Gemis van een dag van nationale rouw
De vliegtuigramp van woensdagmorgen zal weinig Nederlanders onberoerd hebben gelaten. Het drama is ook schokkend. Op een negenjarig jongetje na kwamen alle passagiers en de gehele bemanning van de Airbus 330 om. Onder de slachtoffers tientallen Nederlanders.
Premier Balkenende gaf enkele uren na het ongeluk bij de Libische stad Tripoli de opdracht om voor de rest van de rampdag bij alle overheidsgebouwen de vlag halfstok te hangen. Als teken van rouw. Voetballers die woensdagavond of op Hemelvaartsdag moesten spelen, hadden een rouwband om de arm. Om daarmee uiting te geven aan de verslagenheid over het luchtvaartongeval.Politieke partijen besloten met elkaar de verkiezingscampagne tijdelijk stil te zetten. De campagneleiders achten het niet kies om in deze dagen van verdriet en rouw de strijd om de kiezer en de zetel onverdroten voort te zetten. Daarom uit respect voor de slachtoffers en hun nabestaanden: even pas op de plaats.
Dat bij rampen en ongelukken dergelijke maatregelen worden genomen, is positief. Er wordt plaatsgemaakt voor het beleven van verdriet, voor de rouw. Er is medeleven met slachtoffers. Dat doet goed.
Beperkt
Toch is dat medeleven maar heel beperkt. Natuurlijk doen de media hun uiterste best de lezers, luisteraars of kijkers adequaat te informeren over het ongeluk en de hulp aan slachtoffers. Elk nieuwtje wordt zo snel mogelijk gebracht. Vergeleken met de nieuwsvoorziening in Libië, waar men pas uren later meldde dat er een vliegtuig was neergestort, is de informatievoorziening in ons land uitstekend. En tegelijk onthutsend.
Wie woensdag de radioberichtgeving over de ramp bij Tripoli volgde, deed soms schokkende ontdekkingen. Nieuwsuitzendingen over de ramp werden soms onmiddellijk gevolgd door schreeuwerige reclames of door denderende popmuziek. Moet dat nou, vraag je je dan af. Had men niet op zijn minst de muziek kunnen aanpassen? Of, nog beter, de schreeuwerige reclames op deze rouwdag achterwege kunnen laten?
Zo doet het op het eerste gezicht sympathiek aan dat voetballers spelen met een rouwband om de arm. Maar wie er verder over nadenkt, zal moeten erkennen dat het toch wel wrang is. Het voetbalspel is tot vermaak van fans. Wedstrijden afgelasten vanwege de ramp kan kennelijk niet. Het spel moet gewoon doorgaan. De uitzendingen over de voetbalduels dus ook. En tussendoor worden kijker en luisteraar van tijd tot tijd op de hoogte gehouden van de toestand op de rampplek. Zo wisselen leed en spel zich af.
Natuurverschijnsel
Het is duidelijk een gemis dat ons land niet meer de gewoonte heeft om bij rampen een dag van nationale rouw uit te roepen. Andere landen op de wereld kennen dat gebruik wel. Wanneer er zich een dramatisch ongeluk of een vernietigend natuurverschijnsel met veel slachtoffers voordoet, dan kondigt de regering daar een of meer dagen van nationale rouw af. Het gehele openbare en maatschappelijke leven ligt dan stil en alle festiviteiten worden afgelast. Om met elkaar de gedachten te bepalen bij de dramatische gebeurtenissen en mee te leven met de nabestaanden.
Natuurlijk kan men tegenwerpen dat zo’n nationale dag van rouw gemakkelijk rituele trekken kan krijgen. Het gewone leven ligt stil, maar slechts een gering deel van de bevolking rouwt werkelijk. Dat is wellicht zo, maar daarmee is nog niet gezegd dat het gebruik zinloos is. Het voorkomt in ieder geval dat de samenleving gewoon doordraait alsof er niets gebeurd is.
Geen ruimte
In onze westerse maatschappij lijkt er nauwelijks ruimte voor verdriet en rouw. En eerbied voor de majesteit van de dood is nagenoeg helemaal afwezig. Dat is op meerdere punten zichtbaar.
Wie vandaag de dag een naast familielid verliest, kan tijdens de dagen tussen overlijden en begraven meestal wel vrij nemen. Maar de dag na de begrafenis moeten de handen weer uit de mouwen. En na een of twee weken mag het overlijden van een dierbare geen reden meer zijn om minder te presteren. Voor tranen is op het werk geen plaats.
Wanneer een begrafenisstoet nadert, neemt een tegenligger nauwelijks gas terug. Sommigen hebben zelfs de euvele moed om vol gas een uitvaartstoet in te halen en zo nodig te doorsnijden als er een tegenligger aankomt. Dat zou een kwarteeuw geleden nog een fikse boete opleveren. Vandaag de dag is er geen tijd om stil te staan bij en voor de dood.
Onmiskenbaar is er aandacht voor de slachtoffers van de vliegramp in Tripoli en voor nabestaanden. Van elk nieuw bericht wordt met grote gretigheid kennisgenomen.
Maar die belangstelling heeft vaak het karakter van platte sensatiezucht. Meeleven en meelijden vragen niet zomaar op de hoogte zijn van de feiten, maar vooral inleven; zonder veel drukte naast de ander gaan zitten, zoals de vrienden van Job deden. Voor hen lagen alle werkzaamheden een week lang stil omdat zij zagen dat de smart van Job zeer groot was.
De auteur is hoofdredacteur van deze krant. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl