgens haar is het van belang dat Ruben „zo normaal mogelijk” door het leven gaat, waarin hij „niet te veel wordt nagestaard” door omstanders. In het AD zegt ze: „Ook voor het 9-jarige jongetje is er, hoe onvoorstelbaar ook, een leven waarin het weer gelukkig kan worden.”